Uitspraak Nº 200.174.917/01 NOT. Gerechtshof Amsterdam, 2016-05-17

ECLIECLI:NL:GHAMS:2016:1954
Date17 Mayo 2016
Docket Number200.174.917/01 NOT
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)

beslissing

___________________________________________________________________ _ _

GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht

zaaknummer : 200.174.917/01 NOT

nummer eerste aanleg : 14-56

beslissing van de notaris- en gerechtsdeurwaarderskamer van 17 mei 2016

inzake

de Officier van Justitie te [plaats] ,

appellant,

tegen

[oud-notaris] ,

oud-notaris te [plaats] ,

geïntimeerde,

gemachtigde: mr. G.L. Maaldrink, advocaat te Den Haag.

1 Het geding in hoger beroep
1.1.

Appellant (hierna: klager) heeft op 13 augustus 2015 een beroepschrift - met bijlage - bij het hof ingediend tegen de beslissing van de kamer voor het notariaat in het ressort Den Haag (hierna: de kamer) van 15 juli 2015 (ECLI:NL:TNORDHA:2015:23). De kamer heeft in de bestreden beslissing klager in zijn klacht tegen geïntimeerde (hierna: de oud-notaris) niet-ontvankelijk verklaard.

1.2.

Op 16 september 2015 heeft klager een aanvullend beroepschrift - met bijlagen - ingediend.

1.3.

De oud-notaris heeft op 6 november 2015 een verweerschrift bij het hof ingediend.

1.4.

Van klager zijn op 22 januari 2016 aanvullende producties ontvangen.

1.5.

De zaak is behandeld ter openbare terechtzitting van het hof op 3 februari 2016.

Klager, in de persoon van [naam] , en de oud-notaris zijn verschenen, de oud-notaris vergezeld van haar gemachtigde. Zij hebben het woord gevoerd aan de hand van aan het hof overgelegde pleitnota’s.

2 Stukken van het geding

Het hof heeft kennis genomen van de inhoud van de door de kamer aan het hof toegezonden stukken van de eerste instantie en de hiervoor vermelde stukken.

3 Feiten
3.1.

Het hof verwijst voor de feiten naar hetgeen de kamer in de bestreden beslissing heeft vastgesteld. Partijen hebben tegen de vaststelling van de feiten door de kamer geen bezwaar gemaakt, zodat ook het hof van die feiten uitgaat. Waar nodig zal het hof de vaststaande feiten aanvullen.

3.2.

Het gaat in deze zaak om het volgende.

3.2.1.

De oud-notaris heeft op 1 oktober 2010 een akte verleden waarbij de woning aan [adres] is geleverd aan [A] (hierna: [A] ). De koopsom van € 77.000,- is op de kwaliteitsrekening van de oud-notaris overgemaakt vanaf particuliere bankrekeningen van drie verschillende personen die niet bij de transactie betrokken waren en zonder dat een recht van hypotheek werd gevestigd. Van tevoren was bekend dat [A] voornemens was om de woning door te leveren voor een koopsom van € 92.500,-. De oud-notaris heeft geweigerd aan deze transactie haar medewerking te verlenen. Op 5 oktober 2010 heeft de oud-notaris in verband daarmee een Mot-melding gedaan.

Op 2 mei 2011 heeft de oud-notaris een akte houdende schuldbekentenis met hypotheekstelling verleden, waarbij [A] een recht van hypotheek op vorenbedoelde woning heeft verleend aan [B] , die op dat moment stond ingeschreven op het eerdergenoemde adres.

3.2.2.

Onder leiding van klager heeft vanaf 1 september 2010 een strafrechtelijk opsporingsonderzoek plaatsgevonden naar onder meer vastgoedtransacties waarbij [Y] en zijn echtgenote [Z] zijn betrokken, aanvankelijk onder de naam [naam] en vanaf 18 februari 2011 onder de naam [naam].

3.2.3.

Klager heeft op 16 maart 2012 op de voet van artikel 126nd/126ud van het Wetboek van strafvordering (Sv) van de oud-notaris bepaalde gegevens gevorderd met betrekking tot in 3.2.1. bedoelde transactie. De oud-notaris heeft in maart 2012 informatie verstrekt.

3.2.4.

Klager heeft in het voorjaar van 2014 een klacht bij de kamer ingediend tegen vier notarissen, onder wie de oud-notaris (klachtnummer 14-38). In overleg met de kamer heeft klager de klacht gesplitst in vier afzonderlijke klachten en deze op 20 augustus 2014 opnieuw bij de kamer ingediend. De klacht bevat ook een verzoek tot het bevelen van een (voor)onderzoek.

3.2.5.

Aan de oud-notaris is eervol ontslag als notaris verleend met ingang van 1 maart 2014.

4 Standpunt klager

De klacht houdt kort gezegd in dat de oud-notaris bij de onderhavige transactie niet de van een notaris vereiste zorg in acht heeft genomen omdat zij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de rechtmatigheid van de transactie en de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT