Uitspraak Nº 200.225.509/01. Gerechtshof Den Haag, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:95
Docket Number200.225.509/01
Date22 Enero 2019
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.225.509/01

Rolnummer rechtbank : 5466585\ CV EXPL 16-44107

arrest van 22 januari 2019

inzake

GGN Mastering Credit N.V.,

gevestigd te Utrecht,

appellante,

hierna te noemen: GGN,

advocaat: mr. J. Verbeeke te Rotterdam,

tegen

Nediver B.V.,

gevestigd te Barendrecht,

geïntimeerde,

hierna te noemen: Nediver,

advocaat: mr. M. Bonarius te Rotterdam.

Het geding

Bij exploot van 6 oktober 2017 is GGN in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank Rotterdam team kanton, locatie Rotterdam tussen partijen gewezen vonnis van 7 juli 2017. Bij arrest van 19 december 2017 is een comparitie van partijen gelast. De comparitie heeft plaatsgevonden op 18 januari 2018. Van de comparitie is proces-verbaal opgemaakt.

Bij memorie van grieven heeft GGN vijf grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord (met productie) heeft Nediver de grieven bestreden. Ten slotte hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep

De feiten

1. Partijen hebben de in het bestreden vonnis door de kantonrechter vastgestelde feiten niet bestreden. Het hof gaat dan ook van die feiten uit.

2. Met wat verder in hoger beroep is komen vast te staan, gaat het in deze zaak kort gezegd om het volgende.

2.1

Nediver heeft GGN op of omstreeks 14 oktober 2013 opdracht gegeven tot invordering van aan [betrokkene] (hierna: [betrokkene] ) uitgeleende gelden.

2.2

[betrokkene] is op 21 februari 2014 bij verstek veroordeeld om aan Nediver € 10.666,74 met rente en kosten te betalen.

2.3

Bij exploot van 14 oktober 2014 is namens Nediver en twee andere schuldeisers ten laste van [betrokkene] onder de Gemeente Rotterdam (hierna: de gemeente) executoriaal derdenbeslag gelegd (hierna: het eerste beslag). De deurwaarder die het eerste beslag heeft gelegd, is de tot inning bevoegde deurwaarder als bedoeld in artikel 478 lid 1 Rv (hierna: de eerste deurwaarder).

2.4

Op 17 oktober 2014 heeft gerechtsdeurwaarder [X] (hierna: [de gerechtsdeurwaarder X] ) op verzoek van ING Bank N.V. (hierna: ING) ook ten laste van [betrokkene] beslag gelegd onder de gemeente (hierna: het tweede beslag).

2.5

GGN heeft op 7 november 2014 € 17.807,30 van de gemeente ontvangen. Dit bedrag is verdeeld over de drie dossiers van GGN waarbij aan Nediver € 12.415,54 is toebedeeld.

2.6

Op 11 november 2014 heeft GGN € 9.192,- ter attentie van Nediver overgemaakt naar een opgeheven rekening op naam van Nediver (hierna: de eerste betaling). Bij brief van dezelfde datum aan Nediver heeft GGN melding gemaakt van de afdracht en het rekeningnummer waar het bedrag naartoe was overgemaakt.

2.7

Op 11 november 2014 om 19:17 uur ontving een medewerker van GGN een e-mail van gerechtsdeurwaarder [X] in haar persoonlijke e-mailbox. In het bericht werd gemeld dat het tweede beslag was gelegd. De vordering van ING bedroeg op dat moment € 182.218,28. Op 14 november 2014 heeft de betreffende medewerker van GGN in de dossiers van het eerste beslag aangetekend dat er vanwege een aanmelding van een collega deurwaarder niet moest worden afgewikkeld en moest worden herverdeeld.

2.8

Bij schrijven van 17 november 2014 heeft GGN Nediver verzocht de eerste betaling terug te betalen. Op diezelfde datum heeft GGN de eerste betaling terugontvangen vanwege een onjuist rekeningnummer.

2.9

Nediver heeft op basis van een op 20 november 2014 gemaakte nieuwe verdeling € 1.093,- toebedeeld gekregen. Op 24 januari 2016 is door GGN aan Nediver € 1.088,33 overgemaakt op een ander, bestaand, rekeningnummer van Nediver.

2.10

Nediver heeft in eerste aanleg gevorderd GGN te veroordelen tot betaling van € 12.415,54, dan wel € 9.192,-, met nevenvorderingen.

2.11

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis GGN veroordeeld tot betaling van € 8.938,27 te vermeerderen met rente en kosten.

2.12

GGN is van deze veroordeling in hoger beroep gekomen.

Grief 1

2.13

Grief 1 komt op tegen het oordeel van de kantonrechter in overweging 5.1 van het bestreden vonnis dat GGN aansprakelijk is voor beroepsfouten van de door haar ingeschakelde deurwaarder. GGN beroept zich er in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT