Uitspraak Nº 200.214.696/01. Gerechtshof Den Haag, 2017-06-07

ECLIECLI:NL:GHDHA:2017:1596
Date07 Junio 2017
Docket Number200.214.696/01
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Uitspraak : 7 juni 2017

Zaaknummer : 200.214.696/01

Rekestnummer rechtbank : FA RK 17-1272

Zaaknummer rechtbank : C/09/527382

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in hoger beroep,

hierna te noemen: de vader,

advocaat: mr. A.C. Bouma te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [land] ,

verweerster in hoger beroep,

hierna te noemen: de moeder,

advocaat: mr. T.M. Coppes te Aerdenhout.

Als belanghebbende is aangemerkt:

[bijzondere curator] ,

in haar hoedanigheid van bijzondere curator over de na te noemen minderjarigen,

hierna te noemen: de bijzondere curator.

In verband met het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming te Den Haag,

hierna te noemen: de raad.

PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP

De vader is op 26 april 2017 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 11 april 2017 van de rechtbank Den Haag.

De moeder heeft op 15 mei 2017 een verweerschrift ingediend.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

van de zijde van de vader:

  • -

    op 26 april 2017 een brief van diezelfde datum;

  • -

    op 1 mei 2017 een V-formulier van 28 april 2017 met bijlagen;

  • -

    op 4 mei 2017 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen;

  • -

    op 16 mei 2017 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen.

van de zijde van de moeder:

  • -

    op 16 mei 2017 een brief van diezelfde datum met bijlagen;

  • -

    op 17 mei 2017 een V-formulier van diezelfde datum met bijlagen.

Het hof heeft voorts op 16 mei 2017 een verslag van de bijzondere curator van diezelfde datum ontvangen.

De raad heeft bij brief van 8 mei 2017 medegedeeld ter zitting te zullen verschijnen en mondeling verweer te zullen voeren.

De zaak is op 18 mei 2017 mondeling behandeld.

Ter zitting waren aanwezig:

  • -

    de vader, bijgestaan door zijn advocaat;

  • -

    de moeder, bijgestaan door haar advocaat;

  • -

    [naam] namens de raad;

  • -

    de bijzondere curator.

Beide advocaten hebben ter zitting pleitnotities overgelegd.

De hierna te noemen minderjarigen zijn, ieder afzonderlijk en in aanwezigheid van de bijzondere curator, voorafgaand aan de zitting in raadkamer gehoord.

PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN

Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking. Bij die beschikking heeft de rechtbank, voor zover in hoger beroep van belang, de terugkeer van de minderjarigen [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats/-land] , en [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats/-land] , (hierna gezamenlijk te noemen: de minderjarigen) gelast naar [land] uiterlijk op 26 april 2017, waarbij de moeder toestemming heeft de minderjarigen mee te nemen naar [land] , en de reisdocumenten van de minderjarigen vanaf 26 april 2017 op te halen bij de advocaat mr. L.M. Bongers te Wijk bij Duurstede, opdat de moeder de minderjarigen zelf mee terug kan nemen naar [land] . De rechtbank heeft de proceskosten in die zin gecompenseerd dat ieder der partijen de eigen proceskosten draagt en de rechtbank heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen. Onder meer staat het volgende vast:

  • -

    partijen zijn op [trouwdatum] te [plaats] met elkaar gehuwd;

  • -

    partijen zijn de ouders van de minderjarigen;

  • -

    partijen oefenen gezamenlijk het gezag over de minderjarigen uit;

  • -

    de minderjarigen zijn in [land] en [land] opgegroeid en zij zijn op 2 november 2015 met hun ouders naar [land] verhuisd, alwaar zij tot het moment van overbrenging naar Nederland hebben gewoond;

  • -

    op 18 oktober 2016 heeft de vader met de minderjarigen [land] , verlaten en is met hen naar Nederland vertrokken;

  • -

    de moeder is op 11 november 2016 naar Nederland gekomen en verblijft sindsdien in de woning van haar moeder;

  • -

    de minderjarigen verblijven thans bij de moeder in Nederland;

  • -

    de vader, de moeder en de minderjarigen hebben de Nederlandse nationaliteit;

  • -

    de moeder heeft zich niet gemeld bij de Nederlandse Centrale Autoriteit.

Het hof heeft voorts bij beschikking van 4 mei 2017, op verzoek van de ouders, [bijzondere curator] benoemd tot bijzondere curator over de minderjarigen.

BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP

1. In geschil is het verzoek tot teruggeleiding van de minderjarigen naar [land] .

2. De vader verzoekt het hof om, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het inleidend verzoek van de moeder de onmiddellijke terugkeer van de minderjarigen, althans de terugkeer van de minderjarigen voor een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, te bevelen, alsnog af te wijzen, kosten rechtens.

3. De moeder verweert zich daartegen en verzoekt het hof de bestreden beschikking te bekrachtigen, met veroordeling van de vader in de aan de zijde van de moeder gemaakte (proces)kosten.

4. Het hof zal hieronder de grieven van de vader...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT