Uitspraak Nº 200.166.017/01. Gerechtshof Den Haag, 2015-07-08

ECLIECLI:NL:GHDHA:2015:2474
Date08 Julio 2015
Docket Number200.166.017/01
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Uitspraak : 2 september 2015

Zaaknummer : 200.166.017/01

Rekestnummer rechtbank : FA RK 14-4565

Zaaknummer rechtbank : C/09/467904

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat mr. S.W. Hu te Den Haag,

tegen

1. [de vrouw] ,

hierna ook te noemen: de vrouw,

2. [de jongmeerderjarige] ,

hierna ook te noemen: de jongmeerderjarige,

beiden wonende te [woonplaats] ,

verweerders in hoger beroep,

hierna gezamenlijk te noemen: verweerders,

advocaat mr. V.L.T. van Roy te Leiden.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De man is op 9 maart 2015 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 8 december 2014 van de rechtbank Den Haag.

De vrouw heeft op 6 mei 2015 een verweerschrift ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de man:

  • -

    op 15 april 2015 een V-formulier van diezelfde datum met bijlage;

  • -

    op 18 juni 2015 een V-formulier van 17 juni 2015 met bijlagen;

  • -

    op 19 juni 2015 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen;

  • -

    op 25 juni 2015 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen;

van de zijde van de vrouw:

- op 7 juli 2015 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen.

De zaak is op 8 juli 2015 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- verweerders, bijgestaan door hun advocaat.

Beide advocaten hebben ter zitting pleitnotities overgelegd.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.

Bij die beschikking is – met wijziging in zoverre van de onderling getroffen regeling en de beschikking van de rechtbank Den Haag van 31 januari 2007 – de door de man met ingang van 17 juni 2014 te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de jongmeerderjarige op € 300,- per maand bepaald. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. In geschil is de door de man aan de vrouw tot 31 maart 2014 te betalen bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de (toentertijd nog minderjarige) jongmeerderjarige, alsmede de vanaf die datum aan de jongmeerderjarige te betalen bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie van de (thans) jongmeerderjarige (hierna gezamenlijk ook: de alimentatie of de bijdrage).

2. De man verzoekt het hof de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, voor zover de wet dit toelaat uitvoerbaar bij voorraad, met wijziging van de (het hof begrijpt:) beschikking van 31 januari 2007:

  • -

    primair de overeenkomst en overeengekomen kinderalimentatie en de eenzijdige betalingen verricht door de man vanaf (het hof begrijpt:) 1 november 2006 tot 10 april 2007 te vernietigen en de bijdrage van de man vanaf 1 november 2006 te bepalen op € 69,- per maand, althans een in goede justitie te bepalen bedrag; en voorts te bepalen dat de vrouw aan de man betaalt het bedrag van, althans te bepalen dat de man het bedrag van € 26.188,23, althans een in goede justitie te bepalen bedrag kan verrekenen met de bijdrage die de man aan de vrouw c.q. de jongmeerderjarige verschuldigd is c.q. wordt; althans de bijdrage van de man vanaf 17 juni 2014 te bepalen op nihil;

  • -

    subsidiair de overeengekomen bijdrage van de man met ingang van 10 april 2007 te wijzigen in € 69,-, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en voorts te bepalen dat de man het bedrag van € 24.097,77, althans een in goede justitie te bepalen bedrag kan verrekenen met de bijdrage die de man aan de vrouw c.q. de jongminderjarige verschuldigd is, c.q. wordt; althans de bijdrage van de man vanaf 17 juni 2014 te bepalen op nihil;

  • -

    meer subsidiair de overeengekomen bijdrage van de man met ingang van 1 december 2013 te wijzigen in nihil.

3. Verweerders verweren zich daartegen en verzoeken het hof het hoger beroep van de man af te wijzen, althans ongegrond te verklaren en de bestreden beschikking, eventueel met aanpassing van de gronden, te bekrachtigen.

Dwaling

4. De man stelt zich primair op het standpunt dat het echtscheidingsconvenant onder dwaling tot stand is gekomen. Volgens hem zijn de behoefte van de jongmeerderjarige en de draagkracht van partijen destijds niet correct door mr. Vermeulen berekend, waardoor de door hem betaalde alimentatie te hoog is geweest. Ook ging de man er vanuit dat mr. Vermeulen zowel hem als de vrouw bijstond, maar is achteraf gebleken dat de advocaat alleen namens de vrouw optrad. De vrouw had de man hierover moeten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT