Uitspraak Nº 200.163.591. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2017-01-31

ECLIECLI:NL:GHARL:2017:645
Date31 Enero 2017
Docket Number200.163.591
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.163.591

(zaaknummer rechtbank 2470845)

arrest van 31 januari 2017

in de zaak van

de stichting Stichting Ambulancezorg Noord en Oost Gelderland,

gevestigd te Zutphen,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: de Stichting,

advocaat: mr. P.Th. Sick,

tegen:

1 [geïntimeerde 1] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

2 [geïntimeerde 2] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

3 [geïntimeerde 3] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

4 [geïntimeerde 4] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

5 [geïntimeerde 5] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

6 [geïntimeerde 6] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

7 [geïntimeerde 7] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

8 [geïntimeerde 8] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

9 [geïntimeerde 9] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

10 [geïntimeerde 10] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

11 [geïntimeerde 11] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

12 [geïntimeerde 12] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

13 [geïntimeerde 13] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

14 [geïntimeerde 14] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

15 [geïntimeerde 15] ,

wonende te [plaatsnaam] ,

geïntimeerden in het principaal hoger beroep,

appellanten in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eisers,

hierna: [geïntimeerden] ,

advocaat: mr. R.A. Uhlenbusch.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 9 juli 2014 dat de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Zutphen) tussen partijen heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 6 oktober 2014,

- de memorie van grieven (met productie),

- de memorie van antwoord/tevens memorie van grieven in incidenteel hoger beroep (met productie),

- de memorie van antwoord in incidenteel hoger beroep,

- de schriftelijke pleidooien overeenkomstig de pleitnotities d.d. 23 februari 2016.

2.2

Vervolgens hebben partijen de stukken voor het wijzen van arrest aan het hof overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

2.3

De Stichting vordert in het principaal hoger beroep dat het hof bij arrest, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, (het hof leest:) het bestreden vonnis van de rechtbank geheel zal vernietigen, en, opnieuw rechtdoende, alsnog [geïntimeerden] in hun vordering niet-ontvankelijk zal verklaren, althans hen die zal ontzeggen, onder hun veroordeling in de proceskosten in beide instanties.

2.4

[geïntimeerden] vorderen in het incidenteel hoger beroep dat het hof (het hof leest:) het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende bij arrest, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, alsnog (het hof leest:) de Stichting zal veroordelen tot betaling van
primair:
A. het bedrag (maaltijdvergoeding) à € 17,- netto per dag dat zij een 24-uursdienst gedraaid hebben, (met terugwerkende kracht) van 1 januari 2011 tot 1 juli 2013. Op dit bedrag dient in mindering worden gebracht het brutobedrag dat de Stichting reeds in het kader van het advies van de Commissie Hardheidsclausule aan hen heeft betaald;

B. de vergoeding voor reistijd anders dan reizen tussen huis en de eigen standplaats conform het roosterreglement 2004, (met terugwerkende kracht) vanaf 1 januari 2011 tot de dag dat de arbeidsovereenkomst(en) geëindigd zal (zullen) zijn;

subsidiair:

C. de vergoeding voor reistijd anders dan reizen tussen huis en de eigen standplaats conform het roosterreglement 2004, (met terugwerkende kracht) vanaf 1 januari 2011 tot 1 januari 2013;

meer subsidiair:

D. bedragen ter zake het (vervallen van) de hiervoor genoemde vergoedingen volgens een naar billijkheid door het hof vast te stellen overgangsregeling;

in alle gevallen:

E. voornoemde vorderingen te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het moment van de opeisbaarheid tot aan de dag der algehele voldoening en de buitengerechtelijke incassokosten ad € 363,-;

F. in het (het hof leest:) arrest reeds bij voorbaat een bevelschrift op te nemen ex artikel 237 lid 4 Wetboek van Rechtsvordering ten behoeve van inning van de nakosten in het onderhavige geding.

3 De vaststaande feiten
3.1

[geïntimeerden] werken op basis van een arbeidsovereenkomst als ambulancechauffeur of ambulanceverpleegkundige bij de Stichting.

3.2

In 2004 en 2010 is een roosterreglement tot stand gekomen waarin onder meer het volgende is bepaald:

- roosterreglement 2004:

“(…) Lunches en diners tijdens diensten

(…)

In geval van het draaien van 24 uurs diensten krijgt de medewerker een vergoeding die na overleg met de belastingdienst wordt vastgesteld. Momenteel is die vergoeding gebaseerd op € 17,00 per dag. Gedurende de dienst zorgt de werknemer zelf voor zijn lunch, diner en avondbesteding.

(…)

Tabel reiskosten en reisuren

In principe is elke werknemer gekoppeld aan een vaste standplaats. Op het moment dat de werknemer ingezet wordt op een andere standplaats dan kan de medewerker de kilometers en reistijd declareren volgens een vast aantal kilometers en reistijd. Deze tabel is als bijlage toegevoegd aan het roosterreglement.

(…)

In het roosterreglement 2010 is bij beide vergoedingen een verwijzing naar de collectieve arbeidsovereenkomst (hierna: cao) opgenomen.

3.3

Met ingang van 1 januari 2011 is de CAO Sector Ambulancezorg 2011 - 2013 (hierna: de CAO 2011) van kracht geworden. Blijkens de Preambule van de CAO vormt de directe aanleiding voor de totstandkoming daarvan de inwerkingtreding van de Wet ambulancezorg en is het aantal cao’s binnen de sector Ambulancezorg met deze CAO teruggebracht van vier naar één. Bij besluit van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 27 december 2010 is de CAO 2011 met ingang van 1 januari 2011 algemeen verbindend verklaard tot en met 31 december 2012. In de CAO 2011 zijn geen regelingen opgenomen ter zake vergoedingen voor maaltijden en reiskosten zoals voorkomend in het roosterreglement.

In de CAO 2011 is onder meer het volgende bepaald:

Preambule

Voor u ligt de sector-cao Ambulancezorg. De bij de cao betrokken partijen zijn er in geslaagd om het aantal cao’s binnen de sector Ambulancezorg terug te brengen van vier tot één. Deze cao regelt de arbeidsvoorwaarden voor alle medewerkers binnen de sector. De hoofdlijnen van de cao zijn partijen overeengekomen in een Sociaal Akkoord sector ambulancezorg op 19 mei 2009 en een Principe Akkoord sector ambulancezorg op

11 november 2009, welke akkoorden als bijlage V aan deze cao zijn gehecht.

De directe aanleiding voor de totstandkoming van de cao vormt de toekomstige inwerkingtreding van de Wet ambulancezorg. De cao stelt de werkgevers in staat om vanuit een gelijkwaardige uitgangspositie in te schrijven op de te verlenen vergunningen. (…)

Voor het eerst zijn de arbeidsvoorwaarden voor zowel publieke als private werknemers in materiële zin gelijk en worden deze geregeld in één cao. (…)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

(…)

Artikel 1.4 Standaardkarakter

De bepalingen in deze cao hebben een standaardkarakter. Dit betekent dat werkgevers en werknemers niet van de standaardbepalingen kunnen afwijken, tenzij in de betreffende bepaling anders is geregeld.

(…)

Artikel 1.6 Interpretatiecomissie cao

Het kan voorkomen dat werkgever en werknemer het niet eens zijn over de wijze waarop een of meer bepalingen uit deze cao moeten worden gelezen of uitgelegd. Als zij daar in onderling overleg niet uitkomen, kunnen zij hun meningsverschil voorleggen aan de Interpretatiecommissie cao. (…) De Commissie geeft binnen twee maanden nadat het geschil aan haar is voorgelegd een bindend advies af. (…)

Hoofdstuk 4 Salaris/toeslagen/vergoedingen, tegemoetkomingen en regelingen/bovenwettelijke werkloosheidsuitkering

(…)

Bijlage V Sociaal Akkoord sector ambulancezorg van 19 mei 2009 en Principe Akkoord sector ambulancezorg van 11 november 2009

Sociaal Akkoord sector ambulancezorg

(…)

2. Het sociaal akkoord bevat drie nauw samenhangende onderdelen die in verband met de overgang naar het nieuwe systeem van vergunningverlening in acht zullen worden genomen door de huidige en nieuwe vergunninghouders:

- het garanderen van de werkgelegenheid van het huidige personeel;

- het overeenkomen en toepassen van één cao voor de gehele sector, die op het moment van inwerkingtreding kostenneutraal zal moeten zijn ten opzichte van de thans geldende cao’s;

(…)

4. De primaire arbeidsvoorwaarden worden op het moment van overgang naar de nieuwe cao gegarandeerd. (…)

Wat betreft de overige secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden zullen de verschillende bepalingen in de huidige cao’s geharmoniseerd worden en van nieuwe inbreng voorzien, zonder dat dit per saldo tot hogere totale kosten leidt ten opzichte van de kosten van deze bepalingen in de huidige cao’s.

(…)

7....

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT