Uitspraak Nº 200.175.135_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2017-05-30

ECLIECLI:NL:GHSHE:2017:2294
Docket Number200.175.135_01
Date30 Mayo 2017
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.175.135/01

arrest van 30 mei 2017

in de zaak van

[Marine & Offshore] Marine & Offshore B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,

appellante in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [Marine & Offshore] ,

advocaat: mr. S.J.R. Barbas te Rotterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellant in voorwaardelijk incidenteel hoger beroep,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. W.H.N.C. van Beek te Ulvenhout,

op het bij exploot van dagvaarding van 13 april 2015 ingeleide hoger beroep van de vonnissen van 6 augustus 2014 (in de dagvaarding is per abuis vermeld: 8 augustus 2014) en 28 januari 2015, door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda gewezen tussen [Marine & Offshore] als eiseres en [geïntimeerde] als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 2408121 CV EXPL 13-6615)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormelde vonnissen alsmede het daaraan voorafgaande vonnis van 18 december 2013, waarbij een comparitie van partijen is bepaald.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep;

  • -

    de memorie van grieven met producties 51 tot en met 58;

  • -

    de memorie van antwoord, tevens houdende voorwaardelijk incidenteel appel met producties 12 tot en met 17;

  • -

    de memorie van antwoord voorwaardelijk incidenteel appel met producties 59 tot en met 66;

  • -

    het pleidooi gehouden op 6 april 2017, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd;

  • -

    de bij H12-formulier van 21 maart 2017 door [geïntimeerde] toegezonden productie 18, die hij bij het pleidooi in het geding heeft gebracht;

  • -

    de fax van 17 mei 2017 waarbij [Marine & Offshore] bericht dat partijen niet tot een schikking zijn gekomen en dat zij het hof dan ook verzoeken om arrest te wijzen.

Arrest is nader bepaald op heden. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling

in principaal en voorwaardelijk incidenteel hoger beroep

3.1.

In voormeld vonnis van 6 augustus 2014 heeft de kantonrechter onder rov. 3.1 feiten weergegeven. Gelet op onder meer grief 1 in principaal hoger beroep en de reactie daarop van [geïntimeerde] is deze feitenweergave niet geheel juist. Het hof zal hierna – in rov. 3.1.1 tot en met 3.1.8 – een eigen overzicht geven van de feiten die, als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet voldoende betwist, vastgesteld kunnen worden, voor zover voor de beoordeling in hoger beroep relevant. Dat de kantonrechter bepaalde feiten onjuist heeft weergegeven, voert op zichzelf niet tot vernietiging van de vonnissen waarvan beroep. Dat zal afhangen van een bespreking van de andere grieven.

3.1.1.

[Marine & Offshore] is onderdeel van [Group] Group. [Marine & Offshore] is toeleverancier aan de olie- en gasindustrie wereldwijd. Daarnaast levert [Marine & Offshore] internationaal ladingssystemen voor de Offshore Supply schepen, waarbij zij met name ook actief is in Azië. Voorts ontwikkelt en levert [Marine & Offshore] systemen waarmee vanuit Platform Supply Schepen droge stoffen kunnen worden getransporteerd naar boorplatforms.

3.1.2.

[geïntimeerde] is op 1 december 2010 voor bepaalde tijd bij [Marine & Offshore] in dienst getreden in de functie van ‘Project Manager’. De desbetreffende arbeidsovereenkomst is door [Marine & Offshore] overgelegd als productie 32 bij de conclusie van repliek. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is met ingang van 1 oktober 2011 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Deze arbeidsovereenkomst is overgelegd als productie 2 bij de inleidende dagvaarding. [geïntimeerde] kreeg hierbij de functie van ‘Area Sales Manager’. Het salaris van [geïntimeerde] bedroeg € 4.400,00 bruto per maand voor 40 uur per week, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en eventuele bonus.

3.1.3.

De arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bepaalt, voor zover hier van belang, onder meer als volgt:

Artikel 1 Functie en standplaats

(…)

1.3

Werknemer zal zijn werkzaamheden gewoonlijk verrichten vanuit de vestiging van Werkgever te [vestigingsplaats 1] . Tevens verklaart Werknemer zich bereid om werkzaamheden te verrichten op een andere plaats dan waar gewoonlijk de arbeid wordt verricht en/of op een andere tijd dan gewoonlijk en/of andere dag(en), tenzij zulks wegens bijzondere omstandigheden niet van Werknemer kan worden verlangd. Mocht om haar moverende redenen Werkgever besluiten de vestigingsplaats te verplaatsen dan zal Werknemer geacht worden om zijn werkzaamheden vanuit deze nieuwe vestigingsplaats te verrichten.

(…)

Artikel 12 Relatiebeding

12.1

Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Werkgever is het Werknemer gedurende twaalf maanden na beëindiging van de arbeidsovereenkomst niet toegestaan om op enigerlei wijze te bevorderen of te bewerkstelligen, direct of indirect, voor eigen rekening of voor derden, dat bestaande of potentiële relaties/klanten/opdrachtgevers van Werkgever – waaronder ook de door of via Werknemer aangebrachte klanten/opdrachtgevers – in relatie treden en/of een zakelijke relatie aangaan met de nieuwe werkgever of opdrachtgever van Werknemer ofwel rechtstreeks klant/opdrachtgever van Werknemer c.q. zijn onderneming worden of anderszins een zakelijke relatie met Werknemer c.q. zijn onderneming aangaan – indien Werknemer zelf in enigerlei vorm een onderneming, gelijksoortig of aanverwant aan die van Werkgever vestigt, overneemt of bij een dergelijke onderneming op enigerlei wijze een (financieel) belang heeft of verwerft – alsook bij deze relaties/klanten/opdrachtgevers van Werkgevers in dienst te treden en/of werkzaamheden voor hen te verrichten.

12.2

Het hebben van (potentiële) zakelijke contacten moet ruim worden uitgelegd. Daaronder valt in ieder geval, maar niet uitsluitend, het uitbrengen van offertes, het sluiten van overeenkomsten en het voeren van gesprekken over mogelijke samenwerking en overeenkomsten. Van het hebben van zakelijke contacten is sprake ongeacht of het initiatief daartoe afkomstig is van Werknemer, de betreffende relatie of een derde. De vraag of een onderneming een relatie van Werkgever is, wordt bepaald aan de hand van de administratie van Werkgever.

(…)

Artikel 15 Boete

Indien Werknemer het in de artikelen 11, 12, 13, 14 en 15 bepaalde overtreedt, verbeurt Werknemer, in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3, 4 en 5 BW, aan Werkgever een direct en zonder nadere aanmaning, ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst opeisbare boete van EUR 100.000,-- per overtreding, te vermeerderen met EUR 5.000,-- voor iedere dag of gedeelte daarvan dat de overtreding voortduurt, onverminderd de overige rechten van Werkgever krachtens de wet of de arbeidsovereenkomst, zoals het recht op nakoming van de overtreden bepaling dan wel een verbod en het vorderen van volledige schadevergoeding. In geval van vordering van volledige schadevergoeding, strekken eventueel reeds verbeurde boetes in mindering op de volledige schadevergoeding. Betaling van de boete ontstaat Werknemer dan ook niet van de in de artikelen 11, 12, 13, 14 en 15 opgenomen verplichtingen.

(…)

Artikel 20 Overige tegemoetkomingen

Werknemer zal voor Werkgever bepaalde tijd werkzaam zijn op de vestiging in [vestigingsplaats 2] , Texas. Werknemer is zich bewust van het internationale karakter van de werkzaamheden en verbindt zich aan periodieke verblijven in het buitenland. In verband met het bijzondere karakter van deze tijdelijke opdracht zijn Werkgever en Werknemer een aantal specifieke kostenvergoedingen overeengekomen. Voor de duur van deze bepaalde periode wordt de standplaats zoals genoemd in artikel 1.3 tijdelijk vervangen door [vestigingsplaats 2] , Texas.”

waarna in dit artikel kostenposten worden opgesomd die voor rekening van [Marine & Offshore] komen, zoals de kosten van medische zorg, verhuizing, familiebezoek in Nederland, de meerkosten van het bezoek van de zoon van [geïntimeerde] aan de (Internationale) School in [vestigingsplaats 2] en hem voorts een dienstauto ter beschikking wordt gesteld met vergoeding van de hiermee gepaard gaande kosten.

3.1.4.

Partijen hebben op of omstreeks 31 augustus 2012 een beëindigingsovereenkomst gesloten (productie 6, inleidende dagvaarding). Hierin wordt het dienstverband met wederzijds goedvinden beëindigd per 1 oktober 2012. Voor zover hier van belang wordt in deze overeenkomst in artikel 9 met betrekking tot het relatiebeding van artikel 12 van de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd het navolgende bepaald:

“9. Met betrekking tot het tussen partijen van kracht blijvende artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT