Uitspraak Nº 200.182.227/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-04-14

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:764
Date14 Abril 2020
Docket Number200.182.227/01
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.182.227/01

Zaaknummer rechtbank : 1168211 \ CV EXPL 12-33447

arrest van 14 april 2020

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna te noemen: [appellant] ,

advocaat: mr. J.P. van de Berg te Den Haag,

tegen

Stichting Geestelijke Gezondheidszorg Delfland,

gevestigd te Delft,

geïntimeerde,

hierna te noemen: GGZ Delfland,

advocaat: mr. D.J.G. Timmermans te Leiden.

1 Het verdere verloop van het geding
1.1

Voor het verloop van het geding verwijst het hof naar het arrest van 21 mei 2019 (hierna: het tweede tussenarrest).

1.2

GGZ Delfland heeft een akte genomen waarbij zij haar vordering heeft verminderd. [appellant] heeft hierop gereageerd met een antwoordakte met producties.

1.3

Vervolgens heeft GGZ Delfland nog een akte na tussenarrest genomen waarop [appellant] met een antwoordakte heeft gereageerd.

1.4

Daarna hebben partijen arrest gevraagd.

2 De verdere beoordeling van het hoger beroep - algemeen
2.1

In het tussenarrest van 27 juli 2017 (hierna: het eerste tussenarrest) heeft het hof geoordeeld dat er niet alleen een zakelijke relatie tussen [appellant] en [betrokkene] (en diens eenmanszaak [naam eenmanszaak] ) bestond, maar ook een vriendschappelijke band. Verder wijzen de overlegde stukken voorshands erop dat [betrokkene] persoonlijk profiteerde van de transacties tussen GGZ Delfland en ICT [appellant] en daardoor – mogelijk – schade toebracht aan GGZ Delfland. Daarmee is echter nog niet gegeven dat [appellant] ook onrechtmatig handelde jegens GGZ Delfland. Daarvoor is in ieder geval noodzakelijk dat [appellant] ervan op de hoogte was dat [betrokkene] persoonlijk profiteerde van de transacties tussen ICT [appellant] en GGZ Delfland. In dat geval kan van [appellant] – als zakenrelatie van GGZ Delfland – worden verwacht dat hij niet meewerkt aan het onrechtmatig handelen van [betrokkene] . Uit de stukken komt een beeld naar voren waarin [betrokkene] en [appellant] stelselmatig hebben samengespannen om GGZ Delfland op onrechtmatige wijze te benadelen. Het hof heeft echter een nadere toelichting van GGZ Delfland nodig over de vraag op welke fraude-incidenten haar vordering ziet. Het hof heeft GGZ Delfland verzocht gespecificeerd toe te lichten welke facturen frauduleus zijn en waarom [appellant] daarvoor aansprakelijk kan worden gehouden.

2.2

GGZ Delfland heeft daarop 242 facturen (afkomstig van Data Wells, ICT [appellant] en IT Become One) in het geding gebracht en bij iedere factuur een toelichting gegeven die (kort gezegd) inhoudt waarom de factuur frauduleus is en voor welk bedrag. [appellant] heeft iedere factuur gemotiveerd betwist en heeft van zijn kant diverse stukken (aankoopfacturen e.d.) in het geding gebracht ter onderbouwing dat van een frauduleuze factuur geen sprake is.

2.3

In het tweede tussenarrest heeft het hof geoordeeld dat de vordering van GGZ Delfland zal worden afgewezen voor zover deze berust op de facturen van Data Wells en IT Become One. Er resteren dan 81 facturen die afkomstig zijn van ICT [appellant] . Het hof heeft (in navolging van GGZ Delfland) een onderscheid gemaakt tussen facturen voor goederen en diensten die volgens GGZ Delfland niet zijn geleverd (B-facturen), facturen waarbij ICT [appellant] volgens GGZ Delfland een te hoge marge heeft berekend (D-facturen) en facturen voor de levering van goederen aan [betrokkene] in privé (C-facturen).

  • -

    Ter zake van de B-facturen heeft het hof GGZ Delfland in de gelegenheid gesteld te reageren op de inkoopfacturen die [appellant] in het geding heeft gebracht.

  • -

    Ter zake van de D-facturen heeft het hof geoordeeld dat niet is komen vast te staan dat sprake is van een te hoge marge en dat het berekenen van een hoge marge op zichzelf niet frauduleus is.

  • -

    Ter zake van de C-facturen heeft het hof geoordeeld dat niet kan worden vastgesteld dat [appellant] ter zake van die facturen frauduleus heeft gehandeld.

2.4

Van de 81 facturen die afkomstig zijn van ICT [appellant] , zijn er 52 facturen te kwalificeren als B-facturen. GGZ Delfland heeft na het tweede tussenarrest ter zake van deze facturen bij akte gereageerd op de betwisting van [appellant] . Dit heeft ertoe geleid dat zij alsnog met 8 facturen akkoord is gegaan (namelijk: de facturen 162, 163, 169, 173, 212, 216, 228 en 233). Er resteren dus nog 44 facturen waarover een geschil tussen partijen bestaat. GGZ Delfland heeft haar vordering thans becijferd op € 269.713,71.

2.5

Naar aanleiding van de hiervoor genoemde akte van GGZ Delfland heeft [appellant] bij antwoordakte 32 nieuwe producties in het geding gebracht. GGZ Delfland heeft drop gereageerd en heeft aangevoerd dat antwoordakte en/of de producties van [appellant] buiten beschouwing moeten worden gelaten omdat deze te omvangrijk zijn en niet voldoen aan wat doorgaans wordt verstaan onder “een akte”. Het hof verwerpt deze stelling. Het gaat hier om een omvangrijke zaak. GGZ Delfland heeft pas na het eerste tussenarrest duidelijk gespecificeerd op welke (242) facturen haar vordering ziet en [appellant] heeft zich daarop toen pas voor het eerst per factuur kunnen verweren. Na het tweede tussenarrest is GGZ Delfland in de gelegenheid gesteld op dit verweer te reageren. Dat [appellant] vervolgens ter zake van een aantal facturen een meer concrete onderbouwing geeft, is in de gegeven omstandigheden onvoldoende reden om die onderbouwing als “tardief” terzijde te schuiven. Voor zover de akte van [appellant] concrete stellingen of producties bevat waarop GGZ Delfland nog niet heeft kunnen reageren, zal zij – indien relevant en noodzakelijk – in de gelegenheid worden gesteld dat alsnog te doen.

2.6

Alvorens over te gaan tot de bespreking van de afzonderlijke facturen, stelt het hof het volgende voorop. Het onrechtmatige karakter van de B-facturen hangt niet rechtstreeks samen met de omstandigheid dat [betrokkene] persoonlijk profiteerde van de transacties tussen GGZ Delfland en ICT [appellant] . Anders dan in het eerste tussenarrest is overwogen gaat het bij deze facturen in de kern er niet om of [appellant] ervan op de hoogte was dat [betrokkene] persoonlijk profiteerde van de transacties tussen ICT [appellant] en GGZ Delfland, al weegt die omstandigheid wel mee bij het oordeel over de vraag of GGZ Delfland is geslaagd in het bewijs van haar stellingen (zie hieronder 2.7. e.v.). Bij de B-facturen gaat het erom dat ICT [appellant] – naar GGZ Delfland stelt – facturen naar GGZ Delfland heeft verzonden, waarvoor geen goederen of diensten zijn geleverd. GGZ Delfland betaalde de facturen omdat [betrokkene] deze in zijn hoedanigheid van Facilitair Manager ICT had geaccordeerd.

2.7

Het is aan GGZ Delfland, die zich baseert op onrechtmatig handelen van [appellant] , om aan te tonen dat [appellant] facturen heeft verstuurd voor goederen/diensten die niet aan GGZ Delfland zijn geleverd. [appellant] heeft de stellingen van GGZ Delfland betwist. Naar het oordeel van het hof kan [appellant] niet volstaan met een blote betwisting van de onrechtmatige facturen; van hem kan in beginsel worden verwacht dat hij een adequate toelichting op de facturen kan geven. In de gegeven omstandigheden kan op [appellant] ook een verzwaarde motiveringsplicht rusten, in die zin dat hij voldoende feitelijke gegevens dient te verstrekken ter motivering van zijn betwisting van de stelling van GGZ Delfland dat hij frauduleuze facturen heeft verstuurd. Voor een dergelijke verzwaarde stelplicht is aanleiding omdat (i) GGZ Delfland is belast met het bewijs van een negatief feit (te weten dat zij de omstreden goederen/diensten niet heeft ontvangen), (ii) [appellant] , naar in deze procedure is gebleken, nog steeds beschikt over een aanzienlijk deel van zijn administratie, zodat het voor hem mogelijk moet zijn de B-facturen van een nadere onderbouwing te voorzien en (iii) de omstandigheid dat – naar in het eerste tussenarrest is overwogen – uit de processtukken een beeld naar voren komt waarin [betrokkene] en [appellant] stelselmatig hebben samengespannen om GGZ Delfland onrechtmatig te benadelen. Dit laatste punt zal het hof hieronder uitwerken.

2.8

Aanvankelijk werkte GGZ Delfland – op initiatief van [betrokkene] – samen met Data Wells. Data Wells was het bedrijf van [naam 1] ; [appellant] werkte in die tijd voor Data Wells. Nadat er onenigheid was ontstaan tussen [naam 1] en [appellant] , heeft [appellant] zijn eigen bedrijf (ICT [appellant] ) opgericht. [betrokkene] heeft toen besloten niet langer met Data Wells samen te werken, maar over te stappen naar ICT [appellant] . In de periode medio oktober 2009 tot begin april 2011 heeft GGZ Delfland samengewerkt met ICT [appellant] . De omstreden facturen dateren uit die periode. Tussen [betrokkene] en ICT [appellant] bestond een nauwe samenwerking. Daarbij bepaalde [betrokkene] in belangrijke mate het beleid van ICT [appellant] ; [betrokkene] oefende invloed uit op de facturen die GGZ Delfland van ICT [appellant] ontving en [betrokkene] profiteerde van de winst die ICT [appellant] aldus genereerde. GGZ Delfland heeft in haar processtukken diverse voorbeelden genoemd, die [appellant] niet, of onvoldoende gemotiveerd heeft betwist. In de memorie van antwoord noemt GGZ Delfland onder meer de volgende voorbeelden (die overigens (deels) ook zijn te vinden in de rapportage van het strafrechtelijk onderzoek) en die deze werkwijze bevestigen.

  1. In een e-mail van 1 december 2009 (prod. 4 bij memorie van antwoord) vraagt [appellant] aan [betrokkene] om een bepaalde factuur met de aankomende betalingsronde mee te sturen. [betrokkene] antwoordt dat de factuur zal meegaan en vraagt [appellant] : “Hebben we daar geen crediet?”. Daarop antwoordt [appellant] : “Krijgen we binnenkort. Ik heb nog een 2% extra inkoopvoordeel onderhandeld! Dit geldt alleen als ik binnen 4 dagen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT