Uitspraak Nº 200.188.978_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2017-12-19

ECLIECLI:NL:GHSHE:2017:5904
Date19 Diciembre 2017
Docket Number200.188.978_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.188.978/01

arrest van 19 december 2017

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

hierna aan te duiden als [appellant] ,

advocaat: mr. B.H. Vader te Oost-Souburg,

tegen

[de vennootschap] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. R.R.E. Nobus te Terneuzen,

op het bij exploot van dagvaarding van 17 maart 2016 ingeleide hoger beroep van het vonnis van 23 december 2015, door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, gewezen tussen [appellant] als eiser en [geïntimeerde] als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 4339505 / 15-4582)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep;

  • -

    het tussenarrest van 24 mei 2016, waarin een comparitie na aanbrengen is gelast. Op verzoek van partijen is afgezien van die comparitie.

  • -

    de memorie van grieven;

  • -

    de memorie van antwoord;

  • -

    het pleidooi d.d. 30 november 2017, waarbij partijen pleitnotities hebben overgelegd.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet bij vervroeging uitspraak.

3 De beoordeling
3.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

3.1.1.

[appellant] is sinds 2000 jaarlijks als los werknemer/seizoenarbeider, telkens op basis van een arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd en telkens met tussenpozen van circa zes maanden, in dienst geweest bij [geïntimeerde] als maaierchauffeur/hakselchauffeur, laatstelijk van 23 mei 2011 tot en met 20 november 2011.

3.1.2.

De op de laatste arbeidsovereenkomst toepasselijke cao voor de Groenvoederdrogerijen voor de periode 1 juli 2010 t/m 30 juni 2012 (hierna te noemen: de cao) bepaalt in art. 41B het volgende:

Opzeggingstermijn losse en seizoenswerknemers

1. Indien aan de in lid 2 vermelde voorwaarden is voldaan, zal de werkgever binnen zes maanden na de beëindiging van het desbetreffende dienstverband geen werknemer in dienst nemen voor het verrichten van werkzaamheden van dezelfde aard, dan nadat hij de werknemer van wie het dienstverband aldus is beëindigd, in de gelegenheid heeft gesteld zijn vroegere werkzaamheden te hervatten.

2. De in lid 1 genoemde voorwaarden zijn de volgende:

a. Er heeft gedurende minstens zes maanden een los dienstverband bestaan.

b. Naast het dienstverband genoemd onder 1 heeft er in de 36 maanden voorafgaand aan de beëindigingsdatum van laatstgenoemd dienstverband met dezelfde werknemer gedurende eveneens tenminste tweemaal zes maanden een dienstverband bestaan.
(…)

3.1.3.

[appellant] heeft op 10 mei 2012 [geïntimeerde] schriftelijk verzocht om hem ook voor 2012 een arbeidsovereenkomst aan te bieden op de gebruikelijke voorwaarden. Bij brief van 18 mei 2012 heeft [geïntimeerde] meegedeeld dat zij blijft bij de op 10 mei 2012 gedane telefonische mededeling dat zij [appellant] geen arbeidscontract aanbiedt.

3.1.4.

[appellant] heeft van 18 november 2011 tot 14 november 2013 een ziektewetuitkering ontvangen en daarna een WIA-uitkering. [appellant] is...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT