Uitspraak Nº 200.184.861/01. Gerechtshof Amsterdam, 2016-02-08

ECLIECLI:NL:GHAMS:2016:468
Date08 Febrero 2016
Docket Number200.184.861/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.184.861/01 SKG

zaak/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/600449 KG ZA 16-16

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 8 februari 2016

inzake

[appellant],

wonend te [woonplaats] ,

appellant in spoed kort geding,

advocaat: mr. I. Heijselaar te Amsterdam,

tegen

1 STICHTING STADGENOOT,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerden,

advocaat: mr. I.N. Maaskant te Hoofddorp,

en

2 [geïntimeerde sub 2] ,

voorheen gewoond hebbend te [woonplaats] , thans wonend te [woonplaats 2] ,

geïntimeerde,

niet verschenen.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] , Stadgenoot en [geïntimeerde sub 2] genoemd.

[appellant] is bij dagvaarding van 1 februari 2016 in hoger beroep gekomen van het vonnis van de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam van 27 januari 2016, onder bovengenoemd zaak/rolnummer in kort geding gewezen tussen hem als eiser en Stadgenoot als gedaagde. De appeldagvaarding bevat de grieven. Ter rolle heeft hij geconcludeerd overeenkomstig de appeldagvaarding.

Stadgenoot heeft een memorie van antwoord ingediend.

[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog zijn vordering zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.

Stadgenoot heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.

Partijen hebben de zaak op 8 februari 2016 doen bepleiten door hun hierboven genoemde advocaten. Mr. Heijselaar heeft zich daarbij bediend van een pleitnota, die hij heeft overgelegd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

2 Beoordeling
2.1

De voorzieningenrechter heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.13 de feiten opgesomd die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Nu partijen tegen die opsomming geen bezwaar hebben gemaakt, zal ook het hof van die feiten uitgaan.

2.2

Die feiten, aangevuld met andere feiten die zijn gesteld en niet (voldoende) zijn weersproken, komen neer op het volgende.

i. Stadgenoot heeft aan [geïntimeerde sub 2] een woning verhuurd aan het adres [adres] (hierna: de woning).

ii. In oktober 2015 hebben [geïntimeerde sub 2] (als huurder) en [appellant] (als beoogd huisbewaarder) bij Stadgenoot een aanvraag huisbewaring ingediend, gedateerd 22 oktober 2015, voor de periode 26 november 2015 tot en met 1 november

2017. Op de aanvraag is als reden voor de aanvraag aangekruist “Langdurige reis”.

iii. Bij brief van 15 december 2015 heeft Stadgenoot op deze aanvraag afwijzend beslist op de grond dat geen documenten waren verstrekt waaruit de noodzaak tot afwezigheid van de hoofdbewoner bleek.

iv. Op 21 december 2015 heeft [geïntimeerde sub 2] een briefje ingediend bij Stadgenoot waarin onder meer het volgende staat:

Hierbij wil ik een verklaring doen dat ik voor een lange tijd naar Marokko ga.

Omdat ik van plan ben een huis te bouwen en hoelang dat gaat duren weet ik niet.

Ik ben zelf bang om te vliegen vandaar dat ik met auto daarnaartoe reis.

Mijn vertrek naar Marokko is eind December 2015.

v. Op 21 december 2015 heeft [appellant] een “Verklaring huisbewaarder” ondertekend, waarin (onder meer) het volgende staat:

Ondergetekende (...) verklaart akkoord te gaan met de hierna te noemen voorwaarden waaronder (...) Stadgenoot toestemming verleent, om gedurende de afwezigheid van [geïntimeerde sub 2] , als huisbewaarder op te treden van de woning (...).

1. Doordat op 31-12-2016 de huisbewaring zal eindigen en huurder van de woning

ofwel weer zal terugkeren op de woning ofwel de huur van de woning heeft beëindigd zal huisbewaarder ook op die datum de woning verlaten;

2. Wanneer de huurovereenkomst wordt beëindigd voordat de huisbewaring is geëindigd dient de huisbewaarder de woning op verzoek van de huurder van de woning te verlaten zodat deze de woning leeg aan Stadgenoot kan opleveren;

3. Huisbewaarder zal ervoor zorg dragen, dat tijdens zijn/haar verblijf op de woning (…) de in de huurovereenkomst van de huurder, vermelde bepalingen omtrent de bewoning en verzorging van de woning (…) stipt zullen worden nagekomen;

vi. Op 21 december 2015 heeft Stadgenoot alsnog mondeling toestemming gegeven voor huisbewaring door [appellant] in de periode van 31 december 2015 tot 31 december 2016.

vii. Onder de gedingstukken bevindt zich een (voorgedrukt formulier) van

Stadgenoot genaamd “Verklaring huuropzegging i.v.m. huisbewaring”, dat is ondertekend door [geïntimeerde sub 2] . Op deze verklaring is bij de zin: “Zegt/zeggen de huur op per: (...)” de (handgeschreven) datum 31-12-2016 doorgestreept en (handgeschreven) ingevuld: “22-1-2016”. Op de verklaring zijn tevens het...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT