Uitspraak Nº 200.238.907/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-04-21

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1161
Docket Number200.238.907/01
Date21 Abril 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.238.907/01

zaaknummer rechtbank (Amsterdam) : 6099895 CV EXPL 17-14586

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 21 april 2020

inzake

[appellante] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellante,

advocaat: mr. M.B. Chylinska te Haarlem,

tegen

ARBEX SERVICES B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde,

advocaat: mr. J.G.M. Roijers te Rotterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellante] en Arbex genoemd.

[appellante] is bij dagvaarding van 26 april 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam, hierna ‘de kantonrechter’, van 30 januari 2018, onder bovenvermeld zaaknummer gewezen tussen haar als eiseres en Arbex als gedaagde.

Arbex heeft aan [appellante] een exploot zoals bedoeld in artikel 126 Rv doen uitbrengen, waarbij zij laatstgenoemde heeft aangezegd het hoger beroep te zullen aanbrengen tegen een vroegere roldatum dan in de dagvaarding vermeld. Partijen hebben daarna respectievelijk een memorie van grieven en een memorie van antwoord ingediend.

[appellante] heeft geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en alsnog – uitvoerbaar bij voorraad – haar vorderingen zoals in eerste aanleg ingesteld zal toewijzen, met veroordeling van Arbex in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep.

Arbex heeft geconcludeerd, kort gezegd, dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met veroordeling van [appellante] in de kosten van het geding in hoger beroep.

Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

Ten slotte is arrest gevraagd.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis onder 1, 1.1 tot en met 1.10, de feiten vastgesteld die hij tot uitgangspunt heeft genomen. Over de juistheid van die feiten bestaat geen geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan, met dien verstande dat het mede acht zal slaan op enkele andere, hierna te noemen, feiten die tussen partijen niet in geschil zijn.

3 Beoordeling
3.1.

Kern van de zaak is de vraag of Arbex, als werkgever, tegenover [appellante] aansprakelijk is voor schade die [appellante] stelt te hebben geleden in de uitoefening van werkzaamheden op grond van een arbeidsovereenkomst die tussen partijen heeft bestaan. Aanleiding tot deze vraag zijn, verkort weergegeven, de volgende feiten.

3.2.

[appellante] , geboren op [geboortedatum] 1990, is van 1 april 2016 tot en met 30 september 2016 in dienst van Arbex geweest in de functie van medewerkster housekeeping op grond van een arbeidsovereenkomst voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT