Uitspraak Nº 200.234.454/01. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 2019-01-25
ECLI | ECLI:NL:GHARL:2019:634 |
Docket Number | 200.234.454/01 |
Date | 25 Enero 2019 |
Court | Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Nederland) |
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
locatie Leeuwarden
afdeling civiel recht, handel
zaaknummer gerechtshof 200.234.454/01
(zaaknummer rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen C/18/176693/PR RK 17-207)
beschikking van 25 januari 2019
in de zaak van
gevestigd te 21220 Trogir, Kroatië,
appellante,
in eerste aanleg verweerster,
advocaat mr. T. Bezmalinovic te Rotterdam,
en
wonende te [A] , Kroatië,
appellante,
in eerste aanleg verweerder,
advocaat in hoger beroep mr. T. Bezmalinovic te Rotterdam,
in eerste aanleg in persoon procederend,
tegen
gevestigd te Groningen,
2. EL-TEC Elektrotechnologie B.V.,
gevestigd te Hattem,
3. Konstructiebedrijf Coops & Nieborg B.V.,
gevestigd te Hoogezand,
4. Barkmeijer Stroobos B.V.,
gevestigd te Stroobos,
geïntimeerden,
in eerste aanleg verzoeksters,
advocaat mr. J.L. de Hoop te Groningen,
hierna gezamenlijk te noemen Centraalstaat c.s.
In eerste aanleg is geprocedeerd en beslist zoals weergegeven in de beschikking van
22 november 2017 van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen.
Het verloop van de procedure is als volgt:
- het beroepschrift (met producties) ingekomen bij het gerechtshof te Leeuwarden op
22 februari 2018,
- het verweerschrift (met productie),
- de brief d.d. 4 december 2018 van mr. De Hoop (met producties),
- de e-mail d.d. 11 december 2018 van mr. Bezmalinovic (met producties),
- de mondelinge behandeling van 14 december 2018 waarvan proces-verbaal is opgemaakt,
Na afloop van de mondelinge behandeling het hof zijn, zoals door het hof tijdens de mondelinge behandeling is bepaald, nagezonden:
- de nadere akte van mr. de Hoop,
- de akte uitlating van mr. Bezmalinovic,
- de e-mail van mr. Bezmalinovic d.d. 2 januari 2019 (met productie).
Vervolgens heeft het hof uitspraak bepaald.
Het verzoek van Brodotrogir en [appellante2] luidt:
"de beschikking van 22 november 2017 van de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, Afdeling privaatrecht, locatie Groningen, zaaknummer/rekestnummer C/18/176693 / PR RK 17-207 te vernietigen en het verzoek van Centraalstaal c.s. ex artikel 1035 lid 2 Rv. houdende gegrondverklaring van de wraking af te wijzen dan wel om voornoemde beschikking te vernietigen en terug te verwijzen naar de Voorzieningenrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, Afdeling privaatrecht".
Het verweer strekt tot niet-ontvankelijkverklaring, althans afwijzing van de verzoeken in hoger beroep.
Tussen Centraalstaal c.s. en Brodotrogir is een geschil ontstaan dat ter arbitrage aanhangig is gemaakt bij de Stichting Transport and Maritime Arbitration Rotterdam-Amsterdam (TAMARA). Centraalstaat c.s. en Brodotrogir hebben daarbij het recht ieder een arbiter te benoemen. De derde arbiter wordt door de twee benoemde arbiters benoemd.
Brodotrogir heeft [appellante2] als arbiter aangewezen.
Centraalstaal c.s. hebben [appellante2] als arbiter gewraakt. [appellante2] heeft daarop te kennen gegeven zich niet als arbiter te zullen terugtrekken. Voor Centraalstaal c.s. was dat aanleiding de voorzieningenrechter over de gegrondheid van de wraking een beslissing te vragen. [appellante2] heeft een verweerschrift ingediend dat op 28 juli 2017 ter griffie is ontvangen. Het verzoek is door de voorzieningenrechter op de zitting van 6 november 2017 behandeld. [appellante2] is op die zitting niet verschenen.
In de bestreden beschikking van 22 november 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen het verzoek tot wraking toegewezen.
Aan zijn beslissing heeft de voorzieningenrechter, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd. Vaststaat dat [B] als bestuurder en...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT