Uitspraak Nº 200.210.842_02. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:3480
Docket Number200.210.842_02
Date24 Septiembre 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht

zaaknummer 200.210.842/02

arrest van 24 september 2019

in de zaak van

1 [appellant] ,
wonende te [woonplaats] ,

hierna aan te duiden als [appellant] ,

2. [appellante] ,
wonende te [woonplaats] ,

hierna aan te duiden als [appellante] ,

appellanten,

advocaat: mr. R.H.G.M. Kerckhoffs te Maastricht,

tegen

1 [geïntimeerde 1] ,
wonende te [woonplaats] ,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde 1] ,

2. [geïntimeerde 2] ,
wonende te [woonplaats] ,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde 2] ,

geïntimeerden,

advocaat: mr. R.H.J.G. Borger te Maastricht,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 25 april 2017 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer 5098002 CV EXPL 16-4961 gewezen vonnis van 9 november 2016.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenarrest van 25 april 2017 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;

  • -

    het proces-verbaal van comparitie van 31 augustus 2017;

  • -

    de memorie van grieven met producties;

  • -

    de memorie van antwoord met producties.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg

6 De beoordeling
6.1.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

6.1.1.

Tussen [appellant] en [appellante] enerzijds en [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] anderzijds is op 16 juli 2014 een koopovereenkomst tot stand gekomen, op grond waarvan [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hun woning gelegen te [woonplaats] , [adres] , aan [appellant] en [appellante] hebben verkocht.

6.1.2.

Bij het vastleggen van de afspraken hebben partijen gebruik gemaakt van de modelovereenkomst van de NVM (model 2014). In de koopovereenkomst is - onder meer - het navolgende vermeld:

Artikel 6 Staat van de onroerende zaak. Gebruik.

(…)

6.1

De onroerende zaak zal aan koper in eigendom worden overgedragen in de staat waarin deze zich bij het tot stand komen van deze koopovereenkomst bevindt met alle daarbij behorende rechten en aanspraken, zichtbare en onzichtbare gebreken, heersende erfdienstbaarheden en kwalitatieve rechten, en vrij van hypotheken, beslagen en inschrijvingen daarvan.

(…)

6.3

De onroerende zaak zal bij de eigendomsoverdracht de feitelijke eigenschappen bezitten die nodig zijn voor een normaal gebruik als: woning.

Indien de feitelijke levering eerder plaatsvindt, zal de onroerende zaak op dat moment de eigenschappen bezitten die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper bekend zijn of kenbaar zijn op het moment van het tot stand komen van deze koopovereenkomst.”

6.1.3.

De levering heeft plaatsgevonden op 20 augustus 2014 bij notariële akte, verleden voor notaris mr. [de notaris] te [standplaats] , waarin als koopsom is vermeld een bedrag van

€ 475.000,00. Artikel 2 van deze notariële akte luidt als volgt:

Artikel 2 - Feitelijke staat en gebruik van het verkochte

1. Koper heeft het verkochte vόόr de levering mogen bezichtigen. Koper aanvaardt het verkochte in de staat waarin dit zich vandaag bevindt. Deze komt overeen met de staat waarin het verkochte zich bevond op het moment van het sluiten van de koopovereenkomst, uitgezonderd normale slijtage.

2. Het verkochte bezit de feitelijke eigenschappen die nodig zijn voor een normaal gebruik als woonhuis.

Verkoper staat niet in voor andere eigenschappen dan die voor een normaal gebruik als in de vorige zin vermeld nodig zijn. Verkoper staat ook niet in voor de afwezigheid van gebreken die dat normale gebruik belemmeren en die aan koper kenbaar waren op het moment van het tot stand komen van de koopovereenkomst.

Koper verklaart het verkochte te gaan gebruiken voor hetzelfde doel als hiervoor vermeld.

6.1.4.

Onder de aan [appellant] en [appellante] geleverde woning bevindt zich een kelder, die opgedeeld is in drie ruimten: een wasruimte, een provisieruimte en een hobbyruimte. In deze laatste ruimte ligt laminaat op de vloer en zijn de wanden bekleed (in ieder geval ten tijde van de overdracht van de woning) met voorzetwanden.

6.1.5.

Na de overdracht van de woning aan [appellant] en [appellante] is, in de laatste week van augustus 2014, tijdens hevige regenval, regenwater de kelder ingelopen waardoor de vloer van twee van de drie kelderruimten (de wasruimte en de proviandruimte) blank kwam te staan.

6.1.6.

[appellant] en [appellante] hebben vervolgens het bedrijf [vochttechniek] Vochttechniek (hierna: [vochttechniek] ) ingeschakeld. [vochttechniek] heeft, na een bezoek aan de woning op 9 september 2014, bij brief d.d. 17 september 2014 (productie 4 bij inleidende dagvaarding) aan [appellant] en [appellante] bericht: “In de kelder van de woning is sprake van een vochtprobleem. De problemen ontstaan door een combinatie van factoren en oorzaken.” In de brief worden door [vochttechniek] vervolgens vijf oplossingen genoemd, die, kort samengevat, inhouden:

- het uitdiepen van twee aanwezige koekoeken en voorzien van een grindkoffer;

- op een zevental plekken aanpassen van de spouwindekking;

- op diverse plekken in de kelder van binnenuit gelsluierinjectie toepassen;

- de doorvoeringen in de wanden afdichten;

- de hemelwaterafvoeren laten controleren door derden.

[vochttechniek] biedt in de brief aan de voormelde werkzaamheden uit te voeren voor een bedrag van in totaal € 15.475,- exclusief btw. In een nieuwe offerte d.d. 23 maart 2016 (productie 15 bij inleidende dagvaarding) biedt [vochttechniek] aan de werkzaamheden uit te voeren voor een totaalprijs van € 19.945,64 inclusief btw.

6.2.

[appellant] en [appellante] stellen zich in de onderhavige procedure op het standpunt dat [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] de hiervoor genoemde herstelkosten aan hen dienen te vergoeden. Zij leggen hieraan (primair) ten grondslag dat uit de bevindingen van [vochttechniek] blijkt dat er ten tijde van de verkoop aan hen van de woning al langere tijd sprake moet zijn geweest van vochtoverlast in de kelder; volgens [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zijn zij daarover ten onrechte niet door [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] geïnformeerd.

Volgens [appellant] en [appellante] is de kelder als gevolg van de vochtproblematiek en wateroverlast ongeschikt voor normaal gebruik.

[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zijn het oneens met het standpunt van [appellant] en [appellante] . Zij stellen dat [appellant] en [appellante] de woning vooraf meermalen hebben bezichtigd en daarbij werden bijgestaan door een aannemer, een architect en een makelaar. Tijdens die bezichtigingen hebben [appellant] en [appellante] gezien dat er waterschade was bij een kozijn in de kelder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT