Uitspraak Nº 200.191.985/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-07-03

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:6115
Docket Number200.191.985/01
Date03 Julio 2018
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.191.985/01

(zaaknummer rechtbank Overijssel C/08/166818 / HA ZA 15-49)

arrest van 3 juli 2018

in de zaak van

1 [appellant] ,

wonende te [A] ,

hierna: [appellant],

2. [appellante] ,

wonende te [A] ,

hierna: [appellante],

appellanten in het principaal hoger beroep,

geïntimeerden in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: eisers in conventie en verweerders in reconventie,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] c.s.,

advocaat: mr. R.J. Leijssen, kantoorhoudend te Enschede,

tegen

[geïntimeerde] Bau GmbH,

gevestigd te [B] ,

geïntimeerde in het principaal hoger beroep,

appellante in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie,

hierna: [geïntimeerde],

advocaat: mr. J.A.M. Janssen LLM., kantoorhoudend te Arnhem.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Het hof neemt de inhoud van het tussenarrest van 16 januari 2018 hier over.

1.2

Ingevolge het vermelde tussenarrest heeft op 15 februari 2018 een comparitie van partijen plaatsgevonden. Het hiervan opgemaakte proces-verbaal bevindt zich in afschrift bij de stukken.

1.3

Daarna is de zaak verwezen naar de rolzitting van 27 februari 2018 voor beraad partijen. Ter rolle van 27 februari 2018 hebben partijen arrest gevraagd.

1.4

Vervolgens zijn de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest en heeft het hof arrest bepaald.

1.5

[appellanten] c.s. vorderen in het (principaal) hoger beroep:
"dat uw gerechtshof moge behagen het vonnis in eerste aanleg tussen partijen gewezen op 2 maart 2016 te vernietigen en opnieuw recht doende geïntimeerde te veroordelen om aan eisers te betalen de somma van € 71.480,67 te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 6 december 2013 over een bedrag van € 34.008,63 over het resterende bedrag vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening, te vermeerderen met nader te begroten schadevergoeding op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet.
Geïntimeerde te veroordelen om ter zake van de buitengerechtelijke kosten de somma van € 4.450,- te betalen vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening.
Geïntimeerde te veroordelen in de kosten van beide instanties."

1.6

[geïntimeerde] heeft geconcludeerd:
"In principaal appel
Dat het uw Gerechtshof behage appellanten niet-ontvankelijk te verklaren in het ingestelde hoger beroep, dan wel aan appellanten hun vorderingen te ontzeggen met veroordeling van appellanten in de kosten van het geding.
In incidenteel appel
Dat het uw gerechtshof behage, geïntimeerden in incidenteel appel, hoofdelijk, des de een betalende de ander zal zijn gekweten, bij arrest uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan appellante in incidenteel appel van een bedrag ad € 13.626,03, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 mei 2014, tot aan de dag der algehele voldoening.
In principaal appel en in incidenteel appel
Dat het uw gerechtshof behage, [appellant] te veroordelen in de kosten van het geding in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente, te rekenen vanaf veertien dagen na betekening van het in deze te wijzen arrest, tot aan de dag der algehele voldoening en te vermeerderen met de nakosten van € 131,00 in geval van betekening en € 68,- zonder betekening."

2 De feiten
2.1

Tegen de weergave van de vaststaande feiten in rechtsoverweging 2.1 tot en met 2.19 van het vonnis van 2 maart 2016 is geen grief ontwikkeld en ook anderszins is niet van bezwaren daartegen gebleken, zodat ook in hoger beroep van die feiten zal worden uitgegaan. Deze feiten luiden als volgt.

2.2

[geïntimeerde] is een in Duitsland gevestigde aannemer, die zich onder meer richt op de Nederlandse markt.

2.3

Via de heer [C] van EU Bouw B.V. bouwmanagement (hierna: [C] ) zijn [appellanten] c.s. in contact gekomen met [geïntimeerde] . Aan [C] hebben [appellanten] c.s. tekeningen van een architect en diverse andere technische gegevens ter beschikking gesteld. [C] heeft daarover in een e-mailbericht van 20 oktober 2011 meegedeeld aan [appellanten] c.s. dat hij "jullie gegevens bij de aannemer heeft neergelegd".

2.4

Nadat [geïntimeerde] op 9 maart 2012 daartoe twee (finale) offertes aan [appellanten] c.s. had uitgebracht, hebben partijen op 15 maart 2012 een overeenkomst ('Bauleistungsvertrag') gesloten voor de bouw van een woning met garage te [A] aan de [a-straat] 11 (hierna: de woning) voor een aanneemsom van € 250.000,-. In de offertes is achter de onderdelen 'Fenster- und Auβentüren' en 'Heizung/Sanitär/Klempner/Elektro' vermeld: 'Eigenleist', inhoudende dat die werkzaamheden door de opdrachtgever in eigen beheer zouden worden uitgevoerd. Bij het onderdeel 'Fliesenarbeiten' (ofwel tegelwerk) is vermeld: 'Material - Eigenleistung'.

2.5

In de in de Duitse taal gestelde overeenkomst wordt in artikel 1 verwezen naar de op 9 maart 2012 uitgebrachte offertes en is voorts onder meer vermeld:

" § 2 Bauzeit

(…)

Baubeginn von Seiten der Fa. [geïntimeerde] : Frühestens 1. April 2012 - Spätestens 02. Mai 2012
Fertigstellung: 30.11.2012 bei zügiger Ausführung der Eigenleistungsarbeiten.
Bei Überschreitung der Fertigstellungstermin wird Strafe van 200,- € je Woche vereinbart.
Bei Verzögerungen der Bauzeit, die auf die Eigenleistungsarbeiten (Arbeiten in eigener Regie) zurückzuführen sind, verschiebt sich der Fertigstellungstermin entsprechend nach hinten.
(…)

§ 4 Vergütung

(…)

Sofern eine Teilzahlung nicht binnen zwanzig Tagen nach Aufforderung geleistet wird, ist der rückständige Betrag mit 8% ab diesem Zeitpunkt zu verzinsen.
Nach Vertragsabschluβ eintretende Abweichungen vom Bauleistungsverzeichnis sind gesondert zu vergüten.
(…)"

2.6

Medio september 2012 is tussen [geïntimeerde] en [appellanten] c.s. een discussie ontstaan over de meerkosten van bredere dakgoten. [appellanten] c.s. hebben zich daarbij op het standpunt gesteld dat [geïntimeerde] is afgeweken van de bouwtekeningen en daarbij [appellanten] c.s. niet heeft gewaarschuwd voor de gevolgen daarvan voor de breedte van de dakgoten. In een e-mailbericht van 21 september 2012 hebben [appellanten] c.s. medegedeeld vanwege de voortgang van de bouw de opdracht te geven tot plaatsing van de door [geïntimeerde] voorgestelde goot, onder voorbehoud van alle rechten en weren.

2.7

Op 25 september 2012 heeft [geïntimeerde] aan [appellanten] c.s. voor een bedrag van € 9.341,50 (incl. BTW) een opdrachtbevestiging gezonden, waarin is vermeld:
"Mehrkosten für die Lieferung der Polux Dachrinne als Extraanfertigung, um eine nahezu nahtlose Unterseite der Dachüberstandes zu erhalten."
[appellanten] c.s. hebben deze opdrachtbevestiging voor akkoord ondertekend. In het e‑mailbericht van 18 oktober 2012, waarmee [appellanten] c.s. die bevestiging hebben geretourneerd, is vermeld: "wij blijven het niet eens met wat hier gebeurd."

2.8

Per brief van 12 oktober 2012 heeft [geïntimeerde] aan [appellanten] c.s. meegedeeld:
"hiermit teilen wir Ihnen mit, dass sich aufgrund weiterer Verzögerung der Eigenleistungsarbeiten der Fertigstellungstermin des Wohnhauses weiter nach hinten verschieben wird.
Der Einbau der Fenster sollte ursprünglich Ende August abgeschlossen sein, was aber bis heute noch nicht der Fall ist.
Somit verschiebt sich unser Fertigstellungstermin aus jetziger Sicht zwangsläufig mindestens um 7 Wochen + Weihnachtsfeiertage auf den 25.01.2013.

2.9

Op 16 oktober 2012 heeft [geïntimeerde] aan [appellanten] c.s. een opdrachtbevestiging gezonden voor meerwerk bestaande uit 'Verkleidung der Fensterleibungen met Rigips auf die vorhandenen Holzrahmen' voor, rekening houdend met daardoor ontstaan minderwerk, per saldo een bedrag van € 927,10 inclusief BTW.

2.10

Op 15 november 2012 hebben [appellanten] c.s. een opdrachtbevestiging ondertekend voor het als meerwerk leveren van met name binnendeuren inclusief deurbeslag voor € 3.654,20 inclusief BTW.

2.11

Op 15 februari 2013 heeft een bouwkundige, verbonden aan Vereniging Eigen Huis (hierna: VEH), een bouwkundige keuring van de woning uitgevoerd waarvan een proces-verbaal is opgemaakt, dat door [appellanten] c.s., [geïntimeerde] en een vertegenwoordiger van de door [appellanten] c.s. ingeschakelde installateur is ondertekend. In dat proces-verbaal zijn 38 tekortkomingen vermeld, waarvan geen enkele tekortkoming als ernstig is aangemerkt. Onder het kopje 'Algemene beoordeling' zijn de beoordeelde onderdelen zonder uitzondering als 'voldoende' aangemerkt. In het proces-verbaal is aan het slot daarvan vermeld dat de aannemer zich verbindt de tekortkomingen "onverwijld, doch uiterlijk binnen 3 maanden na heden" te herstellen.

2.12

De woning is vanaf 16 februari 2013 bewoond door [appellanten] c.s.

2.13

Bij factuur d.d. 6 maart 2013 heeft [geïntimeerde] de laatste tranche van de overeengekomen aanneemsom, vermeerderd met een bedrag aan meer- en minderwerk van

€ 12.496,06, samen in totaal € 23.750,77, bij [appellanten] c.s. in rekening gebracht. [appellanten] c.s. hebben dit bedrag onbetaald gelaten.

2.14

[appellanten] c.s. hebben zich per e-mailbericht van 19 april 2013 bij [geïntimeerde] beklaagd over i) vijf te hoog berekende posten, ii) dertien schadeposten, iii) het uitblijven van verrekening van de kosten van de bouwkundige keuring door VEH, en iv) zes posten waarop ten onrechte geen minderkosten in rekening zijn gebracht. In dat e-mailbericht hebben [appellanten] c.s. zich voorts op het standpunt gesteld dat [geïntimeerde] vanwege de te late oplevering een boete is verschuldigd van € 2.200,-, dat [geïntimeerde] de extra huurkosten van € 1.950,- dient te vergoeden en drie kwart van een maandsalaris...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT