Uitspraak Nº 200.096.246-01T. Gerechtshof Den Haag, 2013-12-10

ECLIECLI:NL:GHDHA:2013:4430
Docket Number200.096.246-01T
Date10 Diciembre 2013
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.096.246/01

Zaaknummer rechtbank : 366842

Arrest van 10 december 2013

inzake

BRINK AUTOMATISERING B.V.,

gevestigd te Leidschendam, gemeente Leidschendam-Voorburg,

principaal appellante,

geïntimeerde in het incidenteel appel,

hierna te noemen: Brink,

advocaat: mr. K.C. Mensink te 's-Gravenhage,

tegen

[…], h.o.d.n. [X],

wonende te [woonplaats], gemeente [gemeente],

geïntimeerde in het principaal appel,

incidenteel appellant,

hierna te noemen: [geïntimeerde],

advocaat: mr. L.Ph.J. van Utenhove te 's-Gravenhage.

Het geding

Bij exploot van 2 augustus 2011 is Brink in hoger beroep gekomen van een door de rechtbank Den Haag tussen partijen gewezen vonnis van 11 mei 2011. Bij memorie van grieven (met producties) heeft Brink acht grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord tevens houdende incidenteel appel en wijziging van eis (met producties) heeft [geïntimeerde] de grieven bestreden en tevens bij wege van incidenteel appel negen grieven tegen het vonnis aangevoerd en zijn eis in reconventie gewijzigd. Brink heeft bij memorie van antwoord in incidenteel appel de grieven van [geïntimeerde] en de gewijzigde eis bestreden. Vervolgens hebben partijen elk nog een akte genomen. Ten slotte hebben partijen stukken overgelegd en arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep
1.

Het gaat in deze zaak om het volgende.

1.1

Brink is een onderneming die software ontwikkelt, onderhoudt en in licentie geeft, gericht op ondernemingen in de bouwbranche. Zij heeft het softwarepakket IBIS-TRAD ontwikkeld en in licentie gegeven, een calculatieprogramma voor de bouw waarmee begrotingen kunnen worden opgesteld. [geïntimeerde] drijft onder de naam [X] een onderneming met software-ontwikkeling als kernactiviteit. [geïntimeerde] heeft het softwarepakket INCAM ontwikkeld, waarmee offerteaanvragen verstuurd kunnen worden en offertes ontvangen en beoordeeld kunnen worden.

1.2

In februari 2002 zijn partijen een overeenkomst aangegaan, op grond waarvan Brink voor [geïntimeerde] INCAM zou verkopen aan haar doelgroep en deze zou ondersteunen. INCAM sloot aan op IBIS-TRAD. Naar aanleiding van de door [geïntimeerde] geuite wens de overeenkomst te beëindigen hebben partijen in 2005 overlegd over voortzetting van de samenwerking. In dat kader heeft Brink op 1 november 2005 aan [geïntimeerde] een brief gezonden, waarin Brink onder meer voorstelt haar afdrachten aan [geïntimeerde] voor licenties en onderhoud te verhogen. De brief luidt verder, voor zover van belang:

“de accountmanagers hebben op basis van de ervaringen en de reacties tijdens de presentaties in het Microsoft-auditorium een inschatting gemaakt voor de omzet in 2006. Zij schatten in, met de juiste marketinginspanningen door (Brink) en mogelijk een verbeterde interface, voor 100 k€ aan nieuwe licenties te kunnen verkopen. In dat geval bedraagt de afdracht aan ([X]) circa 80 k€. Hoewel wij van mening zijn dat dit normaal gesproken niet past in een dealerovereenkomst, zijn wij bereid een bedrag van 45 k€ als afdracht aan ([X]) te garanderen.”

1.3

Brink heeft aan [geïntimeerde] een “Overeenkomst Brink Automatisering bv en [X]”, gedateerd 1 januari 2006, toegezonden, waarmee [geïntimeerde] akkoord is gegaan. De overeenkomst luidt voor zover van belang als volgt.

“01.01 Beëindiging overeenkomst

(…)

Na de datum waarop deze overeenkomst door opzegging is beëindigd, zal [X] gedurende een periode van 5 jaar INCAM blijven ondersteunen.

(…)

02.02

Exclusiviteit

[X] en BA (hof: Brink) verbinden zich jegens elkaar om tijdens de duur van de overeenkomst geen andere producten, die in concurrentie zouden kunnen treden van INCAM, te zullen verkopen of bij de fabricage of handel daarin op enigerlei wijze direct of indirect betrokken te zijn.

(…)

07.01

Afdrachten over licenties en onderhoud

Over de verkoop van licenties en de jaarlijkse onderhoudsgelden is BA een afdracht aan [X] verschuldigd. Deze afdracht is vastgesteld op:

- 50% van de netto licentie-omzet (…)

- 50% van het (betaalde) onderhoudsgeld.

Partijen zijn aanvullend overeengekomen dat de afdracht van BA aan [X] in 2006 minimaal € 45.000,- bedraagt.

1.4

In 2007 bedroegen de netto licentie-omzet en het onderhoudsgeld, als bedoeld in artikel 07.01, tezamen € 70.912,75. Brink heeft als afdracht voor het jaar 2007 aan [geïntimeerde] € 45.000,- betaald. In 2009 heeft Brink geen enkele INCAM-licentie verkocht.

1.5

In een aankondiging van een seminar voor haar klanten heeft Brink op 8 september 2009 het volgende vermeld.

“Het afgelopen jaar is de functionaliteit van IBIS-TRAD verder uitgebreid met het uitbrengen van de module Offertespiegels. Binnen deze module is het mogelijk offertes met elkaar te vergelijken. Op basis van vooraf ingestelde parameters kunt u de beste offerte(s) eenvoudig bepalen en selecteren.

(…)

Bent u al nieuwsgierig geworden? Kom dan op 29 september naar Hotel Figi in Zeist en ervaar zelf de nieuwste IBIS-TRAD

Programma

(…)

15:00-15:45 Presentatie Offertespiegels”

In een ‘Releasenote’ van oktober 2009 heeft Brink het volgende opgenomen.

“01 Wijzigingen ten opzichte van IBIS-TRAD versie 6:35.00 (30-03-2009)

(…)

- De module J voor Offertevergelijk (SQL) is toegevoegd aan IBIS-TRAD.(…)”

Uit een door Brink begin 2010 door Brink aan haar klanten gezonden nieuwsbrief blijkt, dat zij in november 2009 op een klantendag de module IBIS-TRAD Offertespiegels heeft gedemonstreerd. Over deze module heeft zij het volgende geschreven.

“Module IBIS-Trad Offertespiegel

Met deze functionaliteit spiegelt u de binnenkomende offertes binnen een project en u bepaalt welke aanbieding u opneemt in uw IBIS-Trad begroting. Calculatiegegevens uit uw IBIS-Trad projectbegroting kunt u hiervoor eenvoudig gebruiken. U heeft direct een managementoverzicht over uw offerteonderdelen en u kunt tevens een inkooptaakstelling voor de inkoopafdeling aangeven. Aan het aantal offertes per onderdeel wordt geen beperking gesteld, dat kan best variëren van bijvoorbeeld 2 tot 6 stuks. U voert de invulling van de spiegel handmatig in.”

1.6

Brink heeft de overeenkomst bij aangetekende brief van 21 september 2009 met ingang van 1 januari 2010 beëindigd.

1.7

Brink heeft [geïntimeerde] op 25 november 2009 een factuur toegezonden voor een bedrag van € 11.356,94 (inclusief BTW) ter zake van teveel ontvangen provisie in 2007.

2.

Brink heeft bij de rechtbank gevorderd dat deze [geïntimeerde] zal veroordelen aan haar € 11.356,94 te betalen, vermeerderd met rente en kosten. In reconventie heeft [geïntimeerde] gevorderd dat de rechtbank voor recht zal verklaren

a. dat Brink toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst door een concurrerend programma te (laten) ontwikkelen en in de markt te zetten;

b. dat Brink toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van haar inspanningsverplichting om klanten te werven voor de verkoop van het product INCAM;

c. dat Brink voor 2007 tot en met 2009 jaarlijks betaling van € 45.000,- heeft gegarandeerd;

d. dat Brink bij die garantie slechts de omzet uit verkoop en niet de aan [geïntimeerde] toekomende onderhoudsgelden heeft betrokken;

e. dat Brink 50% van de door haar ontvangen onderhoudsgelden aan [geïntimeerde] dient te betalen over de jaren 2010 en verder.

Voorts heeft [geïntimeerde] veroordeling van Brink tot betaling schadevergoeding gevorderd, nader op te maken bij staat, met een voorschot van € 45.000,-, alsmede veroordeling van Brink tot afgifte van alle aan haar ter beschikking gestelde broncodes, op straffe van een dwangsom.

De rechtbank heeft de vordering van Brink geheel toegewezen en die van [geïntimeerde] gedeeltelijk, te weten ter zake van de vorderingen onder a, b (gedeeltelijk) en e (gedeeltelijk), de veroordeling tot schadevergoeding, op te maken bij staat, en de afgifte van de broncodes (gedeeltelijk) met dwangsom.

3.

[geïntimeerde] heeft zijn vorderingen in hoger beroep in zoverre gewijzigd dat hij thans, naast de onder a t/m e bedoelde verklaringen voor recht, tevens een verklaring voor recht vordert dat Brink onrechtmatig jegens hem heeft gehandeld en dat hij thans in plaats van schadevergoeding, op te maken bij staat, een schadevergoeding vordert van primair € 756.706,-, subsidiair € 469.700,- en meer subsidiair € 333.063,-, en uiterst subsidiair een schadevergoeding die het hof passend acht, alles vermeerderd met wettelijke (handels)rente.

4.

Brink heeft tegen de eisvermeerdering bezwaar gemaakt. Zij heeft naar voren gebracht dat het niet mogelijk, althans in strijd met een goede procesorde is in dit stadium van de procedure de oorspronkelijke vordering, strekkende tot schadevergoeding, op te maken bij staat, te wijzigen in een schadevordering voor een concreet bedrag. Zij stelt dat zij daardoor in haar verweer ernstig wordt geschaad en dat zij daardoor een feitelijke instantie mist.

5.

Het hof deelt het bezwaar van Brink niet. De concretisering van de schadevordering ligt in het verlengde van de vorderingen in eerste aanleg en staat daarvan niet zodanig los dat de eiswijziging om die reden in strijd met een goede procesorde zou zijn. Brink wordt door de eiswijziging niet in haar verdedigingsbelang geschaad: zij heeft in hoger beroep volop gelegenheid zich tegen de gewijzigde eis te verweren (en heeft dat ook gedaan). Dat over een onderdeel van de vordering slechts in één instantie kan worden geprocedeerd, is inherent aan het wettelijk stelsel, dat wijziging van eis in hoger beroep mogelijk maakt. De eiswijziging heeft, ten slotte, ook tijdig plaatsgevonden.

De vordering in conventie

6.

De eerste vier grieven van [geïntimeerde] in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT