Uitspraak Nº 200.173.315/01. Gerechtshof Amsterdam, 2016-03-29

ECLIECLI:NL:GHAMS:2016:1143
Date29 Marzo 2016
Docket Number200.173.315/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.173.315/01

zaak-/rolnummer rechtbank: C/13/564803 / HA ZA 14-490

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 29 maart 2016

inzake

Mr. Hermanus Hendrikus KREIKAMP

in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BETTER LIFE B.V.,

kantoorhoudende te Amsterdam,

appellant,

advocaat: mr. A.J. Tekstra te Amsterdam,

tegen:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

FA-MED B.V.,

gevestigd te Amersfoort,

geïntimeerde,

advocaat: mr. W.J.B. Berendsen te ’s-Hertogenbosch.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna de curator en Fa-Med genoemd.

De curator is bij dagvaarding van 2 juli 2015 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 15 april 2015, gewezen tussen hem als gedaagde en Fa-Med als eiseres.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met een productie;

- memorie van antwoord.

Ten slotte is arrest gevraagd.

De curator heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en opnieuw rechtdoende de vorderingen van Fa-Med zal afwijzen, haar – uitvoerbaar bij voorraad – zal veroordelen in de proceskosten en tot terugbetaling van al hetgeen de curator ter uitvoering van het bestreden vonnis aan Fa-Med heeft voldaan, vermeerderd met rente.

Fa-Med heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van de curator in de proceskosten.

Partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten
2.1.

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.9 de feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. De juistheid daarvan is in hoger beroep niet in geschil, zodat het hof van deze feiten als vaststaand zal uitgaan. Het gaat in deze zaak om het volgende.

2.2.

Fa-Med factureert en incasseert declaraties voor, met name, medische zorgverleners, doet de voorfinanciering van dergelijke declaraties en houdt zich bezig met credit management in algemene zin.

2.3.

Better Life B.V. (verder: Better Life) was een zorgaanbieder, gericht op het behandelen van (jong) volwassenen en kinderen met ADHD, ADD, het syndroom van Asperger of PDD-NOS.

2.4.

Sinds 1 oktober 2011 maakte Better Life gebruik van de diensten van Fa-Med. In artikel 5 van de samenwerkingsovereenkomst tussen deze twee partijen is bepaald dat ten gunste van Fa-Med een pandrecht is of wordt gevestigd op de vorderingen van Better Life. Deze bepaling luidt, voor zover van belang, als volgt (waarin Better Life als ‘de Klant’ wordt aangeduid):

“5.1 Tot zekerheid van de nakoming door de Klant van zijn verplichtingen onder deze Overeenkomst (waaronder het terugbetalen van het krediet) en zijn verplichtingen uit welke hoofde dan ook jegens Fa-med, zal de Klant aan Fa-med een pandrecht in de hoogst mogelijke rang verlenen op alle bestaande en toekomstige Vorderingen (waaronder begrepen eventuele andere rechten) die voortvloeien of zullen voortvloeien uit de uitoefening door de Klant van zijn beroep of bedrijf.

5.2

Ter uitvoering van de in artikel 5.1 genoemde verplichting vestigt de Klant hierbij - voor zover nodig bij voorbaat - een pandrecht in de hoogst mogelijke rang ten behoeve van Fa-med, die verklaart een zodanig pandrecht te aanvaarden op alle huidige en toekomstige Vorderingen (waaronder begrepen eventuele andere rechten) die de klant op debiteuren heeft of zal verkrijgen.”

2.5.

Op 31 mei 2012 is een zogenoemde full-factoringovereenkomst tot stand gekomen tussen Fa-Med en Better Life.

2.6.

Bij brief van 27 februari 2013 heeft Fa-Med aan de zorgverzekeraars mededeling gedaan van ten gunste van haar gevestigde pandrechten.

2.7.

Bij vonnis van 12 maart 2013 is Better Life failliet verklaard met benoeming van de curator als zodanig. Ten tijde van het intreden van het faillissement had Fa-Med een vordering op Better Life van € 2.383.691,00.

2.8.

De curator heeft op 6 april 2013 vrijwel alle bedrijfsactiviteiten van Better Life verkocht aan Better Mind B.V. (verder: BM). In de considerans van de overnameovereenkomst is vermeld:

“De waarde van het door de Vennootschap [Better Life, hof] verrichte onderhanden werk (het wel verrichte, maar nog niet bij zorgverzekeraars en klanten in rekening gebrachte werk) bedroeg volgens de berekening en specificatie (…) op 12 maart 2013 te 0:00 uur € 1.265.697,93. Dit onderhanden werk zal hierna worden aangeduid als “Onderhanden Werk 1”. Het is Koper [BM, hof] bekend dat Fa-med BV zich op het standpunt stelt dat zij pandrechten heeft op het Onderhanden Werk 1, welk standpunt door de Curator wordt betwist.”

2.9.

Better Life heeft ten behoeve van de overnameovereenkomst afstand gedaan van haar pandrechten en haar eventuele andere rechten om de verkoop van het onderhanden werk aan BM mogelijk te maken. De opbrengst van de verkoop van de in rekening te brengen door Better Life verrichtte werkzaamheden, door partijen “het Onderhanden Werk 1” genoemd, bedroeg € 885.989,00 en is door BM gestort op een door de curator en Fa-Med aangewezen (escrow)rekening. BM heeft dat bedrag ontvangen van de zorgverzekeraars nadat zij de door Better Life uitgevoerde maar nog niet in rekening gebrachte werkzaamheden administratief had afgehandeld als Diagnose Behandeling Combinatie (DBC) en gefactureerd aan de zorgverzekeraars.

2.10.

Volgens een brief van 10 oktober 2003 van de minister van Volksgezondheid aan de Tweede Kamer (Kamerstukken 29 248, nr. 1, pagina 3) moet onder DBC’s het volgende worden verstaan:

Wat is een DBC?

De DBC-systematiek betreft een nieuw bekostigingssysteem, waarvoor medisch specialisten en ziekenhuizen in eerste instantie zelf het initiatief hebben genomen.

DBCs (Diagnose Behandeling Combinaties) zijn gebaseerd op geleverde prestaties en de hiermee samenhangende kosten. Deze prestaties worden vastgelegd in «zorgproducten».

Een DBC typeert de medisch specialistische zorg volgens een methodiek waarbij de zorgvraag (diagnose) wordt gekoppeld aan de daartoe geleverde zorgprestaties (begeleiding, diagnostiek en behandeling). De bijbehorende kosten van het ziekenhuis en de werklast van de medisch specialist worden aan deze producten toegerekend.

DBCs vormen de basis van de onderhandelingen tussen ziekenhuizen en zorgverzekeraars over de prijs, kwaliteit en hoeveelheid van de te leveren zorg.”

2.11.

Na de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 is met betrekking tot de DBC’s een declaratieregeling in de zorg opgesteld door de Zorgautoriteit. In deze “Regeling Declaratiebepalingen DBC’s in de curatieve GGZ” (verder: de Declaratieregeling), die in de voor het geschil relevante periode van toepassing was, is – voor zover van belang – het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT