Uitspraak Nº 200.214.298. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2018-10-23

ECLIECLI:NL:GHARL:2018:9285
Date23 Octubre 2018
Docket Number200.214.298
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.214.298/01

(zaaknummer rechtbank 5396231 \ CV EXPL 16-15002 \ 520)

arrest van 23 oktober 2018

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

in eerste aanleg: eiser,

hierna: [appellant] ,

advocaat mr. A.A.M. Broos,

tegen:

ZIJM B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: Zijm,

advocaat mr. L.G.C.M. de Wit.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van het vonnis van 25 januari 2017 dat de kantonrechter (rechtbank Gelderland, sector kanton, locatie Arnhem) heeft gewezen.

1 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep van 10 april 2017,

- de memorie van grieven, tevens houdende akte wijziging eis (met producties),

- de memorie van antwoord (met producties).

1.3

Vervolgens heeft het hof arrest bepaald.

1 De motivering van de beslissing in hoger beroep
1.1.

Deze zaak gaat over het antwoord op de vraag of Zijm aan [appellant] , die tot 30 april 2017 in dienst was bij Zijm als medewerker magazijn, gelet op zijn wekelijkse arbeidsduur en zijn functie indeling, het juiste loon heeft betaald. Op grond van artikel 1 van de arbeidsovereenkomst tussen Zijm en [appellant] is van toepassing de collectieve arbeidsovereenkomst voor het motorvoertuigenbedrijf en tweewielerbedrijf (hierna: de cao). Het hof merkt overigens op dat de betreffende cao en de daaraan voorafgegane cao algemeen verbindend zijn verklaard vanaf in elk geval 1 januari 2012.

1.1.

De kantonrechter heeft [appellant] niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot meer loon op de grond dat het geschil over de functie indeling van [appellant] valt onder de reikwijdte van artikel 112 van de cao waardoor [appellant] zich ter zake tot de Bedrijfsraad dient te wenden. Ook zijn vordering ten aanzien van de meer gewerkte uren per week heeft tot hetzelfde resultaat geleid omdat die vordering samenhangt met de inschaling en daarmee met de functie-indeling.

1.1.

De vraag of [appellant] al dan niet ontvankelijk is in zijn vordering dient beantwoord te worden aan de hand van de toepasselijke bepalingen uit de cao. Deze luiden:

“INDELING VAN FUNCTIES

Artikel 16

1. De werkgever deelt de functie van de werknemer in en informeert de werknemer hierover. Als de functie een samenstelling is van meerdere functies, worden...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT