Uitspraak Nº 200.186.790/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:GHARL:2020:3374
Date28 Abril 2020
Docket Number200.186.790/01
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.186.790/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland 4080624)

arrest van 28 april 2020

in de zaak van

[appellante] ,

wonende te [A] ,

appellante in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

hierna: [appellante],

advocaat: mr. T.J.J. Bodewes, kantoorhoudend te Groningen,

tegen

Stichting De Huismeesters,

gevestigd te Groningen,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie,

hierna: De Huismeesters,

advocaat: mr. A.J. Klok, kantoorhoudend te Groningen.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 30 oktober 2018 hier over.

1.2

Vervolgens zijn de volgende stukken ontvangen:

  • -

    akte uitlaten tevens voorwaardelijke wijziging grondslag reconventionele eis in incidenteel appel d.d. 11 december 2018 van [appellante] ;

  • -

    akte nadere inlichtingen d.d. 11 december 2018 van De Huismeesters;

  • -

    akte uitlaten/toelichting (producties) d.d. 22 januari 2019 van [appellante] ;

  • -

    antwoordakte d.d. 22 januari 2019 van De Huismeesters;

  • -

    akte uitlating producties 18, 19 en 20 bij memorie van antwoord van De Huismeesters;

  • -

    de bij H16-formulier door De Huismeesters ingediende producties d.d. 24 mei 2019.

1.3

Op 7 juni 2019 heeft de in het tussenarrest van 6 maart 2018 bevolen comparitie van partijen plaatsgevonden. Van het verhandelde ter zitting is proces-verbaal opgemaakt.

1.4

Partijen hebben arrest gevraagd op het voorafgaand aan de op verzoek van partijen geannuleerde zitting van 26 september 2018 toegezonden procesdossier, aangevuld met voormelde stukken.

2 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de navolgende feiten:

2.1

De Huismeesters verhuurde sinds 1 augustus 2008 aan [appellante] en [B] een

woning aan de [a-straat 1] te [A] (hierna: de woning). [appellante] en [B] woonden daarin samen met hun drie minderjarige kinderen.

2.2

Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Huurvoorwaarden De Huismeesters (hierna: algemene voorwaarden) van toepassing. De algemene voorwaarden bevatten, voor zover hier relevant, de volgende bepalingen:

“artikel 2 meer dan één huurder

1. (…) Ieder van de huurders is hoofdelijk aansprakelijk voor het gehele bedrag van de huurprijs en servicekosten en voor alle overige verplichtingen die voor hem en voor andere huurder(s) uit deze overeenkomst en de wet voortvloeien.

(…)

artikel 7 de algemene verplichtingen van huurder

(…)

10. Het is huurder niet toegestaan in het gehuurde hennep of soortgelijke gewassen te telen, dan wel andere activiteiten te verrichten die op grond van de opiumwet of Wetboek van Strafboeklees: Strafrecht) strafbaar zijn gesteld. Het handelen in strijd met dit verbod is dermate ernstig dat dit de ontbinding van de huurovereenkomst op kortst mogelijke termijn rechtvaardigt.”

2.3

Op grond van de Huisvestingswet 2014 en de Huisvestingsverordening 2015 gemeente Groningen (hierna: Huisvestingsverordening) is het College van B&W van de gemeente Groningen belast met de woonruimteverdeling in de gemeente Groningen. In het kader van die woonruimteverdeling wordt een register van woningzoekenden aangehouden dat nader is geregeld in paragraaf 2 Huisvestingsverordening. Dit register is het systeem van Woningnet. Paragraaf 3 Huisvestingsverordening bevat regels over het aanbieden en toewijzen van de woningen. Artikel 2 Huisvestingsverordening geeft aan het College van B&W de bevoegdheid de woonruimteverdeling te mandateren aan de Groningse corporaties. Van deze mogelijkheid heeft het College van B&W gebruik gemaakt bij besluit van 24 januari 2017, welk besluit met terugwerkende kracht op 1 juli 2015 in werking is getreden.

Aanvragen van woningzoekenden die in aanmerking willen komen voor een voorrangpositie worden behandeld door het samenwerkingsverband van de Groningse corporaties Woonurgentie Groningen, voorheen geheten Selectiecommissie Groninger Corporaties. De Woonurgentie Groningen verricht haar werkzaamheden in het kader van de woonruimteverdeling op basis van ondermandaat van de Groningse woningcorporaties.

2.4

De Huismeesters is partij bij het Convenant Aanpak Thuisteelt van Hennep (hierna:

het hennepconvenant). Het betreft een overeenkomst tussen de gemeenten Groningen en

Haren, de Regiopolitie Groningen, het Openbaar Ministerie Groningen, de in Groningen en Haren werkzame woningcorporaties en Essent Netwerk B.V. Het convenant heeft tot doel door een gezamenlijke aanpak de thuisteelt van hennep in het politiedistrict Groningen/Haren tegen te gaan. De artikelen 9, 12 en 13 van het hennepconvenant, vastgesteld in 2006 en gewijzigd in 2012, luiden (deels) als volgt:

“9. Na de ontmanteling van de hennepkwekerij zal de politie, door gebruikmaking van het

BPS-inlichtingenformulier, bij of krachtens het bepaalde van de wet Politieregisters, de

convenantpartners (alsmede het UWV en de Belastingdienst) hierover zonodig onmiddellijk

informeren, zodat deze hun maatregelen treffen, zoals in dit convenant is vastgelegd. (...)

De over te dragen informatie betreft:

Personalia van de verdachte;

Locatie van de kwekerij;

Datum ontmanteling hennepkwekerij;

Aangetroffen aantal hennepplanten/hoeveelheid hennep;

Aangetroffen situatie (...);

Is er sprake van recidiverend gedrag, zo ja dan datum eerdere ontmanteling;

Indicatie over het aantal eerdere oogsten (de duur van de periode waarin de

hennepkwekerij, voorafgaand aan de ontmanteling door de politie, ten minste heeft

gefunctioneerd);

Eventueel risico voor omwonenden;

Dossiernummer / mutatienummer.

(…)

12. Huuropzegging

Als blijkt dat er sprake is van een hennepkwekerij in een huurwoning of aanhorigheden (...)

stelt de woningcorporatie de huurder in de gelegenheid om de huurovereenkomst op te

zeggen. Schade- en herstelkosten alsmede huurdervingkosten zullen worden opgenomen in

de eindafrekening.

De opzegging heeft tot gevolg dat de huurder de komende twee jaar is uitgesloten van het

huren van een woning van één van de woningcorporaties in de gemeente Groningen. De

huurder kan zich inschrijven als woningzoekende, maar kan gedurende deze twee jaar niet

reageren op een woning via Woningnet. (...)

Gerechtelijke procedure

Wanneer huurder de huurovereenkomst niet vrijwillig opzegt, zal de woningcorporatie in een

gerechtelijke procedure ontbinding van de huurovereenkomst en/of ontruiming van de

woning vorderen met veroordeling van de huurder in de procedure- en advocaatkosten.

Tevens wordt de geleden schade gevorderd waaronder herstelkosten en huurderving.

De gerechtelijke procedure heeft tot gevolg dat de huurder de komende vijf jaar is

uitgesloten van het huren van een woning van één van de woningcorporaties in de gemeente

Groningen. De huurder kan zich inschrijven als woningzoekende, maar kan gedurende deze

vijf jaar niet reageren op een woning via Woningnet. (...)

13. Uitgangspunt is dat tegen henneptelers repressieve maatregelen worden getroffen onder

het motto ‘ja, tenzij’. Als er namelijk aanwijzingen zijn dat sprake is van een schrijnend

geval, waardoor bepaalde maatregelen niet geïndiceerd zijn, kan er in overleg tussen de

convenantpartijen voor worden gekozen om bepaalde maatregelen onder voorwaarden op te

schorten.

Er worden in het convenant met opzet geen bindende criteria genoemd ter beantwoording

van de vraag of sprake is van een schrijnend geval. In de praktijk zal per casus in een apart

overleg tussen de partners worden vastgesteld welke gevallen dienen te worden aangemerkt

als een schrijnend geval. Recidivisten zullen echter niet als schrijnend worden aangemerkt.”

2.5

In 2016 hebben de Groningse woningcorporaties, waaronder De Huismeesters, vastgesteld het Protocol Tweedekansbeleid en stedelijke registratie Groningen (hierna: Protocol Tweedekansbeleid). In het Protocol Tweedekansbeleid zijn de voorwaarden en afspraken opgenomen waaronder de Woonurgentie Groningen namens de corporaties persoonsgegevens van de huurder registreert. Het Protocol Tweedekansbeleid bevat onder meer een regeling voor uitgezette huishoudens waartoe ook huurders die hun woning wegens hennep hebben ontruimd worden gerekend. In het Protocol Tweedekansbeleid is het onderscheid in het hennepconvenant van 2 jaar bij opzegging door de huurder en 5 jaar bij ontbinding door de rechter vervallen en in beide situaties geldt nu een termijn van drie jaar waarbinnen wegens hennep uitgezette huishoudens niet bij een Groningse corporatie een woning kunnen huren. Voor de registratie van deze categorie huurders is een signaleringsmodule ontwikkeld. Het registratiesysteem houdt in dat de woningcorporatie de wijze van beëindiging aan Woonurgentie Groningen doorgeeft, Woonurgentie Groningen namens de woningcorporatie de gegevens van de beëindiging in de signaleringsmodule in Woningnet registreert waarbij alleen medewerkers van de corporaties toegang hebben tot de registratie, Woonurgentie Groningen wekelijks handmatig controleert of er een match (signalering) is tussen de woningzoekende die zich inschrijft op Woningnet en een registratie in de signaleringsmodule en bij het bereiken van de maximale registratieduur de registratie van de betrokkene in de signaleringsmodule wordt verwijderd. In bijlage 1 bij het Protocol Tweedekansbeleid is opgenomen welke gegevens over het uitgezette huishouden door de woningcorporatie worden verstrekt en gesignaleerd.

Aan het slot van het Protocol Tweedekansbeleid is een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT