Uitspraak Nº 200.220.064_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:GHSHE:2019:254
Docket Number200.220.064_01
Date29 Enero 2019
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.220.064/01

arrest van 29 januari 2019

in de zaak van

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant,

advocaat: mr. A.J.L.J. Pfeil te Maastricht,

tegen:

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

advocaat: mr. J.G.C. van Baar te Sittard,

op het bij exploot van dagvaarding van 20 juni 2017 ingeleide hoger beroep van het door de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, gewezen vonnis van 26 april 2017 tussen appellant - de broer - als eiser en geïntimeerde - de zus - als gedaagde.

1 Het geding in eerste aanleg (zaaknummer C/03/222055 / HA ZA 16-341)

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar voormeld vonnis.

2 Het geding in hoger beroep

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaarding in hoger beroep van 20 juni 2017;

  • -

    de memorie van grieven van de broer van 10 oktober 2017 met een productie en eiswijziging;

  • -

    de memorie van antwoord van de zus van 21 november 2017 met twee producties.

Partijen hebben arrest gevraagd. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg.

3 De beoordeling
3.1

De vaststelling van de feiten in het vonnis waarvan beroep onder 2. is niet bestreden, zodat het hof ook in hoger beroep hiervan uitgaat. Deze vaststelling luidt als volgt:

  1. De broer en de zus zijn de kinderen van de op [datum 1] 1983 overleden [moeder] (hierna: moeder) en de op [datum 2] 2014 overleden [vader] (hierna: vader dan wel erflater). Vader en moeder waren in algehele gemeenschap van goederen gehuwd.

  2. De vader heeft in januari 1993 ƒ 1.500,= aan de broer overgemaakt, waarbij het rekeningafschrift vermeldt dat het gaat om een schenking. Hij had eerder al bedragen van ƒ 1.700,= en ƒ 1.000,= aan de broer overgemaakt, waarbij de rekeningafschriften vermelden “ter leen tbv betalen advocaat” respectievelijk “lening bankstel”.

  3. De broer heeft op 10 juni 1998 de volgende schuldbekentenis ondertekend:

Hierbij verklaart ondergetekende ƒ 15.000,= als voorschot te hebben ontvangen. Het verschot wordt terugbetaald na ontvangst van het kindsdeel van het pand aan de [adres] te [plaats] .

Het voorschot is door de vader aan de broer betaald.

De moeder heeft niet bij uiterste wilsbeschikking over haar nalatenschap beschikt. Tot haar nalatenschap behoorde haar aandeel in de echtelijke woning aan de [adres] te [plaats] . Die woning is op 10 augustus 1998, in het kader van de verdeling van de nalatenschap van moeder, aan de zus toegedeeld, onder de verplichting voor de zus om een bedrag wegens overbedeling aan de vader en de broer te vergoeden.

De voormalige echtgenoot van de zus heeft op 1 juli 2004 een kapitaalverzekering afgesloten (Vrij Vermogen Verzekering) bij Reaal, waarbij de dochter van de zus, [dochter van de zus] (hierna: [dochter van de zus] ), als begunstigde is aangewezen. De maandelijkse premies voor deze verzekering - € 100,= - zijn vanaf 1 juli 2004 tot diens dood betaald door de erflater.

De vader heeft bij uiterste wilsbeschikking d.d. 6 oktober 2004 de zus tot zijn enige erfgenaam benoemd (en dus de zoon onterfd), € 10.000,= aan [dochter van de zus] gelegateerd en de zus tot executeur benoemd. De zus heeft na het overlijden van de vader die benoeming aanvaard.

De broer maakt aanspraak op zijn legitieme portie in de nalatenschap van de vader. Volgens een door notariskantoor [notariskantoor] in opdracht van de zus gemaakte berekening bedraagt die legitieme portie € 38.666,95 en heeft de broer, na vermindering met door hem ontvangen schenkingen van € 8.172,58, recht op € 29.954,37.

3.2

Bij dagvaarding van 14 juni 2016 heeft de broer de onderhavige procedure tegen de zus aanhangig gemaakt. Hierin stelde de broer dat de zus hem een aantal stukken met betrekking tot de nalatenschap van de vader diende te verstrekken en dat de door notariskantoor [notariskantoor] opgestelde berekening van zijn legitieme portie op een aantal punten gecorrigeerd diende te worden. Op grond daarvan vorderde de broer in eerste aanleg aanvankelijk afgifte van de door hem genoemde documentatie, verschillende correcties van de berekening van zijn legitieme portie en veroordeling van de zus tot betaling van de aldus gecorrigeerde legitieme...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT