Uitspraak Nº 200.153.598/01. Gerechtshof Amsterdam, 2015-12-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2015:5411
Date22 Diciembre 2015
Docket Number200.153.598/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.153.598/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam: C/13/498050 HA ZA 11-2385

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 december 2015

inzake

[appellant] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellant in het principale beroep,

geïntimeerde in het incidentele beroep,

advocaat: mr. L. Cohen te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde],

wonend te [woonplaats] ,

geïntimeerde in het principale beroep,

appellante in het incidentele beroep,

advocaat: mr. J.C. Daniëls te Amsterdam.

Partijen worden hierna [appellant] en [geïntimeerde] genoemd.

1 Het verloop van het geding in hoger beroep

[appellant] is bij dagvaarding van 29 juli 2014 in hoger beroep gekomen van de vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 27 juni 2012, 13 november 2013 en 30 april 2014, in deze zaak onder bovengenoemd zaak-/rolnummer gewezen tussen [geïntimeerde] als eiseres en [appellant] als gedaagde (hierna afzonderlijk aangeduid als respectievelijk het eerste tussenvonnis, het tweede tussenvonnis en het eindvonnis).

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met productie;

- memorie van antwoord tevens incidenteel appel, met producties;

- memorie van antwoord in incidenteel appel, met productie.

Partijen hebben de zaak ter zitting van het hof van 24 september 2015 doen bepleiten, beiden door hun voornoemde advocaat; beide advocaten hebben daarbij pleitnotities in het geding gebracht.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellant] heeft in het principale beroep geconcludeerd dat het hof de vonnissen waarvan beroep zal vernietigen en (het hof begrijpt:) de vorderingen van [geïntimeerde] zal afwijzen, met – uitvoerbaar bij voorraad – beslissing over de proceskosten.

[geïntimeerde] heeft in het principale beroep geconcludeerd tot bekrachtiging van de vonnissen waarvan beroep en in het incidentele beroep geconcludeerd dat het hof de vonnissen waarvan beroep zal vernietigen en bij arrest, uitvoerbaar bij voorraad, kort gezegd, primair [appellant] – op straffe van verbeurte van een dwangsom – zal veroordelen om de nodige (herstel)werkzaamheden te laten verrichten aan de dekvloer van zijn appartement conform de aanwijzingen in het rapport van het Geluidburo, met inachtneming van de wettelijke normen en de eisen van de splitsingsakte en de bouwvergunning, en subsidiair [appellant] zal veroordelen om de kosten te vergoeden van het door [geïntimeerde] in haar appartement aan te passen plafond conform de aanwijzingen in het rapport van het Geluidburo, met beslissing over de proceskosten inclusief de nakosten.

[appellant] heeft in het incidentele beroep geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van [geïntimeerde] , met beslissing over de proceskosten inclusief de nakosten.

Beide partijen hebben in het principale en incidentele beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 De feiten

De rechtbank heeft in het eerste tussenvonnis onder 2.1 tot en met 2.6 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt genomen. Omdat die feiten tussen partijen niet in geschil zijn, zal ook het hof daarvan uitgaan.

3 De beoordeling
3.1.

Het gaat in deze zaak om het volgende.

( i) [appellant] woont sinds september 2009 in een appartement op de vierde verdieping van een pand aan het [adres] .

(ii) [geïntimeerde] woont sinds april 2010 in een appartement op de derde verdieping van hetzelfde pand, direct onder het appartement van [appellant] .

(iii) [geïntimeerde] ervaart in haar appartement geluidsoverlast als gevolg van dagelijkse activiteiten in het appartement van [appellant] .

(iv) Artikel 17 lid 5 van de akte van splitsing die op de appartementen van partijen van toepassing is (verder: de splitsingsakte) luidt, voor zover hier relevant, als volgt:

“De vloerbedekking van de privé gedeelten, voor zover deze betrekking heeft op appartementsscheidende vloeren, dient van een zodanige samenstelling te zijn dat contactgeluiden zoveel mogelijk worden tegengegaan.

Bij vervanging van de bestaande (harde) vloerbedekking – voor zover het betrekking heeft op appartementsscheidende vloeren – is het niet toegestaan parket, laminaat, plavuizen of marmeren vloeren en dergelijke aan te brengen op andere plaatsen dan in de sanitaire ruimten, tenzij wordt aangetoond dat de contactgeluidsisolatie van de kale vloer inclusief vloerbedekking een waarde bereikt van Ico-tien decibel (10db) of meer. Dit betekent dat het hebben van harde vloerbedekking als voren bedoeld uitsluitend is toegestaan wanneer zij op deskundige wijze is gelegd als een zogenaamd ‘zwevende vloer’, zodat zij niet in rechtstreeks contact staat met de ondervloer of de wanden en er geen hinder kan ontstaan voor de overige eigenaren of gebruikers van de overige appartementsrechten.”

( v) Ondanks sommaties van de zijde van [geïntimeerde] en een mediationprocedure zijn partijen tot op heden niet tot overeenstemming gekomen.

3.2.

[geïntimeerde] heeft in eerste aanleg gevorderd, kort gezegd, dat de rechtbank voor recht verklaart dat [appellant] aansprakelijk is voor de door [geïntimeerde] geleden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT