Uitspraak Nº 200.206.791. Gerechtshof Den Haag, 2017-05-16

ECLIECLI:NL:GHDHA:2017:1157
Docket Number200.206.791
Date16 Mayo 2017
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.206.791

Rekestnummer rechtbank : 65179876 / RPVERZ 16-50441

Beschikking van 16 mei 2017

in de zaak van

[naam] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in hoger beroep,

hierna te noemen: [verzoekster] ,

advocaat: mr. O. van der Kind te Amsterdam,

tegen

Stichting Sint Adelbert College,

gevestigd te Wassenaar,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: Adelbert College,

advocaat: mr. M.R.A. Dekker te Den Haag.

Het geding

Bij verzoekschrift in hoger beroep, ter griffie ingekomen op 2 januari 2017, is [verzoekster] in hoger beroep gekomen van de beschikking van 23 november 2016, door de rechtbank Den Haag, team kanton Den Haag, gegeven tussen partijen. In dit verzoekschrift heeft [verzoekster] acht grieven tegen de bestreden beschikking opgeworpen. Adelbert College heeft een verweerschrift ingediend en de grieven bestreden en een incidentele grief aangevoerd. Ter zitting van dit hof van 4 maart 2017 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Ter zitting is het incidentele hoger beroep ingetrokken. Uitspraak is bepaald op heden.

Beoordeling van het hoger beroep

1. Voor zover de door de rechtbank in de bestreden beschikking vastgestelde feiten door partijen niet zijn bestreden, zal het hof daarvan zal uitgaan. Met het gestelde in grief 1 heeft het hof rekening gehouden in het navolgende feitenoverzicht, zodat deze grief geen verdere bespreking behoeft.

2. Het gaat in deze zaak om het volgende.

2.1

[verzoekster] , geboren op [geboortedatum] 1968, is op 1 augustus 2014 bij Adelbert College in dienst getreden in de functie van docent Levensbeschouwing. Haar laatstverdiende loon bedroeg € 3.244,08 bruto per maand, exclusief emolumenten. Op het dienstverband was de CAO Voorgezet Onderwijs van toepassing (verder: de CAO VO).

2.2

In de aktes van benoeming van 15 oktober 2014 is vermeld:

"De benoeming geschiedt:

voor bepaalde tijd vanaf 01-08-2014 tot en met 31-07-2015

De grond voor bepaalde tijd:

 eerste dienstverband met uitzicht op een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd"

2.3

In de akte van benoeming van 10 september 2015 is vermeld:

"De benoeming geschiedt:

voor bepaalde tijd vanaf 01-08-2015 tot en met 31-07-2016

grond voor bepaalde tijd:

(…)

 een andere dan de genoemde reden, namelijk verlengde tijdelijke aanstelling"

(…)

Het dienstverband voor bepaalde tijd betreft een voortzetting van het reeds eerder aangegane dienstverband voor bepaalde tijd"

(…)

Op deze arbeidsovereenkomst is de vigerende cao waaraan de werkgever gebonden is van toepassing en alle aanvullingen en wijzigingen die deze cao ondergaat."

2.4

In de CAO VO 2014/2015 is onder meer bepaald:

"10.a.1 Beëindiging van het dienstverband

1. (…)

2. Het tussentijds beëindigen van een (verlengd) dienstverband voor bepaalde tijd dan wel het beëindigen van een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd (…) geschiedt:

a door opzegging

(…)

3. Van rechtswege eindigt:

a. het eerste dienstverband voor bepaalde tijd door het verstrijken van de tijd waarvoor het is aangegaan

(…)

4. Bij opzegging van een verlengd dienstverband voor bepaalde tijd zijn de opzegverboden genoemd in de leden 1 en 3 van art. 7:670 van het BW niet van toepassing.

(…)

10 a.3 Opzegging

1 Opzegging door de werkgever c.q. de werknemer dient bij aangetekend schrijven dan wel bij brief, die tegen een ontvangstbewijs middellijk dan wel onmiddellijk is overhandigd, en met redenen omkleed te geschieden met inachtneming van de geldende opzegtermijn.

2 Opzegging, (…) geschiedt tegen de eerste van de maand, tenzij anders wordt overeengekomen."

2.5

In april 2016 hebben de CAO-partijen overeenstemming bereikt over een nieuwe CAO. Het onderhandelaarsakkoord is gepubliceerd op 12 april 2016. De sociale partners spraken af in verband met de inwerkingtreding van de WWZ per 1 juli 2015, een gezamenlijke verklaring te publiceren met betrekking tot de uitleg van artikel 10 CAO VO 2014/2015. Deze verklaring – die ook gevoegd was bij een brief van 25 maart 2016 van de VO-raad – luidt als volgt:

"Op 1 juli 2015 is het nieuwe ontslagrecht in werking getreden, conform de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Een belangrijke verandering hierbij is dat het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (BBA), waarin het onderwijs werd uitgezonderd van het reguliere privaatrechtelijke ontslagrecht, is komen te vervallen. Hierbij is het voortgezet onderwijs onder het 'normale' arbeidsrechtelijke regime komen te vallen.

(…)

In de CAO VO is opgenomen dat verlengde dienstverbanden voor bepaalde tijd, (…) beëindigd moeten worden door opzegging. Mocht hierover onduidelijkheid bestaan, dan wensen sociale partners te benadrukken dat het hier gaat om de 'oude' vorm van opzeggen, dus het beëindigen van de arbeidsovereenkomst door middel van een schriftelijke mededeling (aanzegging). Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling om arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd te laten beëindigen met gebruikmaking van een preventieve toetsing door het UWV dan wel de kantonrechter. In de nieuwe CAO VO zal een tekstuele wijziging hierover worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT