Uitspraak Nº 20-239. Rechtbank Gelderland, 2020-03-13

ECLIECLI:NL:RBGEL:2020:1709
Docket Number20-239
Date13 Marzo 2020
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)
RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Zutphen

Bestuursrecht

zaaknummer: AWB 20/239

uitspraak van de voorzieningenrechter van 13 maart 2020

op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoekers] , te [woonplaats] ,

[verzoekers] B.V., te [woonplaats] ,

verzoekers,

(gemachtigde: mr. H.P. Wiersema),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beuningen, verweerder.
(gemachtigde: mr. C.M.M. van Mil).

Procesverloop

Bij besluit van 18 oktober 2019 heeft verweerder aan de [verzoekers] een last onder dwangsom opgelegd.

Verzoekers hebben tegen dit besluit bezwaar gemaakt. Verzoekers hebben tevens de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 februari 2020. Op deze zitting zijn de volgende zaken gelijktijdig behandeld: AWB 20/221, 20/222, 20/223, 20/224, 20/225, 20/227, 20/228, 20/230, 20/231, 20/232, 20/233, 20/235, 20/236, 20/237, 20/238, 20/239, 20/240, 20/241, 20/242, 20/244, 20/245, 20/246, 20/247, 20/248, 20/249, 20/251, 20/253, 20/254, 20/255, 20/256, 20/258, 20/259, 20/260, 20/261, 20/262, 20/264, 20/265, 20/266, 20/267, 20/268, 20/270, 20/272, 20/273, 20/276, 20/278, 20/279, 20/280, 20/282, 20/283, 20/284, 20/285, 20/288, 20/289, 20/290, 20/291, 20/292 en 19/7310 . Verzoekers hebben zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde en door mr. V.J. Rakovitch. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door de gemachtigde, T. van Balkom, A. Kooymans en Y.J.A. van Breda-Kuipers.

Overwegingen

1. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.

2. Verweerder is één van de twintig gemeenten die mee doet aan het project Ariadne. De politie, het openbaar ministerie en de provincie doen ook aan dit project mee. Onderdeel van het project is de advisering en ondersteuning van gemeenten bij toezicht en handhaving op en rondom vakantieparken, onder meer voor wat betreft permanente bewoning in strijd met het bestemmingsplan.

In het kader van dit project hebben in februari 2019 controles op vakantiepark “De Groene Heuvels” plaatsgevonden en is vervolgens tegen een groot aantal eigenaren en gebruikers van recreatiewoningen op het park handhavend opgetreden.

3. Verweerder heeft de Holding gelast het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bestaande uit het (laten) gebruiken van het perceel Groene Heuvels 3 en de daarop aanwezige opstallen voor huisvesting van personen die daarvandaan naar hun werk gaan en/of het (laten) gebruiken als centrum van hun sociaal maatschappelijk leven, binnen zes maanden na verzenddatum van dit besluit te beëindigen en beëindigd te houden. Voldoet zij niet aan deze last, dan verbeurt zij een dwangsom van € 10.000 per maand of een gedeelte daarvan, tot een bedrag van € 60.000.

Griffierecht

4. Verzoekers hebben bezwaar gemaakt tegen het geheven griffierecht. In de eerste plaats wijzen zij erop dat verweerder afzonderlijke handhavingsbesluiten heeft genomen voor de recreatiewoningen Groene Heuvels 3 en 4, waar de Holding eigenaar van is. Voor beide besluiten geldt dat verzoekers één verzoek om voorlopige voorziening hebben ingediend. Omdat volgens hen sprake is van samenhangende besluiten, hoefde in die twee zaken maar één keer griffierecht te worden geheven. In de tweede plaats vinden zij het onredelijk dat het hoge tarief in rekening is gebracht, gezien het grote aantal natuurlijke personen die het verzoek hebben ingediend.

4.1

Op grond van artikel 8:82, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt van verzoeker door de griffier een griffierecht geheven.

In het tweede lid is bepaald dat dit griffierecht gelijk is aan het griffierecht dat voor de hoofdzaak verschuldigd is. In 8:41, tweede lid, wordt voor het griffierecht in de hoofdzaak onderscheid gemaakt tussen het griffierecht dat in rekening wordt gebracht aan natuurlijke personen (onder a en b) en aan anders dan natuurlijke personen (onder c).

In het derde lid is bepaald dat indien het een beroepschrift tegen twee of meer samenhangende besluiten dan wel van twee of meer indieners tegen hetzelfde besluit betreft, eenmaal griffierecht is verschuldigd. Dit griffierecht is gelijk aan het hoogste van de bedragen die bij toepassing van het tweede lid verschuldigd zouden zijn geweest.

Dit lid is van overeenkomstige toepassing als sprake is van verzoeken om voorlopige voorziening.

4.2

Vast staat dat de gemachtigde van verzoekers één verzoekschrift heeft ingediend. Van samenhangende besluiten is vervolgens sprake indien het besluiten betreft die gebaseerd zijn op een complex van regelgeving dat dezelfde belangen beoogt te beschermen, waarmee hetzelfde doel wordt nagestreefd en waaraan hetzelfde feitensubstraat ten grondslag ligt.1

De voorzieningenrechter stelt vast dat het verzoek is gericht tegen afzonderlijke lasten, gericht tegen het gebruik van twee afzonderlijke recreatiewoningen op de Groene Heuvels. Aan die lasten heeft verweerder een afzonderlijke beoordeling voor elke recreatiewoning ten grondslag gelegd. De voorzieningenrechter is van oordeel dat onder die omstandigheden geen sprake is van samenhangende besluiten.

4.3

Omdat het verzoek tevens namens rechtspersonen (en dus niet slechts door natuurlijke personen) is ingediend, is bovendien het (hoge) tarief vermeld onder artikel 8:41, tweede lid, onder c, van de Awb verschuldigd.

Belanghebbendheid [verzoekers] en [verzoekers]

5. Verweerder heeft betoogd dat [verzoekers] en [verzoekers] niet als belanghebbenden in de zin van artikel 1:2, derde lid, van de Awb zijn aan te merken.

5.1

Omdat de last onder dwangsom is opgelegd aan één van de overige verzoekers en deze in ieder geval is aan te merken als belanghebbende, komt de voorzieningenrechter in ieder geval toe aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek. Hij ziet daarom geen aanleiding nader te onderzoeken of er verzoekers zijn die niet als belanghebbenden zijn aan te merken. In de beslissing op bezwaar zal verweerder op dit punt nader in moeten gaan.

Procedureel gebrek?

6. Voor zover is betoogd dat de opgemaakte controlerapporten eerst na het starten van de bezwaarprocedure zijn ontvangen, is de voorzieningenrechter van oordeel dat het enkele niet tijdig verstrekken van controlerapporten niet tot de conclusie kan leiden dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig tot stand is gekomen. De controlerapporten zelf dateren immers van vóór het bestreden besluit. Het betoog faalt.

6.1

Dat een van de controleformulieren pas is ondertekend ver ná de controle en ver ná de last onder dwangsom en dat de ondertekeningsdatum afwijkt van de datum die op andere controlerapporten staat maakt bovendien niet dat niet uit kan worden gegaan van de inhoud van de controles. Ook dit betoog faalt derhalve.

Past het gebruik door tijdelijke werknemers in het bestemmingsplan?
7. Ter plaatse geldt het bestemmingsplan Buitengebied Beuningen, onherroepelijk sinds 1 augustus 2012 (verder: het bestemmingsplan). Het perceel heeft de enkelbestemming ‘recreatie’ en de functieaanduiding ‘verblijfsrecreatie’.

7.1

De voor Recreatie aangewezen gronden zijn op grond van artikel 11.1.1 bestemd voor:

a. verblijfsrecreatie;

b. dagrecreatie;

c. waterhuishoudkundige doeleinden;

d. de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT