Uitspraak Nº 200.243.134/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:177
Date22 Enero 2019
Docket Number200.243.134/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummer: 200.243.134/01

Zaaknummer rechtbank: C/15/274602 / FA RK 18-3013

beschikking van de meervoudige kamer van 22 januari 2019 inzake

[de man] ,

wonende te [plaats A] , gemeente [gemeente B] ,

verzoeker in hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. Z. Sivro te Amsterdam,

en

[de vrouw] ,

wonende te [plaats C] , gemeente [D] ,

verweerster in hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. R.J.C. Silven te Volendam.

In zijn adviserende en/of toetsende taak is in de procedure gekend:

de raad voor de kinderbescherming,

locatie: Amsterdam

hierna te noemen: de raad.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland (Haarlem) van 12 juli 2018, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep
2.1.

De man is op 16 augustus 2018 in hoger beroep gekomen van voornoemde beschikking van 12 juli 2018.

2.2.

De vrouw heeft op 1 oktober 2018 een verweerschrift ingediend.

2.3.

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 9 november 2018 met bijlagen, ingekomen op 12 november 2018;

- een brief van de zijde van de man van 12 november 2018 met bijlagen (productie 1 t/m 4), ingekomen op 15 november 2018.

2.4.

Bij beschikking van dit hof van 4 september 2018 is het verzoek van de man de werking van de bestreden beschikking te schorsen afgewezen.

2.5.

De mondelinge behandeling heeft op 21 november 2018 plaatsgevonden. Verschenen zijn:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat;

- de raad, vertegenwoordigd door de heer V.A.M. Aelbers.

3 De feiten
3.1.

Partijen zijn gehuwd [in] 2005, welke huwelijk op 2 oktober 2017 is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 14 juni 2017 in de registers van de burgerlijke stand.

Uit het huwelijk zijn geboren:

- [kind A] (hierna: [kind A] ), [in] 2006;

- [kind B] (hierna: [kind B] ) [in] 2009;

- [kind C] (hierna: [kind C] ) [in] 2012 (hierna ook gezamenlijk: de kinderen).

De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen.

3.2.

Bij beschikking van de rechtbank van 21 juli 2016 is een (eerder) verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen afgewezen.

3.3.

Bij beschikking van de rechtbank van 14 juni 2017, hersteld bij herstelbeschikking van 26 juli 2017, is de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw bepaald en is een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld (vanaf 14 december 2017 conform artikel 3.2 van het ouderschapsplan van partijen van 19 november 2016).

3.4.

De kinderen zijn bij beschikking van de kinderrechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 mei 2017 onder toezicht gesteld, welke ondertoezichtstelling nadien is verlengd.

3.5.

Ten tijde van de bestreden beschikking verliep de omgang tussen de man en de kinderen als volgt:

- een keer in de vier weken haalt de man de kinderen (op zaterdag) op bij de vrouw en brengt hen om 17.00 uur terug;

- door de weeks is er geen omgang tussen de man en [kind B] en [kind C] ;

- de man haalt [kind A] op woensdag op voor de sport en brengt hem weer terug;

- de man gaat, wanneer hij de mogelijkheid heeft, de kinderen bezoeken bij sportactiviteiten.

3.6.

De vrouw is begin augustus 2018 met de kinderen verhuisd naar [plaats C] (gemeente [D] ).

4 Het verzoek
4.1.

Bij de bestreden beschikking is de vrouw vervangende toestemming verleend om met de kinderen te verhuizen naar een woning in de gemeente [plaats C] in Midden-Nederland, althans binnen een straal van 15 kilometer van de gemeente [D] . Daarnaast is de vrouw toestemming verleend [kind A] in te schrijven op één van de volgende middelbare scholen te Amersfoort: ’t Atrium, Het Nieuw Eemland of ’t Hoge Landt, danwel op het Johannes Fontanus College te Barneveld en [kind B] en [kind C] in te schrijven op de St Jozefschool te [plaats C] . De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4.2.

De man verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en te bepalen dat de vrouw en de kinderen dienen terug te verhuizen naar [plaats A] (en, naar het hof begrijpt: het inleidende verzoek van de vrouw tot vervangende toestemming om te verhuizen alsnog af te wijzen), althans een zodanige beslissing te nemen als het hof juist acht.

4.3.

De vrouw verzoekt de man niet-ontvankelijk te verklaren in zijn hoger beroep, althans zijn verzoek in hoger...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT