Uitspraak Nº 200.234.367_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2018-10-02

ECLIECLI:NL:GHSHE:2018:4054
Docket Number200.234.367_01
Date02 Octubre 2018
CourtGerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland)
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling civiel recht

zaaknummer 200.234.367/01

arrest van 2 oktober 2018

in de zaak van

[BL] International BV,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

appellante,

hierna aan te duiden als BL International,

advocaat: mr. P. de Boer te 's-Hertogenbosch,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde,

hierna aan te duiden als [geïntimeerde] ,

advocaat: mr. M.H.M. van Asten te Amsterdam,

als vervolg op het door het hof gewezen tussenarrest van 10 april 2018 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats 's‑Hertogenbosch, onder zaaknummer 6581766 \ CV EXPL 18-285 \ 488 gewezen vonnis in kort geding van 16 februari 2018.

5 Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    het tussenarrest van 10 april 2018 waarbij het hof een comparitie na aanbrengen heeft gelast;

  • -

    het proces-verbaal van de comparitie van 29 mei 2018;

  • -

    de memorie van grieven van 3 juli 2018;

  • -

    de memorie van antwoord van 31 juli 2018 met producties.

Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald. Het hof doet recht op bovenvermelde stukken en de stukken van de eerste aanleg

6 De beoordeling
6.1.

Bij het tussenarrest van 10 april 2018 heeft het hof een comparitie van partijen gelast teneinde een minnelijke regeling te beproeven. Een minnelijke regeling is niet tot stand gekomen. Het hof gaat nu over tot een beoordeling van het hoger beroep.

6.2.

In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende feiten.

  • -

    [geïntimeerde] is op 19 januari 2009 bij BL International in dienst getreden als Commercial Business Analist op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Op 19 januari 2010 heeft [geïntimeerde] voor dezelfde functie een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd gesloten met de BL International.

  • -

    De arbeidsovereenkomst die partijen op 19 januari 2010 hebben gesloten, bevat een non-concurrentiebeding met de volgende inhoud:

“Article 9. Noncompeting clause

During the employment agreement and for one (1) year after it ends, regardless of how and why the employment has ended, unless the employee has obtained the employer’s written consent in advance the employee will not be allowed to:

a. work for any person, institution, company or business which undertakes activities which compete with or are similar to those of the employer and/or the companies and/or business affiliated to the employer, in any way, directly or indirectly, paid or unpaid, or to have any interest in or in relation to them;

b. (…);

c. (…).”

  • -

    In november 2012 en januari 2016 hebben zich enkele wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden voorgedaan. Deze wijzigingen zijn opgenomen in door partijen getekende addenda.

  • -

    In het addendum van november 2012 is vermeld:

“(…) declare that, in addition to the employee’s indefinite employment contract of the 19th of january 2010, the following agreements have been made: (…)”

en:

“7. Except for this addendum, all terms and conditions of the existing employment agreement will remain unaltered. (…)”

- In het addendum van januari 2016 is vermeld:

“(…) declare that, in addition to the employee’s indefinite employment contract of January 19th 2010 and addendum of November 1st 2012, the following agreements have been made: (…)”

en:

“7. All other terms and conditions as stated in your employment contract and addendum, which went into effect respectively on January 19th 2010 and November 1st 2012, remain unaltered. (…)”

  • -

    Mevr. [CFO] , CFO van BL Special Promotions (een zusteronderneming van BL International) heeft aan [geïntimeerde] een door haar op 2 januari 2017 ondertekende arbeidsovereenkomst toegezonden welke betrekking heeft op de indiensttreding van [geïntimeerde] bij BL Special Promotions per 1 januari 2017. [geïntimeerde] heeft deze arbeidsovereenkomst niet ondertekend. [geïntimeerde] is wel vanaf 1 januari 2017 werkzaamheden gaan verrichten voor BL Special Promotions.

  • -

    Op de salarisstroken die [geïntimeerde] vanaf 1 januari 2017 heeft ontvangen, staat BL Special Promotions vermeld als werkgever. Hetzelfde is het geval bij de salarisbijschrijvingen die [geïntimeerde] vanaf 1 januari 2017 op zijn bankrekening heeft ontvangen.

  • -

    Voor [geïntimeerde] zijn in visitekaartjes gedrukt waarop BL Special Promotions als werkgever vermeld staat. Die visitekaartjes zijn aan [geïntimeerde] ter beschikking gesteld.

  • -

    Bij e-mail van 16 augustus 2017 heeft een medewerkster van de HR-afdeling van de BL-groep althans van BL International aan [geïntimeerde] onder meer het volgende geschreven:

‘Bij een update van het systeem zie ik dat wij geen getekende versie hebben van jouw contract.

Mocht je nog vragen of onduidelijkheden hebben, laat het dan vooral weten. Mocht dat niet het geval zijn, dan ontvang ik graag een getekende versie van jouw contract.’

[geïntimeerde] heeft in antwoord op die e-mail bij e-mail van diezelfde dag onder meer het volgende meegedeeld:

‘De condities van het contract stonden nog ter discussie. Dit is stil komen te liggen met de reorganisatie van de LP afdeling. Mijn toekomstige rol moet nog gedefinieerd worden dus ik denk dat momenteel niemand duidelijkheid heeft wat er moet gebeuren.

Als ik meer weet horen jullie het ook.’

  • -

    BL Special Promotions heeft op 29 september 2017 aan [geïntimeerde] een werkgeversverklaring verstrekt waarop BL Special Promotions als zijn werkgever genoemd staat.

  • -

    Aan [geïntimeerde] is op 29 september 2017 een bevestiging verstrekt van een aan hem in 2017 toegekende bonus. In deze bevestiging staat onder meer het volgende:

‘In aanvulling op de verstrekte werkgeversverklaring voor dhr. [geïntimeerde] , werkzaam bij [BL] Special Promotions BV, bevestigen wij met deze brief het bruto bonusbedrag betaald aan dhr. [geïntimeerde] in 2017: (…)’

  • -

    Bij brief van 18 december 2017, gericht aan BL Special Promotions, heeft [geïntimeerde] zijn dienstverband met inachtneming van een opzegtermijn van een maand opgezegd per 1 februari 2018. [geïntimeerde] heeft in de brief vermeld dat hij een andere baan heeft gevonden die hem betere perspectieven biedt. De door [geïntimeerde] genoemde andere baan betreft een baan bij [de vennootschap] (hierna: [de vennootschap] )

  • -

    Bij brief van 21 december 2017 heeft BL International aan [geïntimeerde] onder meer meegedeeld dat zij ervan uitgaat dat de opzegging geacht moet worden aan haar gericht te zijn en dat [geïntimeerde] zich aan het met BL International overeengekomen non-concurrentiebeding moet houden.

6.3.1.

BL International heeft [geïntimeerde] en [de vennootschap] bij inleidende dagvaarding van 23 januari 2018 in kort geding gedagvaard voor de kantonrechter. BL International heeft de procedure tegen [de vennootschap] vervolgens vóór de eerstdienende dag ingetrokken. In deze kortgedingprocedure vordert BL International – voor zover na intrekking van de dagvaarding tegen [de vennootschap] nog van belang – als onmiddellijke voorziening bij voorraad in de zin van artikel 254 Rv, samengevat:

  • -

    A. [geïntimeerde] te verbieden om op enigerlei wijze te handelen in strijd met het concurrentiebeding als vermeld in artikel 9 van de arbeidsovereenkomst met BL International, meer in het bijzonder door [geïntimeerde] te verbieden in dienst te treden van of werkzaam te zijn voor [de vennootschap] of enige daaraan gelieerde onderneming gedurende een periode van 1 jaar te rekenen vanaf 1 februari 2018, op straffe van een dwangsom;

  • -

    B. [geïntimeerde] te gebieden om nadat een dag na betekening van het te wijzen vonnis is verstreken, zijn dienstbetrekking met [de vennootschap] (of een aan haar gelieerde onderneming) te beëindigen, op straffe van een dwangsom;

met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten, vermeerderd met wettelijke rente.

6.3.2.

BL International heeft aan deze vorderingen, samengevat, het volgende ten grondslag gelegd.

BL International is met [geïntimeerde] een non-concurrentiebeding overeengekomen op grond waarvan het [geïntimeerde] is verboden om bij [de vennootschap] in dienst te treden. [de vennootschap] is een directe concurrent van BL International. Zij opereren allebei internationaal, bedienen dezelfde afnemers en werken met dezelfde leveranciers. [geïntimeerde] heeft vanuit de verschillende functies die hij bij BL...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT