Uitspraak Nº 200.216.780_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-01-15

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:94
Date15 Enero 2019
Docket Number200.216.780_01
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.216.780/01

arrest van 15 januari 2019

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant in principaal hoger beroep,

geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. W.M. Noordraven-Reijnen te Nijmegen,

voorheen mr. A.C. van Schaick te Tilburg,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal hoger beroep,

appellante in incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw

advocaat: mr. J.A.M. Schoenmakers te Breda,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 30 januari 2018 in het hoger beroep van de door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, onder zaaknummer C/02/277772 / HA ZA 14-148 gewezen vonnissen van 8 juli 2015 en 15 februari 2017.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenarrest van 30 januari 2018;

  • -

    de akte d.d. 13 maart 2018 namens de vrouw;

  • -

    de antwoordakte (aangepast na eerdere weigering) d.d. 17 april 2018 namens de man.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

6 De verdere beoordeling

in principaal en incidenteel hoger beroep

6.1.

Bij genoemd tussenarrest heeft het hof de tenuitvoerlegging van sub 3.1. van het dictum (“beveelt [appellant] om binnen 7 dagen na heden de verdeling van de woning tot stand te brengen door ofwel mee te werken aan notariële overdracht van de onverdeelde helft van [geïntimeerde] in de woning en aan ontslag door de bank van [geïntimeerde] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypothecaire lening, ofwel mee te werken aan het te koop aanbieden van de woning, een ander op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat hij aan dit bevel tot medewerking aan het een of het ander, niet voldoet, met een maximum van € 50.000,--;”) van het op 15 februari 2017 door de rechtbank gewezen vonnis voor de duur van het geding in hoger beroep, geschorst.

6.2.

Tussen partijen staat het hiernavolgende vast.

6.2.1.

Partijen hebben een affectieve relatie gehad en zij hebben samengewoond. Partijen hebben op 6 augustus 1999 een samenlevingsovereenkomst gesloten.

6.2.2.

Partijen waren beiden, ieder voor de (onverdeelde) helft, eigenaar van de woning staande en gelegen te [postcode] [plaats 1] , aan de [adres 1] (hierna te noemen: de woning). Sprake is van een zogenoemde eenvoudige gemeenschap. De woning is belast met het recht van hypotheek. Partijen zijn hoofdelijk verbonden voor de hypothecaire geldlening (bestaande uit drie gedeelten) bij de ABN Amro Bank N.V. (hierna te noemen: de bank) ter grootte van € 356.000,--. Aan twee van de drie gedeelten van de hypothecaire geldlening zijn spaarrekeningen verbonden. De saldi van de spaarrekeningen zijn aan de bank verpand.

6.2.3.

Partijen hebben tezamen, ieder voor de onverdeelde helft, een stacaravan in eigendom. Sprake is van een eenvoudige gemeenschap.

6.2.4.

Partijen hebben op 1 juli 2008 een “overeenkomst tot het aangaan van een vennootschap onder firma gesloten”. Daarbij is de v.o.f. aangegaan per die datum. De vennootschap draagt de naam “ [de v.o.f. 1] v.o.f.” (hierna te noemen: de v.o.f.). De v.o.f. is op 16 januari 2013 ontbonden.

6.2.5.

De samenleving van partijen is per 1 mei 2013 geëindigd. De vrouw heeft op die datum een eigen woning betrokken.

6.2.6.

Partijen hebben de woning verdeeld. Het aandeel van de vrouw in de woning is op 11 augustus 2017 aan de man geleverd. In de notariële akte van verdeling van 11 augustus 2017 is opgenomen dat partijen hebben verklaard dat:

“de tussen hen overeengekomen verdeling is geschied onder de navolgende bepalingen:

  1. De verkrijger (hof: de man) is verplicht de schulden waarvoor het Registergoed (hof: de woning) hypothecair is verbonden voor zijn rekening te nemen en als eigen schuld te voldoen en vrijwaart daarvoor de vervreemder (hof: de vrouw). Van de ontslagverklaring wegens (hoofdelijke) aansprakelijkheid van de vervreemder blijkt uit een overeenkomst, waarvan een kopie aan deze akte zal worden vastgehecht.

  2. De verkrijger is op grond van de tussen de deelgenoten getroffen regeling verplicht aan de vervreemder per saldo een bedrag (…) (€ 92.000,00) wegens overbedeling uit te keren, waarmee is verrekend de waarde van het Registergoed van (…) (€ 540.000,00), voormelde hypothecaire schuld van (…) (€ 356.000,00), welk bedrag door de verkrijger is voldaan door betaling op een kwaliteitsrekening en/of in handen van notaris (…) te [standplaats] .

De vervreemder verleent de verkrijger kwitantie voor de betaling van voormelde uitkering wegens overbedeling.

(…)

Vanaf heden komen de baten ten goede van de verkrijger, zijn de lasten voor zijn rekening en draagt hij het risico van het Registergoed.

(…)

De kosten van de onderhavige akte komen voor rekening van de verkrijger.”

6.3.1.

De vrouw heeft de man gedagvaard. Zij vordert in eerste aanleg, in conventie, samengevat en voor zover in hoger beroep van belang, dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de man:

  1. beveelt om, binnen zeven dagen na het te wijzen vonnis, de verdeling van de woning tot stand te brengen, in die zin dat hij zal meewerken aan het passeren van een notariële akte van levering van de onverdeelde helft van de vrouw in de woning aan hem, onder de voorwaarde dat de vrouw door de bank uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen en, als aan die voorwaarde niet wordt voldaan, binnen zeven dagen na het te wijzen vonnis, mee te werken aan het te koop aanbieden van de woning op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- per dag dat hij niet aan dit bevel voldoet;

  2. beveelt medewerking te verlenen aan het te gelde maken van de stacaravan;

  3. beveelt binnen zeven dagen nadat de stacaravan te gelde is gemaakt de helft van de opbrengst aan de vrouw te voldoen;

  4. veroordeelt in de kosten van de procedure.

6.3.2.

De man heeft verweer gevoerd. Voorts heeft hij een vordering in reconventie ingediend. Hij vordert (na vermeerdering van eis), samengevat en voor zover in hoger beroep van belang, dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, de vrouw veroordeelt:

I. tot betaling aan hem van:

  • -

    € 103.662,--, vermeerderd met een nader vast te stellen bedrag wegens stille reserves, verbonden aan de inventaris van haar onderneming, de v.o.f. per 16 januari 2013, beide bedragen vermeerderd met de contractuele rente vanaf 16 januari 2013 tot de dag der algehele voldoening, althans de contractuele, subsidiair de wettelijke, rente vanaf 9 april 2014 tot de dag der algehele voldoening;

  • -

    de helft van de verkoopopbrengst van de stacaravan;

  • -

    (na wijziging van eis) de helft van het bedrag aan stichtingskosten van de woning (€ 112.153,-- / 2 = € 56.076,50) wegens stichtingskosten van de woning;

  • -

    een bedrag van € 15.595,90 wegens hypothecaire lasten van de woning, vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 9 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede van een maandelijks bedrag van € 1.017,69 vanaf april 2014 tot de datum verdeling woning, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van betaling van deze maandbedragen door hem, alsmede veroordeling van de vrouw tot betaling van € 2.582,84 (voor door de man ten gunste van de vrouw betaalde premies van haar overlijdensrisicoverzekering), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van indiening van de eisvermeerdering (11 oktober 2016) tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede een maandelijks bedrag van € 37,98 vanaf november 2016 tot aan de dag van beëindiging van de overlijdensrisicoverzekering, te vermeerderen met de wettelijke rente over deze maandbedragen vanaf de dag van betaling door de man;

  • -

    de helft van de eigenaarslasten vanaf 1 april 2011, vermeerderd met de wettelijk rente over het tot en met maart 2014 verschuldigde bedrag vanaf 9 april 2014 tot de dag der algehele voldoening, en met de wettelijke rente over de helft van de eigenaarslasten vanaf 1 april 2014 vanaf de dag van betaling hiervan door hem;

  • -

    de helft van de waarde van de Delta Lloyd polis (nr. [polisnummer 1] ) per datum verdeling;

  • -

    een bedrag van € 22.000,-- voor door hem verstrekte geldleningen/voorschotten, te vermeerderen met de wettelijk rente vanaf 9 april 2014 tot aan de dag der algehele voldoening;

II in de kosten van de procedure.

6.3.3.

De vrouw heeft verweer gevoerd.

6.4.1.

De rechtbank heeft bij vonnis van 30 april 2014 een comparitie van partijen gelast. Deze comparitie is gehouden op 2 september 2014. Van deze comparitie is proces-verbaal opgemaakt. Ter comparitie zijn door partijen (samengevat en voor zover in hoger beroep van belang) de volgende afspraken gemaakt:

  1. de waarde van de inventaris van de v.o.f., zoals die aanwezig was op 16 januari 2013 (de datum van ontbinding), zal door een door de rechtbank te benoemen deskundige worden vastgesteld;

  2. een accountant – door de rechtbank te benoemen – zal de hoogte dienen vast te stellen van het vermogen van [appellant] in de v.o.f. per 31 december 2012;

  3. diezelfde accountant zal onderzoek moeten doen naar een aantal betalingen van partijen in het verleden;

  4. e woning zal opnieuw worden getaxeerd, waartoe partijen ieder voor zich opdracht zullen geven aan de makelaar;

  5. partijen zullen de stacaravan te koop zetten via de al eerder ingeschakelde makelaar; zij betalen ieder de helft van de intakekosten. Van het deel van de opbrengst waarop de vrouw recht heeft, zal zij de nog openstaande helft van de stagelden 2013/2014 en 2014/2015 betalen;

6.4.2.

Bij vonnis van 8 juli 2015 heeft de rechtbank een deskundigenbericht gelast. De rechtbank heeft R. Tupker RMT, RegisterMakelaar-Taxateur machinerieën en...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT