Uitspraak Nº 200.212.770. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-11-05

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:9479
Date05 Noviembre 2019
Docket Number200.212.770
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht

zaaknummer gerechtshof 200.212.770

(zaaknummer rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem 305359)

arrest van 5 november 2019

in de zaak van:

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: ‘ [appellant] ’,

advocaat: mr. R. de Lange,

tegen:

1 [geïntimeerde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [geïntimeerde 2],

wonende te [woonplaats] ,

3. [geïntimeerde 3],

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden,

in eerste aanleg: eisers,

hierna: gezamenlijk ‘ [geïntimeerden] ’ en afzonderlijk ‘ [geïntimeerde 1] ’, ‘ [geïntimeerde 2] ’ en ‘ [geïntimeerde 3] ’,

advocaat: mr. E.H. Steentjes,

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Het hof verwijst naar het arrest van 9 oktober 2018 waarin een meervoudige comparitie van partijen is bepaald.

1.2

Het verloop van de procedure na het tussenarrest blijkt uit:

- de spreekaantekeningen van mr. Steentjes,

- het proces-verbaal van het verhandelde tijdens de meervoudige comparitie van 3 april 2019, dat zich bij de stukken bevindt.

1.3

Vervolgens hebben partijen na nader beraad aan het hof bericht dat zij arrest vragen en heeft het hof arrest bepaald.

2 De vaststaande feiten

Het hof gaat in hoger beroep uit van de volgende feiten.

2.1

[geïntimeerde 1] en [appellant] zijn broers. [geïntimeerde 2] is de zoon van [geïntimeerde 1] en de neef van [appellant] . [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben vanaf 1 januari 2006 samen met [appellant] een bouwbedrijf geëxploiteerd. De onderneming was ondergebracht in een vennootschap onder firma (handelsnaam: [de vof] en verder hierna: de vof).

2.2

De vennootschapsakte (vof-akte) is opgesteld en door partijen getekend ten overstaan van een notaris op 20 december 2007.

In de vof-akte is, voor zover hier relevant, het volgende overeengekomen.

Artikel 2

(…)

3.a Behoudens het hierna sub b bepaalde heeft ieder van de vennoten te allen tijde het recht de vennootschap schriftelijk op te zeggen bij brief gericht aan zijn mede-vennoten tegen het einde van een kalendermaand. Hierbij dient een termijn van zes (6) maanden in acht te worden genomen.(…)

Artikel 6

1.De werkzaamheden van de vennoten en hun vakantiedagen worden in onderling overleg geregeld, welk overleg ten minste één (1) maand vóór de aanvang van de gewenste vakantiedagen dient plaats te vinden. (…)

Artikel 7

(…)

2. Binnen zes (6) maanden na afloop van ieder boekjaar of bij beëindiging van de vennootschap in de loop van enig boekjaar, worden de boeken van de vennootschap afgesloten en worden een balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt. (…)

Deze stukken worden ten bewijze van hun goedkeuring en van wederzijdse décharge door de vennoten ondertekend binnen acht (8) maanden na afloop van het boekjaar of de beëindiging van de vennootschap.

3. De balans en de winst- en verliesrekening binden de vennoten in de volgende gevallen:

a. wanneer de stukken ondertekend zijn overeenkomstig het bepaalde in lid 2, tenzij bij het ondertekenen schriftelijk een voorbehoud is gemaakt

b. wanneer de stukken niet ondertekend zijn binnen twee maanden na ontvangst door de desbetreffende vennoot, tenzij de reden van het niet ondertekenen schriftelijk aan de andere vennoten is meegedeeld.

4. (…)

Artikel 8

(…)

2. Winst is het positieve saldo na toepassing van het in lid 1 bepaalde. Ten laste van de winst wordt toegekend voor verrichte werkzaamheden aan: (. . . )

Indien de winst onvoldoende is voor de uitkering van deze bedragen, worden de voor uitkering beschikbare bedragen naar rato van de gemelde vergoedingen aan de vennoten uitgekeerd. Vorenbedoelde arbeidsvergoeding zal van jaar tot jaar in onderling overleg door de vennoten worden vastgesteld.(…)

Artikel 10

1. Een vennoot zal gedurende het bestaan van de vennootschap op geen enkele wijze betrokken mogen zijn bij een onderneming met geheel of gedeeltelijk hetzelfde doel als dat van de vennootschap. Hij zal zich ook niet in een dergelijke onderneming financieel mogen interesseren anders dan door middel van op de beurs genoteerde effecten.

2. Wanneer een vennoot ophoudt vennoot te zijn, blijft het in lid 1 vermelde beding gedurende twee (2) jaar op hem van toepassing voor zover de in lid 1 bedoelde onderneming wordt uitgeoefend binnen een straal van vijftig (50) kilometer van de huidige hoofdvestiging van de vennootschap.

3. Gedurende de in lid 2 bedoelde periode zal de aldaar bedoelde niet-voorzettende vennoot voorts op geen enkele wijzen betrokken mogen zijn bij (advisering inzake) geheel of gedeeltelijk binnen het doel van de vennootschap vallende werkzaamheden, leveranties en/of diensten voor dan wel aan cliënten van de vennootschap.

Onder cliënten van de vennootschap worden hierbij verstaan (rechts)personen voor respectievelijk aan welke/wie vóór het aangaan of gedurende het bestaan van de vennootschap een of meerdere malen werkzaamheden zijn verricht respectievelijk leveranties zijn gedaan en/of diensten zijn verleend, dan wel aan welke/wie ten tijde van het uittreden van de in lid 2 bedoelde vennoot een of meer offertes is/zijn uitgebracht.

4. Indien een vennoot handelt in strijd met het in dit artikel bepaalde verbeurt hij aan de andere vennoten gezamenlijk een eenmalige boete van vijftigduizend euro (€ 50.000,00) en een boete van vijfhonderd euro (€ 500,00) per dag voor iedere dag dat de overtreding voortduurt. Bedoelde boete zal zijn verbeurd door de enkele overtreding, zonder dat ter zake enige nadere schriftelijke aanmaning of ingebrekestelling is vereist.(…)

Artikel 11

De vennootschap wordt (voor zover van toepassing partieel) ontbonden:

(…)

2. door opzegging aan de andere vennoten ingevolge artikel 2 lid 3 sub a.

Artikel 12

1. Bij ontbinding van de vennootschap door opzegging als bedoeld in artikel 11 sub 2 (…) hebben de vennoten aan welke wordt opgezegd (…) het recht tot overname van het vennootschapsaandeel van de andere vennoot en tot voortzetting van de zaken van de vennootschap. (…)

5. Bij voorzetting van de zaken van de vennootschap door vennoten dient tussen de vennoten een afzonderlijke regeling te worden getroffen met betrekking tot de bij de vennootschap in gebruik zijnde goederen waarvan de niet-voorzettende vennoot eigenaar of rechthebbende is.

(…)

7.a. De voortzettende vennoten zullen aan de niet-voortzettende vennoot uitkeren het bedrag waartoe deze krachtens het bepaalde in lid 5 en artikel 13 lid 1 is gerechtigd.(…)

Artikel 13

1. Bij de ontbinding van de vennootschap is iedere vennoot allereerst gerechtigd tot het bedrag van zijn kapitaalrekening, vermeerderd of verminderd met zijn aandeel in de winst of in het verlies gemaakt of geleden blijkens de balans en de winst- en verliesrekening die overeenkomstig artikel 7 worden opgemaakt. Daarbij worden de activa opgenomen tegen de werkelijke waarde.

Bij overname van het vennootschapsaandeel en voorzetting van de zaken van de vennootschap door vennoten als bedoeld in artikel 12, worden ter berekening van het aandeel van de niet voorzettende vennoot, ook immateriële activa zoals goodwill, het recht op de handelsnaam en de waarde van huurrechten geactiveerd.

2. De/het uit lid 1 volgende liquidatiewinst of -verlies zal door de vennoten worden genoten of gedragen in de verhouding waarin de vennoten op de voet van het in artikel 8 lid 3 bepaalde gedurende het laatste boekjaar in de winsten deelden dan wel de verliezen droegen.

Artikel 15

1. De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vennootschap blijven in geval van beëindiging onder berusting van degenen die de zaken voortzetten en in geval van vereffening onder berusting van de jongste vennoot.

2. Een vennoot die de in lid 1 bedoelde stukken onder zijn berusting heeft, is verplicht aan de andere vennoten inzage daarvan te geven.

2.3

[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben op 28 november 2013 aan [appellant] de vennootschapsovereenkomst schriftelijk opgezegd tegen 1 juni 2014. [appellant] heeft per die datum de vennootschap voortgezet. Inmiddels heeft [appellant] de onderneming ingebracht in de besloten vennootschap [BV 1] B.V. [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] zijn na de opzegging in [plaats] samen een bedrijf begonnen, [BV 2] B.V.

2.4

[geïntimeerde 3] is de vrouw van [geïntimeerde 2] . Zij is samen met [geïntimeerde 2] eigenaar van de woning aan [adres] .

3 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
3.1

[geïntimeerden] heeft in eerste aanleg – samengevat – gevorderd:

I. een verklaring voor recht dat een rechtsgeldige cessie heeft plaatsgevonden van de vordering van [geïntimeerde 1] op [appellant] door [geïntimeerde 1] aan [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] , dat deze vordering door [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] is verrekend met hun schuld aan [appellant] en dat zij daarom in verband met de bouw van hun woning aan [adres] niets meer aan [appellant] verschuldigd zijn;

II. een verklaring voor recht dat er een rechtsgeldige cessie heeft plaatsgevonden van de vordering van [geïntimeerde 1] op [appellant] door [geïntimeerde 1] aan [geïntimeerde 2] , dat deze vordering van [geïntimeerde 2] is verrekend met zijn schuld aan [appellant] en dat [geïntimeerde 2] daarom in verband met de eindafrekening van de VOF niets meer aan [appellant] verschuldigd is;

III. Primair:

een verklaring voor recht dat het concurrentieverbod in artikel 10 lid 2 van de vof-akte in casu niet van toepassing is althans dat dit niet door [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] is overtreden;

Subsidiair:...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT