Uitspraak Nº 200.166.364/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2016-11-08

ECLIECLI:NL:GHARL:2016:8950
Docket Number200.166.364/01
Date08 Noviembre 2016
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, sector handel

zaaknummer gerechtshof 200.166.364/01

(zaaknummers Rechtbank Overijssel 2681248 CV EXPL 14-175)

arrest van 8 november 2016

in de zaak van

[appellant] ,

h.o.d.n. Holland Drain Systems (H.D.S.)

appellant,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiser in reconventie,

wonend en kantoorhoudend te [A] ,

hierna: [appellant],

advocaat: mr. J.W. Both, kantoorhoudend te Dronten,

tegen

de naamloze vennootschap

N.V. Univé Schade,

gevestigd te Zwolle,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,

hierna: Univé,

advocaat: mr. R.F. Vonk, kantoorhoudend te Ede.

1 Het geding in eerste aanleg

In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in het vonnis van 14 oktober 2014 van de Rechtbank Overijssel, Team kanton en handelsrecht, locatie Zwolle (hierna: de kantonrechter).

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure is als volgt:
- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 12 januari 2015;
- de memorie van grieven tevens houdende wijziging van eis (met productie);
- de memorie van antwoord tevens houdende akte vermeerdering van grondslag;

2.2

Vervolgens is pleidooi gehouden waarbij partijen pleitnota's hebben overgelegd die zijn gehecht aan het proces-verbaal van die zitting;

2.3

Ten slotte hebben partijen het hof om arrest verzocht en heeft het hof arrest bepaald.

De (gewijzigde) vordering van [appellant] in hoger beroep luidt:


" (…) bij arrest uitvoerbaar bij voorraad te vernietigen het vonnis d.d. 14 oktober 2014 door de rechtbank Overijssel, sector civiel, kamer voor kantonzaken gewezen onder zaaknummer 2681248 CV EXPL14-175, alsmede, alsnog recht doende,


in conventie

de vorderingen van Univé af te wijzen;


in reconventie:

Univé te veroordelen om aan [appellant] te betalen € 11.468, althans het door het gerechtshof in goede justitie te begroten bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente over het toe te wijzen bedrag, te berekenen vanaf 10 februari 2014,

alsmede,

Univé te gebieden om binnen veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen arrest de ten processe genoemde registraties op naam van H.D.S. en/of [appellant] en/of [B] ongedaan te maken, door op de daartoe geëigende en bij Univé bekende wijze van doorhaling

schriftelijk mededeling te doen aan - met gelijktijdige afschriften aan [appellant] :

het door afdeling veiligheidszaken van Univé beheerde incidentenregister;

het door het Verbond van verzekeraars. Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (CBV) gehouden

register;

het intern verwijzingsregister betreffende de persoonsgegevens van [appellant] ;

het extern verwijzingsregister van Univé ter zake bedrijfsgegevens van H.D.S. en persoonsgegevens

van [B] ;

het register van Centraal Informatiesysteem van de in Nederland werkzame verzekeringsmaatschappijen CIS,


op straffe van door Univé aan [appellant] te verbeuren dwangsom van € 500 per dag (met een maximum van € 100.000) voor iedere dag of onderdeel daarvan dat Univé na 7 kalenderdagen na betekening van het te wijzen arrest nalatig is aan deze veroordeling te voldoen, met veroordeling van Univé in de proceskosten uit de eerste aanleg in hoger beroep."

3 De vaststaande feiten
3.1

Als gesteld en niet of onvoldoende weersproken, dan wel anders op rechtsgeldige wijze ter kennis van het hof gebracht, staan tussen partijen de volgende feiten vast.

3.2

[appellant] is sinds 2011 eigenaar van een personenauto, merk Volvo, type V70, kenteken [00-YY-YY] (hierna: de Volvo).

3.3

[appellant] heeft de Volvo gekocht van zijn buurman [C] (hierna: [C] ). Voordien behoorde de Volvo in eigendom toe aan mevrouw [D] (hierna: [D] ). [D] heeft op 20 juli 2010 een aanrijding met de Volvo gehad, waardoor deze schade heeft opgelopen aan het rechter voorportier. Deze schade is destijds door [D] bij Univé gemeld.

3.4

[D] heeft de Volvo met de onder 3.3 genoemde schade aan het rechter voorportier verkocht en [C] heeft de Volvo met schade aan het rechter voorportier gekocht. Bij verkoop en levering van de Volvo door [C] aan [appellant] was deze schade niet (geheel) hersteld.

3.5

Betreffende de Volvo had [appellant] bij Univé een personenautoverzekering afgesloten onder polisnummer [00000] zowel voor de wettelijke aansprakelijkheid (WA) als cascoschade aan dit voertuig (hierna: de verzekering).

3.6

Op grond van de verzekering heeft [appellant] bij Univé melding gemaakt van een aanrijding/botsing op 2 maart 2012 tussen de Volvo en een personenauto merk Volkswagen, type Golf met kenteken [YY-00-YY] (hierna: de Golf) die in eigendom toebehoorde aan [E] (hierna: [E] ).

3.7

De melding is gedaan aan de hand van een door [appellant] en [E] gezamenlijk ondertekend schadeaangifteformulier.

3.8

In een brief van 31 augustus 2012 schrijft mevrouw [F] , senior medewerker Speciale Zaken, Afdeling Veiligheidszaken van Univé aan [appellant] en diens echtgenote onder meer het volgende:
"Feiten
Op het ingevulde schadeformulier werd melding gemaakt van een aanrijding op 2 maart 2012 waarbij mevrouw [B] als bestuurster van de Volvo met kenteken [00-YY-YY] de geparkeerde auto van tegenpartij aanreed. De linker voorzijde van de Volkswagen Golf zou daarbij schade hebben opgelopen en aan de Volvo zou schade zijn ontstaan aan de zijkant/deur. Uit het ingestelde technisch onderzoek is gebleken dat de schade aan de Volkswagen Golf van tegenpartij niet veroorzaakt kan zijn door de Volvo. Ook is uit technisch onderzoek gebleken dat de schade aan de Volvo (die in maart 2012 geclaimd werd) identiek is aan een schade die al in juli 2010 aan de Volvo is ontstaan. Dit wordt bevestigd door de verkopende partij. (…)
Incidentenregister
Dit incident en uw bedrijfs- en persoonsgegevens zijn opgenomen in ons incidentenregister. Dit register heeft tot doel het ondersteunen van activiteiten gericht op het waarborgen van de veiligheid en de integriteit van ons bedrijf en wordt beheerd door de afdeling Veiligheidszaken. (…)
CBV-melding
Het Centrum Bestrijding Verzekeringsfraude (CBV) van het Verbond van Verzekeraars is op de hoogte gebracht van de inhoud van deze registraties. Het CBV gebruikt deze informatie voor het coördineren van onderzoeken en het uitvoeren van analyses. (…)
Royement
Uw onwaarachtige opgave is voor mij aanleiding om - conform de artikelen 1.18 en 8.1 van ons algemeen reglement ALG-5 (zie bijlage) - het verzekeringspakket zowel zakelijk als privé bij Univé per
08-09-2012 te beëindigen. Het gaat om de volgende polissen:
[00001] : personenautoverzekering
[00002] : personenautoverzekering
[00003] : personenautoverzekering
[00004] : personenautoverzekering
[00005] : bestelautoverzekering
[00006] : caravanverzekering
De autoverzekeringen van HDS onder de polisnummers [00000] en [00007] zijn opgeschort en zullen niet meer in kracht hersteld worden.
Melding Intern en Extern Verwijzingsregister
De persoonsgegevens van [appellant] zijn opgenomen in ons Intern Verwijzingsregister. De bedrijfsgegevens van HDS en persoonsgegevens van [B] zijn opgenomen in het Extern Verwijzingsregister. Financiële instellingen in Nederland kunnen toetsen of u hierin voorkomt. Dit is toegestaan volgens het Protocol Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen. (…)


Vordering onderzoekskosten
Om de waarheid op tafel te krijgen hebben wij specifieke onderzoekskosten moeten maken. Conform artikel 8.2 van het algemeen reglement ALG-5 zal ik deze kosten bij u in rekening brengen.
* Bedrag : € 2.347,66 (…)"

3.9

Door Univé is in het geding gebracht een "Tactisch rapport" van 13 augustus 2012 opgemaakt door de heer [G] van Univé Expertises B.V. (hierna: [G] ), Team onderzoek en gericht aan de heer [H] van Univé Verzekeringen, Afdeling Veiligheidszaken, Team Speciale Zaken Schade. Dit rapport vermeldt onder meer het volgende:
"1 Inleiding
Op 2 maart 2012 ontstond een schade aan de auto van verzekeringnemer. Het betreft een Volvo, voorzien van het kenteken [00-YY-YY] (hierna te noemen de Volvo). Blijkens het aanrijdingsformulier was de echtgenote van verzekerde met de Volvo tegen de geparkeerd staande Volkswagen Golf van tegenpartij (hierna te noemen de Golf) gereden. De Volvo liep schade op aan de rechterzijkant + portier. De Golf liep schade op aan de linker voorzijde. Door collega schademanager [I] werd op 17 april 2012 een schade-expertise aan de Golf verricht. Van de schade aan de Golf werden door hem foto's gemaakt. Op 19 april 2012 was de Volvo betrokken bij een kop/staart aanrijding. De Volvo werd wederom bestuurd door de echtgenote van verzekerde. De gehele voorzijde van de Volvo raakte beschadigd. Door collega schademanager [J] werd op 26 april 2012 een schadeexpertise aan de Volvo verricht. Van de schade werden door hem foto's gemaakt. Tijdens de expertise deelde verzekerde onder andere mede dat de schade aan de rechterzijde oude schade was en dat deze schade nog in behandeling was bij Univé. Nadat [J] verzekerde had verteld dat die schade al in 2010 was ontstaan, deelde verzekerde [J] mede dat de schade aan de rechterzijde nieuwe schade was en dat die schade enkele weken daarvoor was ontstaan. Van het contact met verzekerde werd door [J] een e-mail verslag opgemaakt. Uit de aan Univé ter beschikking staande systemen bleek dat op 20 juli 2010 een schade met de Volvo was veroorzaakt door de toenmalige eigenaar [D] . Zij was met de Volvo tegen een vangrail gereden. Het rechterportier was daardoor flink gedeukt. Deze schade was door [D] bij Univé gemeld.
2 Vraagstelling
Door u werd verzocht om te onderzoeken of verzekerde zogenaamde oude schade claimt.
(…)
11 Samenvatting
Verzekerde verklaarde dat toen hij de auto van [C] had gekocht er een deuk in het rechterportier zat en tevens dat dat portier slecht sloot...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT