Uitspraak Nº 200.233.658/01 en 200.233.660/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-07-14
Court | Gerechtshof Den Haag (Nederland) |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2020:1218 |
Date | 14 Julio 2020 |
Docket Number | 200.233.658/01 en 200.233.660/01 |
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
zaaknummers : 200.233.658/01; 200.233.660/01
zaak-/rolnummers rechtbank : C/09/484865/HA ZA 15-329; C/09/486231/HA ZA 15-424
Arrest van 14 juli 2020
in de zaak met zaaknummer 200.233.658/01 (zaak I) van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
VITRA COLLECTIONS A.G.,
gevestigd te Muttenz, Zwitserland,
appellante,
hierna te noemen: Vitra,
advocaat: voorheen mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam, thans mr. A. Ringnalda te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWANTUM NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Tilburg,
hierna te noemen: Kwantum Nederland,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWANTUM BELGIË B.V.,
gevestigd te Tilburg,
hierna te noemen: Kwantum België,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: Kwantum c.s.,
advocaat: mr. C. Garnitsch te Eindhoven,
en in de zaak met zaaknummer 200.233.660/01 (zaak II) van:
de rechtspersoon naar vreemd recht
VITRA COLLECTIONS A.G.,
gevestigd te Muttenz, Zwitserland,
appellante,
hierna te noemen: Vitra,
advocaat: voorheen mr. J.A.K. van den Berg te Amsterdam, thans mr. A. Ringnalda te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWANTUM NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Tilburg,
hierna te noemen: Kwantum Nederland,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KWANTUM BELGIË B.V.,
gevestigd te Tilburg,
hierna te noemen: Kwantum België,
geïntimeerden,
hierna gezamenlijk te noemen: Kwantum c.s.,
advocaat: mr. C. Garnitsch te Eindhoven.
De zaak met zaaknummer 200.233.658/01 (rechtbank: C/09/486231/HA ZA 15-424) wordt hierna aangeduid als ‘zaak I’. In deze zaak is Vitra oorspronkelijk eiseres.
De zaak met zaaknummer 200.233.660/01 (rechtbank: C/09/484865/HA ZA 15-329) wordt hierna aangeduid als ‘zaak II’. In deze zaak is Kwantum c.s. oorspronkelijk eiseres.1
Voor Vitra zijn de zaken in hoger beroep behandeld door mr. S.A. Klos, mr. A. Ringnalda en mr. J.A.K. van den Berg, advocaten te Amsterdam. Voor Kwantum c.s. zijn de zaken in hoger beroep behandeld door mr. C. Garnitsch, mr. M.M.M. van Gerwen en mr. W.J.G. Maas, advocaten te Eindhoven.
Het verloop van het geding
1. Bij exploten van 10 januari 2018 is Vitra in beide zaken in hoger beroep gekomen van het tussen partijen in beide (gevoegde) zaken gewezen vonnis van de rechtbank Den Haag, afdeling civiel recht, van 13 december 2017.2 Bij identieke memories van grieven (met producties) heeft Vitra veertien grieven tegen het vonnis aangevoerd en haar eis in zaak I gewijzigd. Kwantum c.s. heeft de grieven en de vermeerderde eis bij gelijkluidende memories van antwoord (met producties) bestreden. Vervolgens hebben partijen de zaken laten bepleiten, Vitra door mr. Klos en mr. Ringnalda, Kwantum c.s. door mr. Garnitsch, mr. Van Gerwen en mr. Maas, allen aan de hand van overgelegde pleitnotities. Voorafgaand aan de pleitzitting hebben partijen nadere stukken overgelegd, die in het proces-verbaal van de zitting zijn gespecificeerd. Na afloop van de pleidooizitting hebben partijen arrest gevraagd.3
Beoordeling van het hoger beroep
I. Inleiding
2. In de onderhavige zaken staat de vraag centraal of een van oorsprong Amerikaanse design stoel – de Dining Sidechair Wood, die eind jaren veertig is ontworpen door het Amerikaanse echtpaar Charles en Ray Eames – in Nederland en België als ‘werk van toegepaste kunst’ auteursrechtelijke bescherming geniet. Daarbij komt een reeks vragen over internationaal auteursrecht aan de orde. Veel vragen betreffen de zogeheten materiële-reciprociteitstoets in art. 2 lid 7 van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst (hierna: de Berner Conventie)4, welke bepaling in de praktijk vaker aanleiding geeft tot problemen. Partijen hebben deze vragen in principiële en uitvoerige betogen aan het hof voorgelegd.
3. Dit arrest is als volgt ingedeeld in hoofdstukken.
I. Inleiding (rov. 2-3)
II. Feiten (rov. 4)
III. Het geding in eerste aanleg (rov. 5-8)
IV. Het geding in hoger beroep (rov. 9-10)
V. Internationale bevoegdheid (rov. 11-12)
VI. Bescherming van vormgeving in intellectuele-eigendomsrecht (rov. 13-19)
VII. Auteursrechtelijke bescherming: de Berner Conventie (rov. 20-28)
VIII. De DSW als auteursrechtelijk beschermd werk (rov. 29-34)
IX. TRIPs-Overeenkomst (rov. 35-45)
X. Verdrag van Parijs (rov. 46-57)
XI. Vriendschapsverdragen (rov. 58-60)
XII. Duurrichtlijn en Sony/Falcon-arrest (rov. 61-64)
XIII. Art. 2 lid 7 BC: inleiding (rov. 65-79)
XIV. Art. 2 lid 7 BC: de vangnetbepaling (rov. 80-100)
XV. Art. 2 lid 7 BC: de materiële-reciprociteitstoets (rov. 101-120)
XVI. Art. 2 lid 7 BC: toepassing materiële-reciprociteitstoets (rov. 121-152)
XVII. Beschermingsduur (rov. 153-161)
XVIII. Vitra rechthebbende (rov. 162-166)
XIX. Inbreuk (rov. 167-174)
XX. Slaafs nabootsing (rov. 175-221)
XXI. Slotsom; vorderingen (rov. 222-227)
XXII. Proceskosten (rov. 228-246)
II. Feiten
4. De rechtbank heeft in rov. 2.1-2.3 en 2.5-2.8 van het bestreden vonnis een aantal feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen voor haar beslissing. Deze feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal daarvan uitgaan. Met inachtneming van hetgeen in aanvulling daarop als vaststaand moet worden beschouwd omdat het door de ene partij is gesteld en door de wederpartij is erkend dan wel niet of niet voldoende betwist, gaat het in deze zaken om het volgende.
Vitra is een Zwitsers familiebedrijf dat design meubels produceert, waaronder door het inmiddels (in 1978 respectievelijk 1988) overleden echtpaar Charles en Ray Eames (hierna tezamen ook: het echtpaar Eames ) ontworpen stoelen. Zij waren staatsburger van de Verenigde Staten van Amerika en hadden beiden (uitsluitend) de nationaliteit van dat land.
Een van de door Vitra geproduceerde stoelen is de hierna afgebeelde Dining Sidechair Wood (hierna: DSW).
De DSW behoort tot een groep stoelen die Charles en Ray Eames hebben ontworpen in het kader van een meubelontwerpcompetitie die het Museum of Modern Art in New York in 1948 heeft uitgeschreven. De groep stoelen (de ‘ Eames Plastic Sidechairs’) is vanaf 1950 tentoongesteld in dit museum.
In oktober 2004 hebben de dochter van Charles Eames , Lucia Eames , en Vitra een overeenkomst ondertekend (‘Deed of Transfer of Ownership, dated October 1, 2004’). Daarin wordt onder meer bepaald:
‘1. Preamble
Lucia Eames is the daughter of Charles Eames and the step-daughter of Ray Eames . She is the Executrix of the Estate of Ray Eames , the trustee of the Ray Eames Revocable Trust, and heiress of both Charles and Ray Eames .
Charles and Ray Eames designed furniture exclusively for [de producent] , Inc., of Zeeland, Michigan, U.S.A. The parties believe that it was the understanding of Charles and Ray Eames and [de producent] , Inc. that [de producent] Inc. owned certain rights in the designs of the following products, to the extent that their designs were protected by the laws of the countries in which they were marketed: (i) 1951 Wire Chair, (ii) 1954 Soft Compact, (iii) Lounge Chair and Ottoman from 1955/1956, (iv) Aluminium Group from 1958/1959, (v) 1969 Soft Pad Group, (vi) 1969 La Chaise, (vii) 1984 Teak and Leather Sofa, (viii) 1962 Chicago O'Hare Tandem Sling Seating, (ix) 1964 Segmented Base Table, and (x) Executive Chair/Time Life Chair from 1960 (collectively, the “HM Products”).
It is further the understanding of the Parties that [de producent] , Inc. transferred as of May 31, 1984, all of its ownership in the HM Products for Europe and the Middle East to Vitra Collections AG, Basel.
It is further the understanding of the parties that to the extent any of the design rights in the HM Products, including copyrights, were never owned by [de producent] , Lucia Eames transferred any remaining copyrights to Vitra Collections AG, Basel, pursuant to that certain Declaration dated February 14, 1992.
The parties note that adverse parties have challenged their understanding regarding the ownership of the HM Products as set forth above. To eliminate any future doubt and challenges, the Parties wish to reconfirm Vitra's ownership of rights by now transferring all rights to the HM Products - if any - that have not been effectively transferred previously to Vitra.
The parties desire to convey similar rights as transferred pursuant to Clause 1.5 in additional products as more particularly set forth on Annex II (which includes the HM Products) (collectively, the “Products).
For valuable consideration, receipt and sufficiency of which are hereby acknowledged, Lucia Eames and Vitra agree that Lucia Eames assigns and transfers to Vitra the entire rights, titles and interests in and to the copyright and any other intellectual property right or legal protected positions under any laws of unfair competition which exist according to the national, supranational and/or international laws in and regarding the Products (the “Work”) and in and to all products based upon, derived from, or incorporating the Work, and in and to the exclusive rights to the trademarks EAMES and EAMES COLLECTION for the Products and in and to all causes of action, either in law or in equity for past, present, or future infringement based on the copyrights and other intellectual property rights and legal protected positions under any laws of unfair competition, and in and to all rights corresponding to the foregoing for the territory defined in Annex I. As far as La Chaise is concerned, this transfer of ownership of rights is worldwide and not...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT