Uitspraak Nº 200.239.307/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-09-24

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:3552
Docket Number200.239.307/01
Date24 Septiembre 2019
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.239.307/01

zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/615354 / HA ZA 16-952

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 24 september 2019

inzake

[appellant] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,

appellant in de hoofdzaak,

eiser in het incident,

advocaat: mr. A. Aaryf te Utrecht,

tegen

DTG B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde in de hoofdzaak,

verweerster in het incident,

advocaat: mr. R.R.F. van der Mark te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant] en DTG genoemd.

[appellant] is bij dagvaarding van 4 december 2017 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 6 september 2017, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen DTG als eiseres en [appellant] als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, tevens houdende incidentele vordering ex artikel 223 lid 2 Rv, met producties;

- memorie van antwoord, tevens houdende antwoord in het incident, met een productie.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 11 juli 2019 in de hoofdzaak en het incident doen bepleiten door hun voornoemde advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. [appellant] heeft bij deze gelegenheid nog nadere producties in het geding gebracht.

Ten slotte is - na vergeefse schikkingsonderhandelingen - in zowel het incident als de hoofdzaak arrest gevraagd.

[appellant] heeft in de hoofdzaak geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad - alsnog de vorderingen van DTG volledig zal afwijzen, met veroordeling van DTG in de kosten van het geding in beide instanties, met rente. In het incident heeft [appellant] opheffing van het ten laste van hem onder zijn pensioenfonds gelegde beslag gevorderd, alsmede een verbod om tot verdere executiemaatregelen op grond van het bestreden vonnis over te gaan, met veroordeling van DTG in de kosten van het incident, met rente.

DTG heeft in de hoofdzaak geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van [appellant] in de kosten van het geding in hoger beroep. In het incident heeft DTG geconcludeerd tot afwijzing van de vordering, kosten rechtens.

[appellant] heeft in hoger beroep bewijs van zijn stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 en 2.2 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. [appellant] heeft deze feiten met grief 1 deels bestreden. Het hof zal daarmee rekening houden. De feiten zijn voor het overige in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt.

3 Beoordeling
3.1.

Het gaat in deze zaak om het volgende.

3.1.1.

DTG heeft betaling van facturen door [appellant] gevorderd op grond van een drietal schriftelijke overeenkomsten/orderformulieren (verder: overeenkomsten)...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT