Uitspraak Nº 200.237.077/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:172
Docket Number200.237.077/01
Date22 Enero 2019
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummer: 200.237.077/ 01

Zaaknummer rechtbank: C/15/251009 / FA RK 16-6680 en C/15/256547 / FA RK 17-1588

Beschikking van de meervoudige kamer van 22 januari 2019 inzake

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoekster in hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. P.H. Visser te Wormerveer,

en

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder in hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. A. de Visser te Zaandam.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland (Haarlem) van 21 februari 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

De vrouw is op 10 april 2018 in hoger beroep gekomen van de beschikking van 21 februari 2018.

2.2

De man heeft op 24 mei 2018 een verweerschrift ingediend.

2.3

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een V-formulier van de zijde van de vrouw van 25 juni 2018 met bijlagen, ingekomen op 26 juni 2018;

- een V-formulier van de zijde van de vrouw van 3 juli 2018 met bijlagen, ingekomen op 4 juli 2018.

2.4

De mondelinge behandeling heeft op 19 juli 2018 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de vrouw, bijgestaan door mr. P.H. Visser;

- de man, bijgestaan door mr. A. de Visser.

3 De feiten
3.1

Partijen zijn [in] 1971 gehuwd onder opmaking van huwelijkse voorwaarden. Partijen zijn op 19 augustus 2016 feitelijk uiteengegaan. De man heeft op 10 november 2016 het echtscheidingsverzoek ingediend.

3.2

De man en de vrouw zijn thans 68 respectievelijk 67 jaar oud.

De man ontvangt naast een AOW-uitkering een pensioenuitkering van € 493,- bruto per maand van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw (hierna: het pensioenfonds) en lijfrenteuitkeringen en uitkeringen aanvullend pensioen van Nationale Nederlanden respectievelijk RegioBank.

De vrouw ontvangt naast een AOW-uitkering een pensioenuitkering van het ABP en inkomen uit vermogen (dividend en rente ter zake van beleggingen respectievelijk rente wegens een door haar verstrekte hypothecaire lening).

3.3

De man had een eigen onderneming, [de onderneming] . Hij heeft deze in of omstreeks oktober 2017 verkocht voor € 625.000,-.

4 De omvang van het geschil
4.1

Bij de bestreden beschikking is, voor zover in hoger beroep van belang, op het daartoe strekkende verzoek van de man de echtscheiding uitgesproken tussen partijen.

Voorts is onder andere bepaald dat de behandeling van het verzoek van de vrouw betreffende de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden (vergoeding van de investering van de vrouw in de aflossing van de hypotheek van de woning van de man) op een nader te bepalen zitting zal worden voortgezet.

4.2

De vrouw verzoekt – zo begrijpt het hof – met vernietiging van de bestreden beschikking voor zover daarbij de echtscheiding is uitgesproken, de beslissing op het echtscheidingsverzoek aan te houden teneinde de man in de gelegenheid te stellen een voorziening in het nabestaandenpensioen te treffen, althans het inleidend verzoek van de man tot echtscheiding alsnog af te wijzen.

4.3

De man verzoekt het hoger beroep van de vrouw af te wijzen en de bestreden beschikking ten aanzien van de echtscheiding te...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT