Uitspraak Nº 20/786. Rechtbank Midden-Nederland, 2020-04-27

ECLIECLI:NL:RBMNE:2020:1712
Date27 Abril 2020
Docket Number20/786
CourtRechtbank Midden-Nederland (Neederland)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 20/786

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 april 2020 in de zaak tussen [eiser] , te [woonplaats] , eiser,

(gemachtigde: mr. T. van der Weijde),

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, verweerder.
Procesverloop

Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser omdat verweerder niet op tijd heeft beslist op zijn bezwaar.

Overwegingen

1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een aanvraag of bezwaarschrift kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Wel moet de betrokkene dan eerst een ‘ingebrekestelling’ aan het bestuursorgaan sturen. Dat wil zeggen dat de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan moet laten weten dat er binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn aanvraag of bezwaar. Dit staat (onder andere) in de artikelen 6:2, 6:12 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

3. Eiser heeft zijn bezwaarschrift ingediend op 12 augustus 2019. Verweerder moet binnen zes weken beslissen, gerekend vanaf het moment waarop de bezwaartermijn is verstreken. Dat staat in artikel 7:10 en 7:13 van de Awb.

4. Uit het dossier volgt dat verweerder nog steeds niet heeft beslist. De beslistermijn is dus (ruim) overschreden. De rechtbank stelt verder vast dat eiser verweerder op 25 november 2019 per faxbericht in gebreke heeft gesteld. Vanaf 26 november 2019 had verweerder twee weken om alsnog te beslissen. Die termijn is inmiddels verstreken. Verweerder is dus in gebreke.

5. In artikel 4:17 van de Awb staat dat als een bestuursorgaan niet op tijd een besluit neemt, het bestuursorgaan een dwangsom moet betalen voor elke dag dat het in gebreke is, voor maximaal 42 dagen. De dwangsom bedraagt de eerste veertien dagen € 23,- per dag, de daaropvolgende veertien dagen € 35,- per dag en de overige dagen € 45,- per dag. Het bestuursorgaan stelt de dwangsom vast binnen twee weken na de laatste dag waarover de dwangsom betaald moet worden (artikel 4:18, lid 1, Awb).

6. Omdat er inmiddels al 42 dagen zijn verstreken sinds verweerder in gebreke is, stelt de rechtbank de dwangsom vast op het maximale bedrag, € 1.442,-.

7. Omdat verweerder nog geen (nieuw) besluit heeft genomen bepaalt de rechtbank dat verweerder dit alsnog...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT