Uitspraak Nº 200.136.857/01. Gerechtshof Amsterdam, 2015-10-27

ECLIECLI:NL:GHAMS:2015:4414
Date27 Octubre 2015
Docket Number200.136.857/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I AOF

zaaknummer: 200.136.857/01

zaak-/rolnummer rechtbank: C/13/507567/ HA ZA 12-17 (Amsterdam)

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 27 oktober 2015

inzake

1 DUTCH FILM FINANCE B.V.,

2. [bestuurder S] ,

gevestigd respectievelijk wonend te [plaats] ,

appellanten,

tevens incidenteel geïntimeerden,

advocaat: mr. P.F. Hopman te Amsterdam,

tegen

VERENIGING BELANGENBEHARTIGING PARTICIPANTEN HUNGRY EYE C.V. 9,

gevestigd te Zeist,

geïntimeerde,

tevens incidenteel appellante,

advocaat: mr. J. de Graaf te Nijmegen.

1 Het geding in hoger beroep

Principaal appellanten worden hierna gezamenlijk DFF c.s. en afzonderlijk DFF en [bestuurder S] genoemd, principaal geïntimeerde wordt de Vereniging genoemd.

Voor het verloop van het geding tot de datum van het in deze zaak gewezen incidenteel arrest van 8 april 2014 wordt naar dat arrest verwezen.

Partijen hebben vervolgens nog de volgende stukken ingediend:

- memorie van antwoord, tevens houdende incidenteel appel (wijziging van eis), met producties;

- memorie van antwoord in incidenteel appel.

Partijen hebben hun zaak ter zitting van het hof van 2 december 2014 door hun voornoemde advocaten doen bepleiten, ieder aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnotities.

Ten slotte is arrest gevraagd.

DFF c.s. hebben, voor zover thans nog van belang, geconcludeerd dat het hof - uitvoerbaar bij voorraad - het bestreden vonnis zal vernietigen en de vordering van de Vereniging alsnog zal afwijzen, met beslissing over de proceskosten.

De Vereniging heeft geconcludeerd primair dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - de in haar memorie geformuleerde vordering alsnog zal toewijzen, subsidiair dat het hof het vonnis waarvan beroep zal bekrachtigen en meer subsidiair dat het hof de vordering zoals in haar memorie onder “meer subsidiair” geformuleerd zal toewijzen, alles met - uitvoerbaar bij voorraad - beslissing over de proceskosten.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

Dit arrest is in aansluiting op de pleitzitting gewezen. Bij het op schrift stellen en uitspreken daarvan is vertraging ontstaan.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.20 de vaststaande feiten vermeld die zij bij de beoordeling van deze zaak tot uitgangspunt heeft genomen. In de toelichting op grief I stellen DFF c.s. dat enkele feiten ten onrechte onderbelicht zijn gebleven en dat de feitenweergave (naar het hof begrijpt als gevolg daarvan) onvolledig en op onderdelen onjuist is. Het hof zal met dit bezwaar en de reactie daarop van de Vereniging rekening houden. Voor het overige zijn de feiten in hoger beroep niet in geschil en dienen deze ook het hof als uitgangspunt. Rechtsoverweging 3.1 bevat een, met name met betrekking tot de inhoud van het prospectus en de vertegenwoordiging van [R.] Films, enigszins aangepaste weergave daarvan.

3 Beoordeling

3.1.(i) Bij notariële akte van 3 januari 2000 is - als onderdeel van de gelijktijdige oprichting van een veertigtal gelijksoortige CV’s - de commanditaire vennootschap “Hungry Eye Lowland Pictures CV 9” (hierna: CV 9) opgericht.

(ii) Hungry Eye Lowland Pictures B.V. (hierna: HELP) is de beherend vennoot van CV 9 (en een aantal andere Film-CV’s). Enig aandeelhouder en bestuurder van HELP is Hungry Eye Lowland Beheer B.V. Enig aandeelhouder en bestuurder van Hungry Eye Lowland Beheer B.V. is Hungry Eye Film B.V., van welke laatste vennootschap enig aandeelhouder en bestuurder [C.] Management B.V. is. [C.] is enig aandeelhouder en bestuurder van [C.] Management B.V.

(iii) HELP heeft via de uitgifte van een prospectus (hierna: het prospectus) eind 2001 investeerders (hierna: de participanten) bereid gevonden te investeren, via de deelname aan CV 9, in de productie van een film met de titel ‘Deadline’ (hierna ook: de film).

(iv) Het prospectus vermeldt in hoofdstuk 8 een te verwachten opbrengt van (minstens) € 8.283,76 (NLG 18.255,-) per participatie, te realiseren door middel van een gegarandeerde minimum opbrengt (NLG 9.250,-) en een belastingbesparing en voordeel (NLG 8.710,- respectievelijk NLG 295,-), hetgeen een rendement op de door participanten gedane investering (NLG 16.750,-) zou opleveren van NLG 1.505,-.

DFF is blijkens de in het prospectus opgenomen definitie de internationale verkoopmaatschappij die een lening zal verstrekken en/of een garantie zal afgeven tot de hoogte van de minimum opbrengstgarantie van de speelfilm.

( v) Als bijlage E bij het prospectus is opgenomen een “Raamovereenkomst Hungry Eye Lowland Pictures B.V. en Dutch Film Finance B.V.”

Op 20 augustus 2001 is door de genoemde partijen een overeenkomst getekend die overeenstemt met de in het prospectus opgenomen overeenkomst. Ter uitwerking van deze raamovereenkomst is tussen deze partijen op 19 december 2001 een tweede overeenkomst gesloten. In deze overeenkomst is - onder meer - het volgende opgenomen:

“(...) In overweging nemende dat, tussen partijen een raamovereenkomst is gesloten op 20 augustus 2001, welke overeenkomst onderdeel uitmaakt van het prospectus van het Hungry Eye Film Fonds d.d. 10 september 2001, HELP de film ‘Deadline’ zal gaan coproduceren, met een totaal productiebudget van Euro 11.955.000,- waarvan 40% voor rekening van HELP zal komen, DFF zorg zal dragen voor een deel van de financiering en opbrengstgarantie van de film tot een bedrag van Euro 2.516.469,27 in de vorm van een lening en Euro 1.338.992,73 in de vorm van een opbrengstgarantie, komen als volgt overeen:

artikel 1 DFF zal een bedrag van Euro 3.855.462,- in termijnen ter beschikking stellen aan HELP, mits HELP een (co)production services agreement zal zijn aangegaan met [R.] Films SA.

artikel 2 De betaling van de termijnen zal geschieden als volgt:

1. Eerste termijn: Euro 166.469,27 binnen 14 dagen nadat HELP een betaling van minimaal Euro 1.410.000,- aan [R.] Films zal hebben verricht en laatstgenoemde de ontvangst daarvan aan DFF heeft bevestigd.
2. Tweede t/m zesde termijn: Euro 470.000,- per termijn (...), telkens wanneer HELP zal hebben aangetoond een bedrag van Euro 470.000,- aan de productie te hebben besteed.
3. Zevende termijn: Euro 1.338.992,73 binnen 4 maanden na levering van de film door HELP aan DFF.

artikel 3 De film zal worden opgeleverd voor 1 oktober 2002 en zal ter beschikking worden gesteld voor exploitatie aan DFF. DFF zal het alleenrecht hebben om de aan HELP toebehorende rechten van de film aan derden in licentie te geven.

artikel 4 De aflossing van de lening zal uitsluitend geschieden uit de opbrengsten van de film. Alle opbrengsten zullen allereerst worden aangewend ter aflossing van de lening.”

(vi) Op 1 november 2001 hebben HELP en [R.] Films SA (hierna: [R.] Films) betreffende CV 9 een Short Form Option Agreement en een Short Form Assignment gesloten. Deze stukken zijn namens [R.] Films ondertekend door haar ‘president’ L. Boeken (hierna Boeken).

(vii) Op 20 december 2001 hebben HELP en [R.] Films betreffende CV 9 een Production Services Agreement gesloten met betrekking tot de productie door [R.] Films van de film ‘Deadline’.

(viii) Op 20 december 2001 heeft [bestuurder S] , namens DFF met [R.] Films een overeenkomst gesloten (hierna: de licentieovereenkomst) die kort gezegd inhield dat [R.] een exclusieve licentie op de film verkreeg voor een periode van 28 jaar tegen een licence fee van 91% van het ‘final approved budget’.

(ix) Een door de FIOD bij een doorzoeking van het kantoor van DFF aangetroffen notitie luidt als volgt:

“ [L.] Boeken

Fax (…)
Amsterdam, 4 december 2000

Beste [L.] ,

Bijgaand tracht ik een zo volledig mogelijk overzicht te geven van de diverse stappen, transacties en contracten. Inmiddels zijn er fiscaal en juridisch een aantal eisen verzacht, waardoor wij een ‘geldcaroussel’ via de notaris tot stand kunnen brengen die aan alle Nederlandse eisen voldoet.

De geldstroom

Bij de notaris zullen alle gelden op één moment samen dienen te komen. De notaris zorgt vervolgens voor de juiste distributie van het geld. De notaris verbindt zich om de financiële toezeggingen van een aantal overeenkomsten uit te voeren. Je moet je hier een soort transactie bij voorstellen, zoals een notaris verricht bij koop en verkoop van een huis waarop een hypotheek rust.

Indien we als voorbeeld een film van US$ 1 M nemen, en als koers 1 US $ = 1.10 Euro, dan zouden de bedragen als volgt luiden:

US$ 790.000,- (zijnde US$ 785.000,- + US$ 5.000,- in verband met het renteverschil) zou door de koper aan de notaris dienen te worden overgemaakt ten behoeve van DFF.

Dit is de bekende 78,5%.

Euro 115.500,- dient eveneens ten behoeve van DFF door de koper te worden overgemaakt aan de notaris. Dit is de 11%, doch zoals de 78,5% met 0,5% is verhoogd, is de 11% met 0,5% verlaagd.

Het geheel komt dan toch neer op 89,5%, zoals eerder beloofd.

Aan deze storting ligt ten grondslag...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT