Uitspraak Nº 200.149.612_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2016-11-29
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2016:5306 |
Docket Number | 200.149.612_01 |
Date | 29 Noviembre 2016 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Afdeling civiel recht
zaaknummer HD 200.149.612/01
arrest van 29 november 2016
in de zaak van
Ennatuurlijk B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellante in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als Ennatuurlijk,
advocaat: mr. G.J.S. Bouwens te 's-Hertogenbosch,
tegen
Stichting Pensioenfonds Metaal en Techniek,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als PMT,
advocaat: mr. D.A.W. van Dijk te Amsterdam,
op het bij exploot van dagvaarding van 1 mei 2014 door Ennatuurlijk als rechtsopvolgster onder algemene titel door afsplitsing van Essent Local Energy Solutions B.V. (hierna: Essent) ingeleide hoger beroep van het tussenvonnis van 20 maart 2013 en het eindvonnis van 5 februari 2014 van de rechtbank Oost-Brabant, gewezen tussen Essent als gedaagde en PMT als eiseres.
Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnissen.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
-
-
de dagvaarding in hoger beroep;
-
-
de akte van Ennatuurlijk van 27 mei 2014 met één productie;
-
-
de memorie van grieven met één productie;
-
-
de memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep met één productie;
-
-
de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep;
-
-
het pleidooi, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;
-
-
de bij brief van 20 februari 2015 toegezonden productie (nr. 20) die namens PMT bij het pleidooi in het geding is gebracht.
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.
in principaal en incidenteel hoger beroep
De rechtbank heeft in rechtsoverweging 2.1 tot en met 2.5 van het eindvonnis vastgesteld welke feiten tussen partijen vaststaan. Grief 1 is onder meer gericht tegen twee verschrijvingen in dit feitenoverzicht (mvg, nrs. 6 en 9). PMT heeft de gestelde verschrijvingen niet betwist. Het hof zal deze verschrijvingen hierna herstellen.
Grief 1 is overigens ook gericht tegen twee andere verschrijvingen in het vonnis, te weten de vermelding van een verkeerd jaartal bij de vindplaats van een arrest van de Hoge Raad en het noemen van een verkeerd wetsartikel (5:50 BW in plaats van 5:20 BW) in de weergave van het verweer van Essent. Het hof zal het vonnis op dit punt verbeterd lezen.
Grief 1 is dus gegrond, maar dit enkele feit leidt nog niet tot vernietiging van het eindvonnis.
Voor het overige zijn geen grieven aangevoerd tegen de door de rechtbank vastgestelde feiten. Het hof zal daarom ook van die feiten uitgaan, met inachtneming van het bovenstaande. Het hof zal hierna een samenvatting geven van de relevante feiten die tussen partijen vaststaan.
3.1.2.
-
PMT is eigenaar en verhuurder van 134 woningen in de wijk De Wisselaar in [plaats] .
-
De grond waarop de woningen zijn gebouwd is bij notariële akte van 5 januari 1966 (hierna: de akte) door de gemeente Breda geleverd aan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Bouwnijverheid. De stichting heeft de woningen laten bouwen. PMT is de rechtsopvolgster van de stichting.
-
In de wijk functioneert een wijkverwarmingssysteem waarbij warmte afkomstig van de Amercentrale door Ennatuurlijk (als rechtsopvolgster van Essent) wordt geleverd aan de huurders van PMT door middel van een leidingnet waarop de woningen van PMT zijn aangesloten. De huurders ontvangen van Ennatuurlijk een factuur voor de kosten. Het energieverbruik wordt verrekend op basis van een warmtekostenverdeelsysteem. Dit houdt in dat er op een hoofdmeting wordt afgerekend en dat per woning de kosten worden omgeslagen via de opgenomen standen van de doprimometers die zijn aangebracht op de radiatoren van de huurders.
-
De structuur van het leidingnet is als volgt:
-
-
Vanaf de Amercentrale wordt de warmte via een leiding getransporteerd naar een voor de wijk centraal ketelhuis, het warmtestation. Ennatuurlijk is eigenaar van deze leiding en het warmtestation. Zij onderhoudt die.
-
-
Vanaf het warmtestation lopen er leidingen naar de straten waar telkens een groep woningen is aangesloten op een blokafsluitkraan die zich onder de openbare weg bevindt. Ennatuurlijk is eigenaar van de leidingen tussen het warmtestation en de blokafsluitkranen. Zij onderhoudt deze leidingen. Deze leidingen worden hierna aangeduid als ‘hoofdleidingen’.
-
-
Vanaf de blokafsluitkraan gaat er een leiding richting de individuele woningen. De woningen zijn op deze leiding aangesloten. In de kruipruimte onder de woningen bevindt zich per woning een afsluitkraan. De leidingen die lopen tussen de blokafsluitkraan en de afsluitkranen onder de woningen, liggen voor een deel onder de openbare weg, die eigendom is van de gemeente, en voor een deel in de kruipruimten onder de woningen. Deze leidingen liggen deels op of in de grond die eigendom is van PMT. Deze leidingen worden hierna aangeduid als ‘blokleidingen’.
PMT heeft Essent in rechte betrokken en gevorderd, samengevat:
-
voor recht te verklaren dat de kosten van onderhoud c.q. vervanging van de blokleidingen gelegen tussen de afsluitkranen van de 134 woningen en de blokafsluitkranen voor rekening van Essent komen;
-
voor recht te verklaren dat Essent PMT dient te vrijwaren voor alle schade van PMT als gevolg van de vertraging die is ontstaan in het onderhoud en de reparaties ter zake de blokleidingen, vanaf het eerste moment dat PMT dit aan Essent heeft verzocht, althans vanaf de datum van de dagvaarding;
-
Essent te veroordelen om binnen vier weken na betekening van het te wijzen vonnis een voorstel te doen ter uitvoering van de onder 1. bedoelde verplichting inhoudende een technische werkbeschrijving van de aard en omvang van de werkzaamheden alsmede een planning, op straffe van een dwangsom;
-
Essent te veroordelen om binnen twee weken na betekening van het te wijzen vonnis aan te vangen met het vervangen van c.q. indien en voor zover vervanging niet noodzakelijk is, het plegen van adequate herstelwerkzaamheden aan de blokleidingen ten aanzien van de 134 woningen, op straffe van een dwangsom,
met veroordeling van Essent in de proceskosten en de nakosten.
PMT heeft aan haar vorderingen, kort samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. De blokleidingen zijn ernstig verouderd en moeten worden onderhouden c.q. vervangen. Essent is verplicht om de blokleidingen te onderhouden c.q. te vervangen. Deze verplichting volgt voor Essent uit de door haar rechtsvoorgangster, de gemeente Breda, met de rechtsvoorgangster van PMT gesloten akte en de daarin opgenomen erfdienstbaarheid. Essent is hier ook toe verplicht omdat zij op grond van artikel 5:20 lid...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT