Uitspraak Nº 200.166.039_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2016-04-26

ECLIECLI:NL:GHSHE:2016:1662
Docket Number200.166.039_01
Date26 Abril 2016
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.166.039/01

arrest van 26 april 2016

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

appellant,

hierna aan te duiden als [appellant] ,

advocaat: mr. C.M.V.M. Ketelaars te Tilburg,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats 2] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. R.P.M. van Leeuwen te Amsterdam,

op het bij exploot van dagvaarding van 27 februari 2015 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van 6 februari 2014 en 4 december 2014, door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats Eindhoven , gewezen tussen [appellant] als eiser en [geïntimeerde] als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2304261/CV EXPL 13-11464)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep;

  • -

    de memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis, met een productie;

  • -

    de memorie van antwoord.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

  • -

    [appellant] is eigenaar van de onroerende zaak gelegen te [vestigingsplaats 1] aan de [adres 1] , bestaande uit een showroom, kantoorruimte, werkplaats en kantine (hierna: de bedrijfsruimte). De bedrijfsruimte heeft een totaaloppervlakte van 249 m2.

  • -

    [appellant] heeft de heer [makelaar] (hierna: [makelaar] ), verbonden aan [Makelaars] Makelaars en Taxateurs te [vestigingsplaats 2] , opdracht gegeven een huurder te zoeken voor de bedrijfsruimte.

  • -

    [makelaar] is in contact gekomen met DierenDokters Holding B.V. (hierna: DierenDokters) te [vestigingsplaats 3] . Namens DierenDokters heeft mr. [gemachtigde] (hierna: [gemachtigde] ) onderhandelingen gevoerd met [makelaar] ten behoeve van [geïntimeerde] die lid is van DierenDokters.

  • -

    Na onderhandelingen heeft [makelaar] op 23 augustus 2011 een concepthuurovereenkomst aan DierenDokters gezonden ter zake de huur door [geïntimeerde] van een deel van de bedrijfsruimte. In artikel 3 van deze concepthuurovereenkomst wordt uitgegaan van een eerste huurperiode van 5 jaar, voort te zetten met een tweede huurperiode van 5 jaar en daarna met aansluitende perioden van telkens twee jaar. In het concept is geen ingangsdatum ingevuld.

  • -

    Bij e-mail van 12 september 2011 heeft [gemachtigde] het volgende aan [makelaar] medegedeeld:

“Is een 10 + 5 jaar constructie mogelijk? Daarnaast is mij na het bestuderen van uw brochure niet duidelijk of een dierenkliniek binnen het huidige bestemmingsplan valt. Immers is geen lijst van categorie 2 bedrijven bijgevoegd.

Wellicht dat u op deze vragen antwoord kunt geven.”

- Bij e-mail van 15 september 2011 heeft [makelaar] het volgende aan [gemachtigde] bericht:

“10 + 5 jaar is akkoord.

Graag verneem ik hoeveel tijd u ongeveer denkt nodig te hebben om het bestemmingsplan te doorgronden. Hierna kan ik de overeenkomst verder opmaken waarbij ik graag van u de ontbrekende gegevens van de huurder ontvang.”

- Bij e-mail van 20 september 2011 heeft [gemachtigde] het volgende aan [makelaar] bericht:

“Helaas valt een dierenkliniek niet onder "B1". Wij moeten daarom een ontheffing aanvragen. Deze wordt vandaag ingediend. Indien de eigenaar de huurovereenkomst zou willen tekenen met een ontbindingsclausule indien geen ontheffing wordt verleend, is mevrouw [geïntimeerde] bereid de huurovk te tekenen. Graag uw spoedige bericht.”

  • -

    Van de zijde van [appellant] is daarop aan [gemachtigde] kenbaar gemaakt dat [appellant] niet bereid was om een huurovereenkomst te ondertekenen met daarin een ontbindende voorwaarde.

  • -

    Bij e-mail van 28 maart 2012 heeft [makelaar] aan [gemachtigde] het volgende geschreven:

“Mogelijk kunt u me berichten over de stand van zaken mbt [adres 1] in [vestigingsplaats 1] .”

Bij e-mail van 29 maart 2012 heeft [gemachtigde] als volgt op de mail van [makelaar] gereageerd:

“Inmiddels beschikken wij over een ontheffing. Echter moeten wij nog zes weken wachten (nu nog vijf) eer de bezwaar termijn is verstreken.”

  • -

    Bij e-mail van 2 april 2012 heeft [gemachtigde] aan [makelaar] gevraagd of het mogelijk zou zijn alleen de begane grond van de bedrijfsruimte te huren. [appellant] is hiermee niet akkoord gegaan.

  • -

    Bij e-mail van 25 april 2012 heeft [makelaar] [gemachtigde] een concept huurovereenkomst toegezonden die vrijwel geheel gelijkluidend is aan de op 23 augustus 2011 toegezonden huurovereenkomst. Ook in dit concept wordt uitgegaan van een huurperiode van, kort gezegd, 5+5 jaar. In dit concept is als ingangsdatum 1 mei 2012, als einddatum van de eerste huurperiode 30 april 2017 en als einddatum van de tweede huurperiode 30 april 2022 genoemd. Voorts zijn op enkele andere plaatsen in dit concept data of gegevens ingevuld die aansluiten bij een start van de huurperiode op 1 mei 2012.

  • -

    Bij e-mail van 26 april 2012 heeft [gemachtigde] het volgende aan [makelaar] bericht:

“De gegevens van mevrouw [geïntimeerde] zijn:

Mevrouw drs. [geïntimeerde] t.h.o.d.n. DierenDokters [vestigingsplaats 1] Noord

[adres 2]

[postcode] [woonplaats 2]

Voor het overige treft u hierbij haar verdere gegevens aan. Graag bericht of e.e.a. toereikend is voor het opmaken van de huurovk.”

- Op een vraag van [makelaar] of tot ondertekening van de huurovereenkomst kon worden overgegaan, heeft [gemachtigde] bij e-mailbericht van 7 mei 2012 het volgende aan [makelaar] bericht:

“Als reactie op uw huurvoorstel kan ik namens mevrouw [geïntimeerde] meedelen dat zij de huurovereenkomst wil ondertekenen met dien verstande dat de ingangsdatum naar 1 juni wordt geschoven. Is dat een bezwaar voor verhuurder? Graag uw bericht.”

- Bij e-mail van 10 mei 2012 heeft [makelaar] aan [gemachtigde] het volgende meegedeeld:

“de verhuurder is akkoord met uw voorstel. Dit betekent dat de komende week de huurovereenkomsten ter ondertekening klaar liggen op ons kantoor. De verhuurder heeft dan tot 1 juni de tijd om de muur te metselen, en de huurder kan de bankgarantie in orde brengen.

Graag verneem ik van u op welk moment mevr. komt tekenen”.

  • -

    Op enig moment in mei 2012, de exacte datum staat tussen partijen niet vast, heeft [makelaar] aan [gemachtigde] de huurovereenkomst gezonden zoals [geïntimeerde] die volgens [makelaar] diende te ondertekenen. In deze huurovereenkomst wordt uitgegaan van een huurperiode van, kort gezegd, 5+5 jaar. In dit concept is als ingangsdatum 1 juni 2012, als einddatum van de eerste huurperiode 30 mei 2017 en als einddatum van de tweede huurperiode 30 mei 2022 genoemd.

  • -

    Bij e-mail van 22 mei 2012 heeft [makelaar] aan [gemachtigde] het volgende meegedeeld:

“nu er al enige tijd een overeenkomst gesloten is tussen u en Dhr. [appellant] betreffende het pand aan de Fransebaan zou ik graag een datum ter ondertekening van u hebben,”.

- Bij e-mail van 25 mei 2012, 16:47 uur, heeft [makelaar] aan [gemachtigde] het volgende meegedeeld:

“Geachte Hr [gemachtigde] , mevr [geïntimeerde] ,

dit is geen bezwaar en mijn opdrachtgever is hiermee akkoord”

Tussen partijen staat vast dat [makelaar] met deze mail nogmaals heeft bevestigd dat de ingangsdatum 1 juni 2012 voor [appellant] geen probleem is (het hof verwijst in dit verband onder meer naar het midden van blz. 4 van de memorie van grieven en naar de voorlaatste alinea van de tweede bladzijde van de schriftelijke verklaring van [gemachtigde] (overgelegd ten behoeve van de comparitie van partijen).

- Bij e-mail van 25 mei 2012, 16:58 uur, heeft [gemachtigde] in reactie op de e-mail van 22 mei 2012 onder meer het volgende meegedeeld aan [makelaar] :

“Wij hebben zoals eerder aangegeven (nog) geen overeenkomst. Sterker nog, zien wij om ons moverende redenen af van het pand aan de [adres 1] . Ik kan u helaas niet anders meedelen.”

  • -

    Op 25 mei 2012 heeft [gemachtigde] namens [geïntimeerde] overeenstemming bereikt met de eigenaar van een bedrijfsruimte aan de [adres 3] in [vestigingsplaats 1] over huur van die bedrijfsruimte door [geïntimeerde] met ingang van 1 januari 2013.

  • -

    Bij onder meer per fax verzonden brief van 1 juni 2012 heeft de broer van [appellant] , mr. [broer appellant] , aan [geïntimeerde] onder meer het navolgende meegedeeld:

“Namens U heeft Dierendokters (…) via bemiddeling van [Makelaars] (…) een huurovereenkomst afgesloten betreffende een bedrijfsruimte, gelegen [adres 1] (…) te [vestigingsplaats 1] met als ingangsdatum 1 juni 2012. Dit voor een periode van 10 + 5 jaar, zoals vermeld in een mail d.d. 15-09-2011.

Blijkens de mij ter beschikking staande gegevens heeft uw gemachtigde afgelopen week per mail aan de heer [makelaar] laten weten dat om u moverende redenen werd afgezien van de huurovereenkomst.

In dit verband mag ik u erop wijzen dat uit de beschikbare e-mailwisselingen, die hebben plaatsgevonden tussen de heer [gemachtigde] en de heer [makelaar] geen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT