Uitspraak Nº 200.224.235/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:GHARL:2019:7801
Docket Number200.224.235/01
Date24 Septiembre 2019
CourtGerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland)

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

afdeling civiel recht, handel

zaaknummer gerechtshof 200.224.235/01

(zaaknummer rechtbank Midden-Nederland C/16/398369 / HL ZA 15-229)

arrest van 24 september 2019

in de zaak van

Lambertus Theodorus Lonis,

in zijn hoedanigheid van curator in het faillissement van Mobile Services B.V., Mobile Services Installatietechniek B.V. en Mobile Services Telecom B.V.,

destijds gevestigd te Almere,

appellant in het principaal hoger beroep,

geïntimeerde in het incidenteel hoger beroep

in eerste aanleg: eiser in conventie en verweerder in reconventie,

hierna: de curator,

advocaat: mr. L.T. Lonis, kantoorhoudend te Woudenberg,

tegen

1 [geïntimeerde1] ,

wonende te [A] ,

2. [geïntimeerde1A] B.V.,

gevestigd te [A] ,

3. [geïntimeerde2] ,

wonende te [B] ,

4. [geïntimeerde2A] B.V.,

gevestigd te [B] ,

5. [geïntimeerde3] ,

wonende te [A] ,

6. [geïntimeerde3A] B.V.,

gevestigd te [A] ,

geïntimeerden in het principaal hoger beroep,

appellanten in het incidenteel hoger beroep,

in eerste aanleg: gedaagden in conventie en eisers in reconventie,

hierna gezamenlijk te noemen: [geïntimeerden] c.s.,

advocaat: mr. D.M. Schipper, kantoorhoudend te Valkenswaard.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Voor het verloop van de procedure tot 20 november 2018 verwijst het hof naar het arrest dat op die datum is gewezen. Ter uitvoering van dat arrest heeft op 17 mei 2019 een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan proces-verbaal is opgemaakt.

1.2

Partijen hebben arrest gevraagd op het voorafgaand aan de zitting toegezonden procesdossier, aangevuld met het proces-verbaal van de comparitie.

2 De vaststaande feiten
2.1

Als gesteld en niet weersproken staan de navolgende feiten vast.

2.2

Mobile Services B.V., Mobile Services Installatietechniek B.V. en Mobile Services Telecom B.V. (hierna samen: Mobile Services, in vrouwelijk enkelvoud) zijn opgericht in 2005 door [geïntimeerde1] , [geïntimeerde2] , [geïntimeerde3] en [C] (hierna: [C] ). Mobile Services B.V. was enig aandeelhouder/bestuurder van Mobile Services Installatietechniek B.V. en Mobile Services Telecom B.V. [geïntimeerde1] , [geïntimeerde2] , [geïntimeerde3] waren (indirect) bestuurder van Mobile Services door middel van hun persoonlijke holdings (respectievelijk: [geïntimeerde1A] B.V., [geïntimeerde2A] B.V. en [geïntimeerde3A] B.V.). Daarnaast was tot 18 november 2005 [C] medebestuurder. Vanaf 18 november 2005 tot 1 juni 2010 was Technisch Adviesbureau Frankvoort B.V (met als bestuurder [C] ) medebestuurder van Mobile Services. Mobile Services was gespecialiseerd in het leggen van snelle internetverbindingen. Zij legde onder meer UMTS en GSM straalverbindingen aan op bijzondere locaties zoals kerktorens en vuurtorens, zowel indoor als outdoor.

2.3

[C] had de dagelijkse leiding op kantoor binnen Mobile Services. Hij ontving - via Technisch Adviesbureau Frankvoort B.V - een hogere management fee dan de andere (indirecte) bestuurders. [geïntimeerde3] verzorgde de dagelijkse administratie en [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] waren eindverantwoordelijk voor de uitvoerende taken in de buitendienst. De financiële administratie en de salarisadministratie waren uitbesteed aan Accountantskantoor De Widt (hierna: De Widt).

2.4

In de loop van 2009 is onenigheid ontstaan tussen de (indirecte) bestuurders over het te voeren bedrijfsbeleid. [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] hebben eind 2009 meegedeeld te willen stoppen met de onderneming. Op 12 januari 2010 heeft een gesprek plaatsgevonden tussen de vier (indirecte) bestuurders. Tijdens dit gesprek is [geïntimeerde3] opgestapt en heeft hij zijn werkzaamheden voor Mobile Services neergelegd. Tot einde maart 2010 is de dagelijkse administratie verzorgd door [geïntimeerden] , waarna de echtgenote van [C] dat heeft overgenomen.

2.5

Vervolgens is onderzocht of [C] de aandelen in Mobile Services van [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] kon overnemen. In de avond van 22 april 2010 liet [C] weten dat hij de financiering nog niet rond had. Er heeft geen aandelenoverdracht plaatsgevonden.

2.6

Op 25 mei 2010 is een bedrag van € 32.733,13 overgemaakt van de bankrekening van Mobile Services naar de rekening van Technisch Adviesbureau Frankvoort B.V.

2.7

Op 25 mei 2010 is TWS Infra opgericht, een deelneming van de grootste opdrachtgever van Mobile Services, TWS, waarbij [geïntimeerde2] en [geïntimeerde1] ieder ook een aandelenpakket van 15% verwierven.

2.8

Op 26 mei 2010 heeft [C] het personeel van Mobile Services bijeengeroepen en meegedeeld dat het bedrijf in financieel zwaar weer verkeerde.

2.9

Technisch Adviesbureau Frankvoort B.V is op 1 juni 2010 uitgeschreven als bestuurder van Mobile Services.

2.10

Bij brief van 2 juni 2010 (prod. 15 CvA) hebben [geïntimeerde1] , [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3] via hun raadsvrouw aan [C] meegedeeld dat hij met onmiddellijke ingang is geschorst als (indirect) bestuurder van Mobile Services. Vanaf juni 2010 is de administratie van Mobile Services in opdracht van [geïntimeerde1] en [geïntimeerde2] verzorgd door mevrouw [D] .

2.11

In de periode juni-september 2010 zijn enkele busjes met gereedschap en (een deel van) de inventaris van Mobile Services overgenomen door TWS en/of TWS Infra. Verder heeft TWS (of TWS Infra) een aantal leasecontracten van Mobile Services afgekocht en heeft TWS (TWS Infra) een aantal facturen van Mobile Services vooruit betaald. Een deel van het personeel van Mobile Services is na het faillissement in dienst getreden bij TWS (TWS Infra).

2.12

De faillissementen van Mobile Services B.V. en haar dochtervennootschappen zijn uitgesproken op 25 januari 2011 respectievelijk 6 april 2011, met aanstelling van mr. Lonis tot curator.

2.13

De curator heeft in juli 2015 conservatoir beslag doen leggen ten laste van [geïntimeerde1] , [geïntimeerde2] en [geïntimeerde3] op roerende en onroerende zaken en onder derden.

3 Het geschil en de beslissing in eerste aanleg
3.1

De curator heeft [geïntimeerden] c.s. gedagvaard en gevorderd dat de rechtbank, bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

A. voor recht verklaart dat de administratie van Mobile Services B.V. en haar dochtervennootschappen vanaf juni 2010, althans gedurende een periode van enkele maanden voorafgaand aan het faillissement, niet voldeed aan de eisen als voortvloeiend uit art. 2:10 BW;

B. voor recht verklaart dat het bestuur niet heeft voldaan aan de verplichting om (tijdig de jaarstukken te deponeren en mitsdien niet heeft voldaan aan de eisen voortvloeiend uit art. 2:394 BW;

C. voor recht verklaart dat de bestuurders hoofdelijk aansprakelijk zijn voor het bedrag van de schulden van Mobile Services B.V. en haar dochtervennootschappen, voor zover deze schulden - met inachtneming van het sub F., G. en H. gevorderde - niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;

D. de bestuurders veroordeelt tot betaling van het bedrag van de schulden van Mobile Services B.V. en haar dochtervennootschappen, hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, voor zover deze schulden - met inachtneming van het hierna gevorderde - niet door vereffening van de overige baten kunnen worden voldaan;

E. ieder van de bestuurders, althans de bestuurders die daarvoor in aanmerking komen, hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, veroordeelt tot betaling ten behoeve van de boedel aan de curator van de schade die Mobile Services B.V. en haar dochtervennootschappen en/of haar schuldeisers heeft/hebben geleden als gevolg van de aan de bestuurders toe te rekenen tekortkoming(en), en/of onrechtmatig handelen of nalaten als omschreven in de dagvaarding, onder bepaling dat deze schadevergoeding nader opgemaakt dient te worden bij staat en vereffend dient te worden volgens de wet;

F. ieder van de bestuurders, althans de bestuurders die daarvoor in aanmerking komen, hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, veroordeelt tot betaling ten behoeve van de boedel aan de curator van een voorschot op het bedrag dat [geïntimeerden] c.s. op grond van het sub D. en/of E. gevorderde dienen te betalen, groot € 250.000,-, althans een door de rechtbank te bepalen bedrag;

G. ieder van de bestuurders, althans de bestuurders die daarvoor in aanmerking komen, hoofdelijk des dat de een betalende de anderen zullen zijn bevrijd, veroordeelt tot voldoening ten behoeve van de boedel aan de curator de kosten van de garantstellingsregeling curatoren, zijnde een bedrag nader op te maken bij staat, telkens vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag der dagvaarding tot de dag der algehele voldoening;

H. bepaalt dat over de vorderingen onder D. en E. gedaagden zullen worden veroordeeld tot voldoening van de wettelijke rente over het verschuldigde vanaf de dag der dagvaarding voor zover deze rente ziet op het op grond van art. 2:9 BW verschuldigde bedrag, zulks tot de dag van algehele voldoening;

I. ieder van de bestuurders hoofdelijk veroordeelt in de kosten van de procedure.

3.2

[geïntimeerden] c.s. hebben verweer gevoerd en hebben in reconventie gevorderd

1. te verklaren voor recht dat de curator bij de uitvoering van zijn taak als curator van de gefailleerde ondernemingen Mobile Services B.V., Mobile Services Telecom B.V. en Mobile Services Installatietechniek B.V. de voor curatoren geldende zorgvuldigheidsnorm heeft overtreden en de curator te veroordelen de schade te vergoeden die gedaagden als gevolg daarvan hebben geleden en te bepalen dat de schade opgemaakt dient te worden bij staat en vereffend volgens de wet;

2. de curator te veroordelen tot betaling aan gedaagden van een door de rechtbank in goede justitie te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT