Uitspraak Nº 200.240.456-01T. Gerechtshof Den Haag, 2019-09-17

ECLIECLI:NL:GHDHA:2019:2353
Date17 Septiembre 2019
Docket Number200.240.456-01T
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)

GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.240.456/01

Zaak- en rolnummer rechtbank : C/09/501160 / HA ZA 15-1359

Arrest van 17 september 2019

in de zaak van

[naam 1] ,

wonende te [woonplaats] ,

appellant in het principaal appel,
verweerder in het incidenteel appel,

hierna te noemen: [appellant] ,

advocaat: mr. J.J. Dekker te Lisse,

tegen

1. [naam 2] ,

wonende te [woonplaats] ,

2. [naam 3] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerden in het principaal appel,
appellanten in het incidenteel appel,

hierna te noemen: [geïntimeerden] (mannelijk enkelvoud),

advocaat: mr. M.L. Ravensbergen-Brussee te [plaats] .

Het geding

Bij exploot van 1 juni 2018 is [appellant] in hoger beroep gekomen van het door de rechtbank Den Haag tussen partijen gewezen vonnis van 21 maart 2018 (hierna ook: het bestreden vonnis). Bij tussenarrest van 10 juli 2018 is een comparitie na aanbrengen gelast. Deze is niet doorgegaan. Vervolgens heeft [appellant] bij memorie van grieven houdende vermeerdering van eis (met producties) vijf grieven aangevoerd en zijn eis gewijzigd. [geïntimeerden] heeft bij memorie van antwoord (met producties) verweer gevoerd, van zijn kant incidenteel appel ingesteld onder aanvoering van zeven grieven en zijn eis gewijzigd. [appellant] heeft vervolgens gereageerd bij memorie van antwoord in het incidenteel appel tevens akte uitlating producties, tevens reactie op gewijzigde eis, tevens akte overlegging producties (met producties). Vervolgens hebben partijen de zaak mondeling doen bepleiten op 12 augustus 2019, dit aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Hierna is arrest bepaald.


Beoordeling van het hoger beroep

De feiten

  1. De in het bestreden vonnis in r.o. 2 (2.1 tot en met 2.10) vastgestelde feiten staan niet ter discussie, zodat ook het hof daarvan uitgaat. Voor zover [geïntimeerden] met grief 1 er over klaagt dat feiten die in het proces-verbaal van descente onjuist zijn opgenomen, heeft hij geen belang bij deze grief, aangezien de rechtbank noch het hof de bedoelde feiten tot uitgangspunt heeft genomen dan wel neemt.

  2. Samengevat zijn de volgende feiten van belang.
    (2.1) Nadat partijen in 2011 ten aanzien van na te noemen perceel een koopovereenkomst hadden gesloten, die vervolgens is ontbonden (hierna: koopovereenkomst 1) (productie 3 inleidende dagvaarding) hebben zij op 27 december 2012 een nieuwe koopovereenkomst ten aanzien van dit perceel gesloten (hierna: koopovereenkomst 2) (productie 4 inleidende dagvaarding).
    [geïntimeerden] heeft blijkens deze koopovereenkomst 2 voor € 522.500,-- van [appellant] gekocht een perceel grond (hierna: het Perceel) bestemd voor de bouw van een woning. Het Perceel (door partijen aangeduid met perceelsnummer 1) is gelegen aan [straatnaam] te [plaats] .
    In koopovereenkomst 2 is daarnaast op bladzijde 4 als (op overeenkomst 2 toepasselijke) bepaling opgenomen dat [appellant] voor de oplevering van de door [geïntimeerden] te bouwen woning op een aangrenzend perceel een sloot zal graven met een bepaalde breedte en lengte en een diepte van 1.50 meter die “onbelemmerde doorvaart zal geven naar het bestaande vaarwater (…).
    Navolgende erfdienstbaarheid houdt tevens de last in voor de verkoper om over het gehele tracé van de sloot om voor zijn rekening aan te brengen op de oeverlijn van een beschoeiing, zodanig dat de oeverlijn zich niet door afkalving in de richting van de sloot verplaatst.”
    Partijen zijn hierbij tevens overeengekomen dat een erfdienstbaarheid zal worden gevestigd, zulks om met vaartuigen vanaf het heersend erf (het Perceel) over de sloot te varen naar het aangrenzend vaarwater en omgekeerd en dat daarin de in de overeenkomst genoemde afspraken over de sloot zullen worden vastgelegd. Onder meer is daarbij overeengekomen dat de eigenaren en bevoegde gebruikers van de erven de sloot uitsluitend mogen gebruiken voor niet-bedrijfsmatige doorvaart.
    (2.2) Het Perceel is op 11 februari 2013 aan [geïntimeerden] geleverd. In de leveringsakte (productie 5 inleidende dagvaarding) zijn voormelde afspraken onder het kopje “Vestiging erfdienstbaarheid” neergelegd.
    (2.3) [geïntimeerden] heeft vervolgens een woning en een schuurtje, met regenpijp, op het Perceel gebouwd. [Voor de goede orde: het hof spreekt over een ‘schuurtje’ omdat het begrip ‘schuur’ in dit tuinbouwgebied associaties geeft met een bedrijfsmatige schuur waarvan in dit geval geen sprake is.] [geïntimeerden] heeft het Perceel vóór de bouw in opdracht van de gemeente opgehoogd. Ook heeft hij twee leidingen (respectievelijk voor de aan- en afvoer van water van en naar het achterliggende openbare water) aangelegd op 30 cm diepte in na te noemen perceel 5 van [appellant] , dicht langs de erfgrens met na te noemen perceel 4. De woning is op 22 augustus 2013 opgeleverd. De sloot was toen nog niet gegraven. In 2016 hebben partijen een schikking bereikt waarbij [appellant] zich heeft verplicht alsnog een sloot te realiseren. [appellant] heeft op enig moment in 2016 deze sloot gegraven. Deze sloot ligt, zoals overeengekomen, tussen de hierna genoemde percelen 5 en 6 en reikt van het bestaande vaarwater tot aan het Perceel.
    (2.4) [appellant] woont op het naastgelegen perceel [adres] (vanaf [straatnaam] kijkend rechts naast het Perceel). Kijkend vanaf [straatnaam] links van het Perceel (ook wel perceel 1) liggen twee percelen die door partijen worden aangeduid met nummers 2 en 3. Deze percelen zijn inmiddels door [appellant] verkocht (met woonbestemming). Perceel 2 is ook opgehoogd, waarna er een woning op is gebouwd. Achter het perceel (met woning) van [appellant] en de percelen 1, 2 en 3 liggen nog vier percelen die eigendom zijn van [appellant] . Deze percelen hebben (nog) agrarische bestemming en worden door partijen aangeduid met de nummers 4, 5, 6 en 7. Perceel 4 hoort bij het perceel van de woning van [appellant] . Perceel 5 ligt achter het Perceel. Door de ophoging van het Perceel liggen de percelen van [appellant] ten opzichte daarvan lager. [appellant] heeft op enig moment op perceel 5 windschermen (van palen en winddoek) geplaatst, en wel langs de volledige erfgrens dicht bij de achterzijde van het Perceel. De ligging van de percelen is weergegeven in onderstaande schematische tekening, met dien verstande dat de insteekhavens bij het Perceel en bij de percelen 2 en 3 (bij koopovereenkomst 2) zijn vervallen en dat de percelen 4 tot en met 7, zoals gezegd, thans nog steeds agrarisch zijn.

Het geschil tussen partijen en de beslissing van de rechtbank

3. In de loop der tijd zijn tussen partijen (verdere) problemen gerezen, en wel onder meer over:
- de (aanleg van de) sloot, de onbelemmerde doorvaart en de daarmee verband
houdende door [geïntimeerden] gewenste legalisatie van de sloot;
- de beschoeiing van de sloot;
- de diepte van de sloot;
- de door [appellant] op perceel 5 geplaatste erfafscheiding en roerende zaken;
- de door [appellant] op perceel 5 ervaren wateroverlast (door ophoging van het
Perceel en een aldaar aan het schuurtje van [geïntimeerden] bevestigde regenpijp);
- over de erfgrens hangende zaken (deel van het schuurtje en bouten);
- leidingen in de grond van [appellant] .

4. Dit heeft geleid tot deze procedure met vorderingen over en weer, zoals vermeld in het bestreden vonnis. De eerste vier onder 3. opgesomde kwesties zijn met vorderingen aangekaart door [geïntimeerden] ; de laatste drie kwesties door [appellant] .

5. De rechtbank heeft, samengevat, (ten aanzien van de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad) geoordeeld:
(i) Niet deugdelijk is door [geïntimeerden] onderbouwd dat legalisatie van de sloot is vereist. De daarmee samenhangende vordering wordt afgewezen.
(ii) [appellant] is verplicht de sloot te voorzien van een beschoeiing. [appellant] heeft ten onrechte geen beschoeiing geplaatst aan de kop van de sloot, zodat hij wordt veroordeeld tot betaling van de daarmee gemoeide en door [geïntimeerden] gemaakte kosten van € 716,10, met wettelijke rente.
(iii) De door [appellant] aan de zijkant van de sloot aangelegde beschoeiing voldoet, zodat de vordering van [geïntimeerden] tot het aanleggen van een andere (deugdelijke, afkalving voorkomende) beschoeiing wordt afgewezen.
(iv) Niet is komen vast te staan dat de onvoldoende diepte van de sloot is toe te schrijven aan een gebrekkige beschoeiing, zodat de vordering tot veroordeling van [appellant] om de sloot weer van de juiste diepgang 1.50 meter te voorzien, zal worden afgewezen.
(v) [appellant] heeft zijn recht om een erfafscheiding te plaatsen misbruikt. Deze moet hij op straffe van een dwangsom verwijderen en verwijderd laten.
(vi) De vordering van [geïntimeerden] over de door [appellant] op zijn perceel geplaatste roerende zaken is onvoldoende toegelicht en zal worden afgewezen.
(vii) De proceskosten in conventie worden gecompenseerd.
(viii) De vorderingen van [appellant] worden afgewezen, met veroordeling van [appellant] in de proceskosten in reconventie.
(ix) [appellant] heeft onvoldoende onderbouwd dat de ophoging van het Perceel de natuurlijke waterloop op een voor [appellant] negatieve wijze beïnvloedt.
(x) Van afwatering (van de regenpijp aan de schuur van [geïntimeerden] ) in strijd met artikel 5:52 BW, dan wel onrechtmatige afwatering ex artikel 5:39 BW is niet gebleken.
(xi) Dit geldt ook voor de stelling van [appellant] dat er sprake is van opstallen (deel van de schuur en bouten) over de erfgrens.
(xii) [appellant] heeft niet gesteld dat hij nadeel heeft van de ondergrondse leidingen. [appellant] heeft dus geen belang bij verwijdering ervan (artikel 5:21 lid 2 BW en artikel 3:303 BW).
De grieven van partijen

6. Partijen hebben over en weer grieven aangevoerd. [appellant] heeft geklaagd over de toewijzing van voormelde (conventionele) vorderingen (ii, v en vii) en de afwijzing van zijn (reconventionele) vorderingen ( ix, x, xi en xii). [geïntimeerden] heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT