Uitspraak Nº 200.124.042. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-01-02

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:38
Date02 Enero 2018
Docket Number200.124.042
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.124.042

(zaaknummers rechtbank Zutphen 120562 en 452923)

arrest van 2 januari 2018

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

appellant in het principaal appel,

geïntimeerde in het incidenteel appel,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [appellant] ,

advocaat: mr. T. van Kooten,

tegen:

het kerkgenootschap

Nederlands Gereformeerde Kerk Hattem,

gevestigd te Hattem,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellant in het incidenteel appel,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: de NGK Hattem,

advocaat: mr. P.L. Hellinga.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de door de rechtbank Zutphen (sector civiel, afdeling handel) op 15 juni 2011 (hersteld bij vonnis van 6 juli 2011) en door de kantonrechter (rechtbank Zutphen, sector kanton, locatie Apeldoorn) op 6 juli 2011 en 17 oktober 2012 tussen de partijen uitgesproken vonnissen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 11 januari 2013,

- de memorie van grieven (met producties),

- de memorie van antwoord tevens incidenteel beroep,

- de memorie van antwoord in incidenteel appel,

- de pleidooien overeenkomstig de pleitnotities van mrs. Van Kooten en Hellinga(inclusief re- en dupliek).

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.3

[appellant] vordert in het (principaal) hoger beroep – kort samengevat – dat het hof de bestreden vonnissen van 15 juni 2011 en 6 juli 2011 alsmede van 6 juli 2011 en 17 oktober 2012 zal vernietigen en, opnieuw recht doende, zijn volgens de appeldagvaarding bij memorie van grieven te vermeerderen vorderingen zal toewijzen en de NGK Hattem zal veroordelen in de kosten van beide instanties.

2.4

De NGK Hattem vordert in het incidenteel hoger beroep – kort samengevat – dat het hof (bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren arrest) het bestreden vonnis van 17 oktober 2012 zal bekrachtigen voor zover de vorderingen van [appellant] zijn afgewezen, dat vonnis zal vernietigen voor zover de kosten van het geding in eerste aanleg tussen de partijen zijn gecompenseerd en [appellant] zal veroordelen in de kosten van beide instanties.

3 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende, hierna (mede) gegeven de grief van [appellant] tegen de vaststelling van de feiten in eerste aanleg (grief II) opnieuw vastgestelde, feiten.

3.1

De NGK Hattem is een kerkgenootschap in de zin van artikel 2:2 BW. Het bestuur

van de NGK Hattem wordt gevormd door de Kerkenraad. De predikant maakt deel uit van de

Kerkenraad. De NGK Hattem kent eigen regelingen, waaronder het Akkoord voor Kerkelijk

Samenleven van de Nederlands Gereformeerde Kerken (hierna: het AKS) en Richtlijnen voor de voorwaarden behorende bij de

verbintenis tussen gemeente en predikant ten behoeve van de vervulling van het

predikantsambt (hierna: de WAP-richtlijn). Deze regelingen zijn door partijen

(grotendeels) overgelegd en voorts te vinden op de website www.ngk.nl.

3.2

In het AKS (2007) is onder meer het volgende vastgelegd:

Artikel 9 Levensonderhoud van een predikant

Een gemeente voorziet haar predikant van behoorlijk levensonderhoud, ook indien deze door ziekte, ouderdom of soortgelijke oorzaak niet meer in staat is zijn ambtelijk werk te verrichten, en na diens overlijden zijn weduwe en wezen.

In de regel wordt aan een predikant ontheffing van zijn ambtelijk werk verleend wanneer hij de leeftijd van 65 jaar bereikt, tenzij met wederzijdse bewilliging anders overeengekomen wordt. Hij behoudt de naam en eer van dienaar van het Woord.

Artikel 10 Ontslag van een predikant om gewichtige redenen

Een predikant die naar het oordeel van de kerkenraad om gewichtige, maar niet tuchtwaardig

makende redenen zijn gemeente niet langer kan dienen, wordt ontslag verleend overeenkomstig de “Procedure voor ontslag van een predikant om gewichtige redenen”.

Tenzij de regiovergadering tot het oordeel komt dat de predikant ook in een andere gemeente zijn ambt niet naar behoren zal kunnen vervullen, wordt hij voor een bepaalde termijn beroepbaar gesteld en blijft zolang als predikant verbonden aan de gemeente die hij diende.’

Artikel 31 Samenwerking van de kerken

31.1

Eendrachtig samenwerken

De kerken, die van Christus zijn, werken eendrachtig samen. (...) Zij helpen en dienen elkaar en behartigen in regionaal en landelijk verband de zaken die zij gemeenschappelijk hebben. Zij heersen daarbij niet over elkaar, (...).

31.2

Regio, regiovergadering en landelijke vergadering; commissies

Naburige kerken vormen gezamenlijk een regio.

De kerken van een regio komen door afgevaardigden bijeen in een regiovergadering.

Alle kerken gezamenlijk komen door afgevaardigden bijeen in een landelijke vergadering.

Deze vergaderingen worden samengeroepen door de kerk die door de laatstgehouden vergadering daartoe werd aangewezen. Van genomen besluiten wordt nauwkeurig aantekening gemaakt.

Een regiovergadering en een landelijke vergadering zijn bevoegd commissies te benoemen en te ontslaan. Een commissie ontvangt bij haar benoeming een duidelijke opdracht en rapporteert tijdig aan de betrokken kerken. Het rapport van een commissie komt aan de orde op de eerstkomende regiovergadering dan wel landelijke vergadering.

In 2011 is het AKS op onderdelen gewijzigd. In de huidige versie luidt artikel 9:

‘Een gemeente voorziet haar predikant van behoorlijk levensonderhoud overeenkomstig de richtlijn. Deze verantwoordelijkheid omvat mede het levensonderhoud bij ziekte, bij ouderdom en voor nabestaanden.

Aan een predikant wordt ontheffing van zijn ambtelijk werk verleend vanaf het moment dat hij ouderdomspensioen of een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid ontvangt. Hij behoudt de naam en eer van dienaar van het Woord.’

3.3

In de WAP-richtlijn is onder meer het volgende opgenomen:

Artikel 1 Verbondenheid tussen predikant en gemeente

lid 1 Predikant is degene die overeenkomstig art. 5 tot en met 8 Akkoord voor Kerkelijk Samenleven (AKS) aan een gemeente is verbonden. Deze verbondenheid is vastgelegd in een beroepingsbrief.

lid 2 De beroepingsbrief vermeldt de werkzaamheden (dienst of opdracht) die de predikant verricht voor de gemeente, conform art. 11 AKS en de financiële vergoeding die de gemeente aan de predikant toekent als behoorlijke voorziening in het levensonderhoud conform art. 9 AKS.

lid 3 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente is geen arbeidsovereenkomst.

lid 4 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente impliceert dat die gemeente

verantwoordelijk is voor het behoorlijk levensonderhoud van die predikant.

(…)

Artikel 7 Bestendiging van de verbondenheid predikant/gemeente

lid 1 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt niet:

a door arbeidsongeschiktheid die zodanig is dat de predikant niet meer (geheel) in staat is zijn werkzaamheden te verrichten;

b door emeritering;

c door gebruik te maken van de TOP (Taakverlichting Oudere Predikanten) regeling.

lid 2 (…)

Artikel 8 Beëindiging van de verbondenheid predikant/gemeente

lid 1 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt door ontslag:

a doordat de predikant door een andere gemeente beroepen is en de predikant dat beroep heeft aanvaard, op het moment van de aanvang van de verbondenheid aan die andere gemeente;

b wegens gewichtige redenen, niet zijnde tuchtwaardig gedrag, op het moment van het ontslag, met inachtneming van het gestelde in art. 12.

c op verzoek van de predikant, op een in onderling overleg vast te stellen moment.

lid 2 De verbondenheid tussen de predikant en de gemeente eindigt door afzetting op grond van art. 30 AKS wegens onschriftuurlijke leer of openbare grove zonde, op het moment van afzetting, met inachtneming van het gestelde in art. 13.

Artikel 9 formaliteiten bij ontslag

lid 1 In geval van ontslag op grond van art 8 lid 1 sub a is art 7 AKS van toepassing.

lid 2 In geval van ontslag op grond van art 8 lid 1 sub b is art. 10 AKS van toepassing en gelden bovendien de art. 10 t/m 12 en de procedure zoals beschreven in de bijlage.

lid 3 In geval van afzetting is de procedure van art 30 AKS van toepassing en geldt bovendien art. 13.

Artikel 10 Ontslag wegens gewichtige redenen

lid 1 Ontslag wegens gewichtige redenen kan slechts plaats vinden indien deze redenen zodanig gewichtig zijn dat de predikant de gemeente niet langer kan dienen. Onder zodanige redenen worden o.a. verstaan opheffing van de gemeente, economische redenen, ernstige vertrouwensbreuk en disfunctioneren.

lid 2 Alvorens ontslag wegens gewichtige redenen kan plaats vinden, dienen predikant en kerkenraad zich in te spannen een oplossing te bewerkstelligen. Daarbij hebben beiden het recht om zich te wenden tot de Landelijke Vertrouwens- en Advies Commissie (VAC).

lid 3 Indien geen oplossing, anders dan ontslag, wordt bereikt, vraagt de kerkenraad advies aan de Landelijke Adviescommissie WAP. De adviesaanvraag heeft betrekking op:

de civielrechtelijke aspecten van het voorgenomen ontslag;

de financiële regeling die getroffen wordt.

lid 4 De regionale vergadering, die het ontslag van de predikant op grond van art. 10 AKS

goedkeurt, betrekt bij haar overwegingen het advies van de Landelijke Adviescommissie WAP. De regionale vergadering kan van dit advies gemotiveerd afwijken. De motivering voor de afwijking wordt schriftelijk aan betrokkenen medegedeeld.

Artikel 11 Beroepbaarstelling en status van predikant

lid 1 De regionale vergadering, die het ontslag van de predikant op grond van art...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT