Uitspraak Nº 200.214.615/01. Gerechtshof Amsterdam, 2018-06-19

CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
ECLIECLI:NL:GHAMS:2018:2044
Docket Number200.214.615/01
Date19 Junio 2018
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.214.615/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/587799/HA ZA 15-513

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 juni 2018

inzake

CGI NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Amstelveen,

appellante in principaal appel,

geïntimeerde in incidenteel appel,

advocaat: mr. M.R. Ruygvoorn te Utrecht,

tegen

STAALBANKIERS N.V.,

gevestigd te ‘s-Gravenhage,

geïntimeerde in principaal appel,

appellante in incidenteel appel,

advocaat: mr. B.L.P. van Reeken te Amsterdam.

Partijen worden hierna CGI en Staalbankiers genoemd.

1 Het geding in hoger beroep

CGI is bij dagvaarding van 18 april 2017 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 januari 2017 dat onder bovenvermeld zaak-/rolnummer is gewezen tussen CGI als eiseres in conventie, tevens verweerster in reconventie en Staalbankiers als gedaagde in conventie tevens eiseres in reconventie.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven;

- memorie van antwoord tevens memorie van grieven in incidenteel appel tevens overlegging producties;

- memorie van antwoord in incidenteel appel, met producties.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 6 februari 2018 doen bepleiten, CGI door mr. Ruygvoorn voornoemd en Staalbankiers door mr. Van Reeken voornoemd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

CGI heeft in het principaal appel geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen voor zover de vorderingen van CGI zijn afgewezen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog de vorderingen van CGI (geheel) zal toewijzen.

Staalbankiers heeft in het principaal appel geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis voor zover daarbij de vorderingen van CGI zijn afgewezen. In het incidenteel appel heeft Staalbankiers naar het hof begrijpt geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen voor zover de vorderingen van CGI zijn toegewezen en de vorderingen van Staalbankiers zijn afgewezen en alsnog de vorderingen van CGI geheel zal afwijzen en de in hoger beroep gewijzigde vorderingen van Staalbankiers zal toewijzen als aan het slot van de memorie van Staalbankiers vermeld.

CGI heeft in het incidenteel appel geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met beslissing over de proceskosten.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.27 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

2.1.

CGI, voorheen handelend onder de naam Logica Nederland B.V. (hierna ook: Logica), is een dienstverlener van business- en IT-diensten. Staalbankiers is (tot 2017) actief geweest als private bank gericht op dienstverlening aan vermogende particulieren en stichtingen. Zij is een 100% dochteronderneming van Achmea B.V. (hierna: Achmea). Haar dienstverlening bestaat vooral uit effectendienstverlening, maar ook uit het uitvoeren van betalingsverkeeropdrachten en kredietverlening.

2.2.

Vanaf 2004 heeft Staalbankiers op basis van een Back-office Outsourcing Agreement (BOA) haar IT-voorzieningen ten behoeve van het effecten- en betalingsverkeer, inclusief beheer van bijbehorende rekeningen, (samen de "back office") uitbesteed aan Centric Financial Systems & Solutions B.V. (hierna: Centric). Centric was oorspronkelijk onderdeel van de Ordina groep (toen nog onder de naam Ordina BPO B.V.).

2.3.

Centric leverde diensten aan Staalbankiers door middel van een systeem dat gekenmerkt werd door veel maatwerk (Legacy Systemen). Centric heeft in het verleden zonder resultaat geprobeerd deze Legacy Systemen door Thaler software te vervangen. Dit is gebeurd onder de naam EDEN. Callataÿ & Wouters (hierna: C&W) is de leverancier van Thaler software. In dit kader heeft Centric een aantal documenten opgesteld met betrekking tot de wijze waarop de te ontwikkelen applicaties voor Staalbankiers konden interacteren met de IT-infrastructuur van Centric (inclusief generieke applicaties die ten behoeve van alle klanten van Centric zijn ontwikkeld). Deze documenten zijn tussen partijen bekend als de EDEN-deliverables.

2.4.

In 2009 heeft Staalbankiers een aanbesteding uitgeschreven voor IT-bedrijven om de dienstverlening van Centric over te nemen, waarbij gegadigden hun offerte moesten baseren op Thaler software. Voorafgaand aan en tijdens de aanbesteding is Staalbankiers bijgestaan door het consultancybureau Boer & Croon en Group Audit & Risk Services van Eureko (verder: GARS).

2.4.1.

In de door Boer & Croon opgestelde presentatie ‘Strategic Sourcing Staalbankiers’ is uiteengezet op welke wijze Staalbankiers haar toekomstige IT-infrastructuur wil laten implementeren en hoe de dienstverlening aan haar dient te worden uitgevoerd. In deze presentatie is melding gemaakt van de uitgangspunten van de door Staalbankiers gewenste architectuur voor haar nieuwe IT-infrastructuur:

“- Minder complexe en efficiënte inrichting van de totale applicatie architectuur

- Proven technologie

- Multichannel view voor klant en medewerker

- Implementatie op basis van Thaler

2.4.2.

GARS heeft ten behoeve van de aanbesteding onderzoek gedaan naar de IT-infrastructuur zoals Centric die heeft ingericht voor Staalbankiers. Daarbij is aan de orde gekomen in welke mate de voor Staalbankiers ingerichte IT-infrastructuur is verweven met de IT-infrastructuren bij Centric voor haar andere klanten. GARS heeft op 12 juni 2009 over haar bevindingen gerapporteerd in het rapport Risico Inventarisatie ICT Infrastructuur Staalbankiers (verder: het GARS-rapport):

Management Samenvatting

Het onderzoek is gericht op het inventariseren van risico’s voor de technische continuïteit en ontvlechtbaarheid van de ICT infrastructuur voor Staalbankiers zoals deze bij Ordina BPO [Centric, hof] functioneert.

Huidige situatie

Sinds 2004 beheert Ordina BPO de IT infrastructuur van Staalbankiers. Indertijd is een stip op de muur geplaatst. Beoogd is een full Twin Datacenter (TDC) concept waarbinnen de dienstverlening van Ordina BPO aan Staalbankiers plaats zou gaan vinden. Echter voor het merendeel van de applicaties van Staalbankiers is deze stip niet bereikt.

In de huidige situatie functioneert een klein gedeelte van de applicaties in het TDC concept, maar het merendeel en ook de bedrijfskritieke applicaties niet. Oorzaken voor deze status zijn onder meer het stopzetten van het project Eden en uitstel van het WINST project.

(…)

Ten aanzien van ontvlechtbaarheid en technische continuïteit komen we tot de volgende risico-inschatting.

Ontvlechtbaarheid

Ten aanzien van de bedrijfskritieke applicaties is onderzocht in hoeverre deze zijn geïntegreerd in de operatie van Ordina BPO en/of opgehangen zijn in het TDC concept. Hierbij komen wij tot de conclusie dat nagenoeg alle bedrijfskritieke systemen op dedicated hardware draaien exclusief ten behoeve van Staalbankiers en dat de vervlechting met andere klanten van Ordina BPO zeer beperkt is. Mede gezien de status van de documentatie rondom de IT Infrastructuur, de kennis die aanwezig is en nog inhuurbaar is voorzien wij geen onoverkomelijke technische risico’s voor ontvlechting. Wel willen we hierbij aangeven dat bovenstaande geen advies inhoud voor ontvlechting omdat bij daadwerkelijk ontvlechten vele andere factoren een belangrijke rol spelen.

Relevant is om te melden dat voor de overige niet bedrijfskritieke applicaties een enkele volledig wordt gedeeld met andere klanten van Ordina BPO zoals met name Stematch. Dit vormt echter niet per definitie een issue bij ontvlechting. In het geval van Stematch zijn bijvoorbeeld de gegevens van Staalbankiers op eenvoudige wijze te ontsluiten en daarmee overdraagbaar.

(…)

Management Reactie Ordina BPO / Centric

Ontvlechtbaarheid

De technische infrastructuur voor Staalbankiers is zoals aangegeven door GARS nog niet volledig samengevoegd met de algemene (applicatie-)infrastructuur van BPO en/of haar overige klanten. Bij een eventuele ontvlechting spelen echter diverse andere factoren die deels (nog) niet in het GARS onderzoek zijn geraakt. Hierbij valt met name te denken aan organisatorische aspecten van een ontvlechting (behoud kennis medewerkers) en fysieke overdracht. Zonder deze inventarisatie is een oordeel over de ontvlechtbaarheid niet goed te geven.”

2.5.

De BOA tussen Staalbankiers en Centric die van 2004 tot 2011 zou lopen, heeft Staalbankiers in september 2010 voortijdig ontbonden.

2.6.

Staalbankiers heeft in 2010 de opdracht van de aanbesteding gegund aan CGI. Partijen hebben op 18 januari 2011 een Business process outsourcingsovereenkomst (hierna: de Overeenkomst) getekend, voor een periode van ongeveer zes jaar tot en met 31 maart 2018. Op grond van de Overeenkomst zijn partijen overeengekomen dat CGI bepaalde bancaire processen op het gebied van met name betalingsverkeer, effectenverkeer, kredietverlening en treasury as-is overneemt, deze dienstverlening vervolgens uitvoert en ter optimalisering en verbetering van deze dienstverlening een nieuwe ICT-omgeving ontwerpt, implementeert en in productie neemt ten behoeve van Staalbankiers. Deze diensten (BPO Diensten) worden geleverd in verschillende fasen:

  • -

    Transitie: de Transitie is vastgelegd in een transitieplan en behelst de validatie van het transitieplan en transitie van de bestaande IT-infrastructuur voor Staalbankiers bij...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT