Uitspraak Nº 200.223.486/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-01-29

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:751
Docket Number200.223.486/01
Date29 Enero 2019
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.223.486/01

(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland C/18/155985 / HA ZA 15-96)

arrest van 29 januari 2019

in de zaak van

1 [appellant] ,

wonende te [A] ,

hierna: [appellant],

2. [appellante] ,

wonende te [A] ,

hierna: [appellante],

appellanten,

in eerste aanleg: eisers,

hierna gezamenlijk te noemen: [appellanten] c.s.,

advocaat: mr. P.R.W. Richter, kantoorhoudend te Utrecht,

tegen

[geïntimeerde] GmbH,

gevestigd te [B] , Bondsrepubliek Duitsland,

geïntimeerde,

in eerste aanleg: gedaagde,

hierna: [geïntimeerde],

niet verschenen.

1 Het geding in eerste aanleg

Voor het geding in eerste aanleg verwijst het hof naar de inhoud van de vonnissen van

15 juli 2015, 23 december 2015 hersteld bij vonnis van 27 januari 2016, 23 maart 2016 en

12 april 2017 die de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft gewezen.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding in hoger beroep d.d. 10 juli 2017,

- de memorie van grieven, tevens houdende vermeerdering van eis (met producties).

2.2

Vervolgens hebben [appellanten] c.s. de stukken voor het wijzen van arrest overgelegd en heeft het hof arrest bepaald.

3 De vaststaande feiten
3.1

Het hof gaat in hoger beroep uit van de feiten zoals beschreven in de rechtsoverwegingen 2.1 tot en met 2.7 van het vonnis van 23 december 2015, aangevuld met feiten die verder als niet betwist zijn komen vast te staan.

3.2

[geïntimeerde] heeft voor [appellanten] c.s. de woning gelegen aan de [a-straat 1] te [A] gebouwd. Daartoe is tussen [appellanten] c.s. en [geïntimeerde] , destijds genaamd Norbert [geïntimeerde] Bau GmbH, een aannemingsovereenkomst gesloten onder de voorwaarden en bepalingen zoals vastgelegd in het “Bauvertrag” d.d. 9 december 2004 en de daarbij behorende aanvullende voorwaarden zoals vastgelegd in de door [geïntimeerde] ondertekende brief d.d. 9 december 2004 van [appellanten] c.s. De brief d.d. 9 december 2004 bevat onder meer de navolgende voorwaarde:

Onderhoudsperiode (zie bijlage, aannemingsvoorwaarden)

Binnen de onderhoudstermijn moet de bouwonderneming, gedurende zes maanden, de aan de dag getreden tekortkomingen herstellen. Deze gebreken moeten zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bouwondernemer worden gemeld.

Voor verborgen gebreken geldt een aansprakelijkheidstermijn van vijf jaar, na het verstrijken van de onderhoudstermijn genoemd in artikel 13 lid 1 van de Algemene Voorwaarden.

Van een verborgen gebrek is sprake als dat om een gebrek gaat dat redelijkerwijs niet eerder ontdekt had kunnen worden. Ontdekking daarvan wordt zo spoedig mogelijk aan de bouwondernemer gemeld.

Na 5,5 jaar kan de bouwonderneming alleen nog aansprakelijk worden gehouden voor ernstige gebreken. Dat wil zeggen: gebreken die de hechtheid van de constructie of een wezenlijk onderdeel daarvan aantasten of in gevaar brengen, of zelfs het huis ongeschikt maken voor bewoning. De opdrachtgever kan gedurende twintig jaar na de onderhoudstermijn een vordering instellen op ernstige gebreken.”

3.3

De bouw van de woning is in 2005 gestart en de woning is op 9 september 2005 opgeleverd.

3.4

Uit de gegevens van het Handelsregister B des Amtsgerichts Osnabrück (productie 6 bij inleidende dagvaarding) blijkt dat de naam Norbert [geïntimeerde] Bau GmbH eind 2006/begin 2007 is gewijzigd in Norbert [geïntimeerde] GmbH.

3.5

In 2013 hebben [appellanten] c.s. lekkagesporen ontdekt in de garage, waarop [appellanten] c.s. dit bij [geïntimeerde] hebben gemeld. In verband daarmee is in opdracht van [geïntimeerde] het dak geïnspecteerd door de heer [C] van Dakdekkersbedrijf Koerts uit Nieuwe Pekela.

3.6

Bij e-mail van 23 juni 2015 heeft [C] aan de advocaat van [geïntimeerde] – voor zover van belang – het navolgende geschreven:

“(…) Ter plekke hebben wij geconstateerd dat het dak al geruime tijd lekte, met het gevolg dat er behoorlijk wat schade was ontstaan, en haast niet meer mogelijk was het te repareren.

Het is zeker geen gevolg van een constructiefout, maar nalatigheid van de bewoners die dit niet hebben gemeld, anders had het met een simpele reparatie verholpen geweest.

(…)”

3.7

Bij brief van 12 december 2013 verzonden aan Norbert [geïntimeerde] Bau BV, Aarhusweg 2-5 (9723 JJ, Groningen), hebben [appellanten] c.s. [geïntimeerde] gesommeerd om tot herstel van het dak over te gaan.

3.8

De heer ing. [D] van gBou te Heerenveen (hierna kortweg [D] ) heeft in opdracht van [appellanten] c.s. een onderzoek uitgevoerd naar het platte dak van de woning en de bevindingen vastgelegd in een rapport d.d. 10 juli 2014 waarvan de conclusie als volgt luidt:

“(…)

4 Conclusie

Het destructief onderzoek heeft uitgewezen dat er sprake is van ernstige vochtproblematiek. De spouw van de garage staat in directe verbinding met de isolatie van de dakconstructie. Dit is bouwfysisch gezien een onjuiste oplossing maar niet de hoofdoorzaak van de problemen. Het vocht dat zich ter plaatse van de garage in de dakconstructie bevindt is afkomstig van lekkage. Gelet op de staat van het dak is de lekkage is al langere tijd aan de gang.

In de badkamer is geen destructief onderzoek uitgevoerd. Het vocht dat hier zichtbaar is kan komen door condensatie in de constructie als gevolg van het doorbreken van de waterkerende laag of door lekkage. In beide gevallen moet rekening worden gehouden met aantasting van de dakconstructie.

Tijdens het destructief onderzoek is aan de bewoners dringend aanbevolen om het dak in de garage te stutten.

(…)

Omdat de kwetsbare constructie ter plaatse van alle platte daken is toegepast kan niet worden uitgesloten dat zich elders in de constructie al problemen voordoen die nog niet zichtbaar zijn. Gelet hierop adviseren wij de gehele dakconstructie te vervangen door een warm dakconstructie.

5.1

Opbouw constructie

Algemeen

(…)

Bij de isolatie van een plat dak is de bouwfysische opbouw sterk bepalend voor de levensduur van het dak. Het koud dak principe is qua opbouw en uitvoering de meest kritische constructieopbouw en wordt in Nederland vrijwel alleen toegepast als het niet anders kan. Bijvoorbeeld als de constructiehoogte beperkt moet blijven.

Het risico bij een koud dak constructie zit hem in de condensatie die kan optreden in de constructie waarna het vocht er niet meer uit kan.

(…)

Analyse uitgevoerde constructieopbouw

De constructieopbouw bevat de dampremmer, isolatie en waterkerende laag. Deze liggen op de juiste plaats in de constructie. De toegepaste G&G delen zijn niet ongebruikelijk en het dak beschikt over afschot richting de hemelwaterafvoeren. Zie afb. 12 en 13.

De koud dak constructie staat in directe verbinding met de buitenlucht via de geventileerde luchtspouw (afb. 10). En de dampremmende laag is doorboord ter plaatse van de ophanging van de garagedeuropener (afb. 5) en ter plaatse van de ventilatierozet in de badkamer (afb. 14). Deze beide punten zijn bouwfysisch niet correct.

(…)

Conclusie

De bouwfysische keuze van het dak is ongelukkig. Het is een kwetsbaar systeem en die kwetsbaarheid wordt vergroot door de doorvoeringen.

5.2

Lekkage

Stap twee was het onderzoek op lekkage. De afvoeren van het dak zijn dichtgezet met PS (afb. 15) en er is water op het dak gezet. Gelet op de slechte conditie van de constructie was er angst voor instorting en is slechts een deel van het dak onder water gezet. Op afb. 16 is de naad aangegeven waar luchtbelletjes ontstonden op het moment dat er water op het dak stond. De luchtbellen duiden op een niet waterdichte naad.

Conclusie

De dakbedekking is niet waterdicht.

5.3

Vocht uit de spouw

De luchtspouw staat in open verbinding met de koud dak constructie. Dit is bouwfysische gezien onjuist. In de winter brengt dit het risico op extra condensatie in het dakpakket met zich mee. Gelet op de context is dit risico bij de woonruimten groter dan in de garage. In de garage bevindt zich het meeste vocht dus deze bouwfout lijkt niet de primaire oorzaak van het vochtprobleem. In de woonruimten is geen zichtbaar vocht dat aanleiding geeft om te veronderstellen dat dit nu condensatie in de constructie veroorzaak.

Hiermee is niet uitgesloten dat er toch vocht in de constructie van het woongedeelte kan zitten.

Conclusie

De bouwfysische opbouw is onjuist. In geval van herstel moet dit aangepast worden.

(…)”

3.9

Bij brief van 20 augustus 2014 heeft de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellanten] c.s., SUR, [geïntimeerde] gesommeerd om tot herstel over te gaan, bij gebreke waarvan de vordering tot nakoming wordt omgezet in een vordering tot schadevergoeding. De brief is verzonden naar Norbert [geïntimeerde] Bau GmbH, [b-strasse 2] (26899 Rhede-Brual).

3.10

[geïntimeerde] is niet tot herstel overgegaan.

3.11

In opdracht van de rechtsbijstandsverzekeraar van [appellanten] c.s. heeft de heer
[E] van KBE Kloosterman Bouwkundige Expertise (hierna kortweg [E] ) een onderzoek uitgevoerd naar het platte dak. De bevindingen zijn neergelegd in het rapport d.d. 28 oktober 2014. De belangrijkste constateringen zijn:

“(…)

BEOORDELING

Beschikbare informatie

Gezien het feit dat er in de berekeningen en op de tekening drie verschillende afmetingen van de dakbalklaag worden genoemd, kan worden vastgesteld dat de voorbereidingen, althans, voor wat betreft het teken- en rekenwerk, onzorgvuldig zijn uitgevoerd. Mogelijk vallen deze verschillen binnen de Duitse toleranties. Voor Nederlandse begrippen is het echter niet acceptabel. De aannemer kan in zo’n geval namelijk bij het bepalen van de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT