Uitspraak Nº 200.226.162/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-01-15

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:67
Date15 Enero 2019
Docket Number200.226.162/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.226.162/01

zaak- /rolnummer rechtbank Noord-Holland : C/15/250080 / HA ZA 16-682

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 15 januari 2019

inzake

[appellant] , handelend onder de naam [X] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellant,

advocaat: mr. H. van Lingen te Alkmaar,

tegen

MEVAS B.V.,

gevestigd te Nieuwegein,

geïntimeerde,

advocaat: mr. H.J. Delhaas te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en Mevas genoemd.

[appellant] is bij dagvaarding van 18 oktober 2017 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 26 juli 2017 onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [appellant] als eiser en Mevas als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven;

- memorie van antwoord met één productie.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellant] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog voor recht zal verklaren dat Mevas aansprakelijk is voor de door [appellant] geleden schade en Mevas alsnog zal veroordelen tot betaling van € 63.748,13 dan wel € 62.647,13, te vermeerderen met rente en kosten, met beslissing over de proceskosten.

Mevas heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [appellant] in de proceskosten vermeerderd met nakosten en rente.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.12 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Weliswaar heeft [appellant] betoogd dat de rechtbank niet had kunnen volstaan met deze beperkte weergave van het feitencomplex, maar de juistheid van de vastgestelde feiten is niet betwist, zodat het hof daarvan als vaststaand zal uitgaan. Op de door [appellant] ter aanvulling aangevoerde feiten zal het hof, waar nodig, bij de beoordeling terugkomen. Het gaat in deze zaak om het volgende.

2.1

[appellant] voert een eenmanszaak in de procesautomatisering en machinale besturing en installatie van elektronische en optische apparatuur. Eind 2012 is [appellant] lid geworden van de Koninklijke Metaalunie (hierna: Metaalunie).

2.2

[appellant] heeft zijn verzekeringsportefeuille sinds ruim vijftien jaar lopen via de tussenpersoon [Y] Assuradeuren B.V. (hierna “ [Y] ”).

2.3

Mevas is het verzekeringskantoor van de Metaalunie. Wanneer een bedrijf lid wordt van Metaalunie kan het bedrijf bij Mevas haar verzekeringen onderbrengen.

2.4

Op 23 april en 3 juli 2013 heeft een accountmanager van Mevas, [A] , gesprekken gehad met [appellant] en zijn administratief medewerkster [B] over de verzekeringsportefeuille van [appellant] .

2.5

Tijdens het gesprek op 3 juli 2013 heeft [A] een door hemzelf opgesteld verslag, gedateerd 3 juli 2013, van het gesprek van 23 april 2013 overhandigd aan [appellant] . In dit verslag is onder meer het volgende vermeld:

(…) Op uw verzoek zullen wij diverse verzekeringsonderdelen uitwerken in offerte vorm. Andere punten zullen wij op uw verzoek benoemen ter overweging. (….)

Opstal/inventaris/goederen en bedrijfsschade (UGV)

Deze verzekeringsvorm wordt ook vaak brandverzekering genoemd, verwijzend naar het belangrijkste risico dat vroegere gedekt was. Inmiddels is de dekking veel uitgebreider (…) .

Op basis van de huidige polisovereenkomst kunnen wij het volgende aanbieden: (…)

Gelet op de huidige bedrijfssituatie in relatie tot de polisdekking constateren wij dat u bent onderverzekerd. Delta Lloyd heeft ons een offerte verstrekt op basis van een hogere verzekerde som ten aanzien van de post inventaris en goederen. Tijdens ons bezoek zullen wij de offerte inhoudelijk toelichten.

Advies is om de verzekerde sommen op korte termijn aan te passen. De voorkeur hierbij gaat uit naar het taxeren van de opstal op herbouwwaarden en de inventaris op basis van nieuwwaarde exclusief kortingen (cataloguswaarde).

(…)

2.6

In een intern verslag van Mevas van de bespreking op 3 juli 2013 is het volgende vermeld:

Tijdens het bezoek van 3 juli 2013 zijn in aanwezigheid van [B] [ [B] , hof] en [appellant] , hof] de MEVAS bezoekrapportage en offertes van 23 april 2013 doorgenomen. De stukken worden intern bij [appellant] doorgenomen, na afronding volgt een vervolgafspraak om eventueel de portefeuille omzetting naar Mevas in gang te zetten. Op 14 augustus 2013 is voor het maken van een vervolgafspraak per mail contact opgenomen met relatie. Wordt vervolgd.

2.7

[appellant] heeft op of omstreeks 3 juli 2013 aan [C] Taxaties B.V. (hierna: [C] ) de opdracht gegeven een taxatie uit te voeren. Voor het geven van deze opdracht heeft hij gebruik gemaakt van een door Mevas afgegeven formulier, waarop, in de kop, zowel de naam van Mevas als van [C] staan vermeld. Het formulier bevat onder meer de volgende tekst:

(…)

Opdrachtgever: [X]

(…)

Hierbij bevestigen de wederzijdse partijen de overeenkomst tot taxatie.

[C] TAXATIES B.V. Bedrijfsnaam: [X]

Contactpersoon: [appellant]

Datum: 3-7-2013

Handtekening: (…)

Na ontvangst van dit ondertekende opdrachtformulier nemen wij binnen een maand contact met u op voor het maken van de afspraak.

Op 21 augustus 2013 heeft [C] het taxatierapport aan [appellant] verzonden met de mededeling dat zij dit ook aan Mevas heeft gestuurd.

2.8

Mevas heeft na het gesprek van 3 juli 2013 getracht een nieuwe vervolgafspraak met [appellant] te maken. Bij e-mail van 14 augustus...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT