Uitspraak Nº 200.232.385/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-04-28

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1192
Docket Number200.232.385/01
Date28 Abril 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.232.385/01

zaaknummer rechtbank (Noord-Holland) : 5730928 \ CV EXPL 17-1527

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 28 april 2020

inzake

RCI FINANCIAL SERVICES B.V. handelend onder de naam Renault Business Finance,

gevestigd te Schiphol-Rijk, gemeente Haarlemmermeer,

appellante,

advocaat: mr. H.H.M. Meijroos te ’s-Gravenhage,

tegen

1 [geïntimeerde sub 1]

2. [geïntimeerde sub 2],

beiden wonend te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,

geïntimeerden,

advocaat: mr. B. Mous te Haarlem.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna RCI, [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] genoemd.

RCI is bij dagvaarding van 16 januari 2018 in hoger beroep gekomen van twee vonnissen van de kantonrechter in de rechtbank Noord-Holland, zittingsplaats Haarlem, hierna ‘de kantonrechter’, van 24 mei 2017 en 18 oktober 2017, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen haar als eiseres en [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] als gedaagden.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met producties;

- memorie van antwoord, met producties;

- akte van RCI, met producties;

- antwoordakte van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] .

RCI heeft geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof de bestreden vonnissen zal vernietigen en alsnog – uitvoerbaar bij voorraad – haar vorderingen zoals in eerste aanleg ingesteld zal toewijzen, met hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep, te vermeerderen met de wettelijke rente.

[geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hebben geconcludeerd, kort gezegd en naar het hof begrijpt, dat het hof de bestreden vonnissen zal bekrachtigen, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van RCI in de kosten van het geding in hoger beroep.

Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

Ten slotte is arrest gevraagd.

2 Feiten

In hoger beroep staan, als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of niet voldoende betwist, de volgende feiten vast.

2.1.

[geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hebben op 22 september 2009 een auto van het merk [merk] , type [type] , model hatchback, hierna ‘de auto’, gekocht van Autobedrijf [X] te [plaats] voor een prijs van € 34.771,98. Daartoe zijn zij op de genoemde datum een overeenkomst van huurkoop aangegaan met Autobedrijf [X] en RCI. Die overeenkomst, hierna ‘de overeenkomst’, is voorzien van het nummer ‘246409’ en het opschrift ‘autofinancieringsovereenkomst’.

2.2.

Bij de overeenkomst heeft Autobedrijf [X] zich de eigendom van de auto voorbehouden en deze voorbehouden eigendom overgedragen aan RCI. [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] hebben bij de koop een deel van de prijs voldaan, te weten € 2.100,84. Voor het resterende deel, te weten € 32.671,14, heeft RCI hun een daaraan gelijk krediet verstrekt tegen een effectieve rente van 11,1% per jaar. Uit hoofde van dat krediet en die rente hebben [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] zich verplicht 47 termijnbedragen van € 686,17 per maand en, als laatste, een restantbedrag van € 9.686,17 aan RCI te betalen.

2.3.

Volgens de overeenkomst was het eerste maandelijkse termijnbedrag op 16 november 2009 verschuldigd en de volgende termijnbedragen telkens op de zestiende dag van de maand. Tot november 2011 hebben [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] voldaan aan hun desbetreffende betalingsverplichtingen tegenover RCI. Bij brief van 14 januari 2012 met de aanhef ‘ingebrekestelling’ heeft RCI aan [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] geschreven dat zij twee maandelijkse termijnbedragen van tezamen € 1.372,34 niet hadden betaald en hen gesommeerd laatstgenoemd bedrag vóór 17 januari 2012 te voldoen.

2.4.

Op een datum in april of mei 2012 hebben [geïntimeerde sub 1] en [geïntimeerde sub 2] , na overleg met RCI naar aanleiding van de ontstane betalingsachterstand, de auto teruggebracht naar Autobedrijf [X] . RCI heeft de auto daarna te koop aangeboden op een door BCA Autoveiling B.V. gehouden veiling. Tijdens een veiling op 5 juni 2012 is de auto verkocht voor een bedrag van € 13.314,51 inclusief btw, na aftrek van kosten. De verkoopopbrengst is door RCI ontvangen en behouden.

2.5.

RCI heeft bovengenoemd bedrag van €...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT