Uitspraak Nº 200.243.653/01. Gerechtshof Amsterdam, 2019-10-15

ECLIECLI:NL:GHAMS:2019:3747
Docket Number200.243.653/01
Date15 Octubre 2019
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.243.653/01

zaaknummer/rolnummer rechtbank Noord-Holland: C/15/260358/HA ZA 17-428

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 15 oktober 2019

inzake

[appellante] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

appellante,

advocaat: mr. D.L.A. van Voskuilen te Rotterdam,

tegen

1 [geïntimeerde sub 1] ,

2. [geïntimeerde sub 2],

beiden wonende te [woonplaats 2] ,

geïntimeerden,

advocaat: mr. E.J. Loos te Amsterdam.

Partijen worden hierna [appellante] en [geïntimeerden] genoemd en geïntimeerden afzonderlijk [geïntimeerde sub 1] respectievelijk [geïntimeerde sub 2] .

1 Het geding in hoger beroep

[appellante] is bij dagvaarding van 23 juli 2018 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 25 april 2018, zittingsplaats Haarlem, onder bovenvermeld zaak-/rolnummer gewezen tussen [appellante] als eiseres en [geïntimeerden] als gedaagden.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven;

- memorie van antwoord met producties.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 4 juli 2019 doen bepleiten door hun voornoemde advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellante] heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en - uitvoerbaar bij voorraad - alsnog haar vordering zal toewijzen, met beslissing over de proceskosten.

[geïntimeerden] heeft geconcludeerd tot bekrachtiging, met beslissing over de proceskosten.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten
2.1.

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1 tot en met 2.16 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en vormen ook voor het hof het uitgangspunt, voor zover in hoger beroep nog van belang. Daarnaast acht het hof nog andere (gestelde en niet of onvoldoende gemotiveerd betwiste) feiten van belang. Het gaat in dit hoger beroep om het volgende.

2.2.

[appellante] was in augustus 2016 eigenaar van de woning aan de [adres] (hierna: de woning).

2.3.

Op 9 augustus 2016 is tussen [appellante] en [geïntimeerden] een koopovereenkomst tot stand gekomen met betrekking tot de woning (hierna: de koopovereenkomst). De koopprijs bedroeg € 427.500,-. De koopovereenkomst werd gesloten onder het voorbehoud dat [geïntimeerden] de voor de aankoop benodigde financiering zouden verkrijgen. Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst beschikte [geïntimeerde sub 2] over een tijdelijke arbeidsovereenkomst die per 8 oktober 2016 beëindigd zou worden. Zij was in augustus/september 2016 in gesprek met een potentiële nieuwe werkgever maar had nog geen nieuw arbeidscontract.

2.4.

In de koopovereenkomst is – voor zover hier van belang – het volgende opgenomen:

‘Waarborg

Artikel 8

Tot meerdere zekerheid voor de nakoming van zijn verplichtingen zal koper te zijner keuze:

- een waarborgsom ten belope van tien procent (10%) van de voormelde totale koopprijs voldoen op de kwaliteitsrekening;

- een schriftelijke bankgarantie doen stellen ten belope van tien procent (10%) van voormelde totale koopprijs,

zulks uiterlijk op 20 september 2016 en voorts op de wijze als nader is aangegeven in de algemene bepalingen.

Ontbindende voorwaarden

Artikel 9

Deze koop geschiedt onder de ontbindende voorwaarden, dat:


(…)

b. koper niet uiterlijk op 13 september 2016 een toezegging heeft verkregen van een erkende geldverstrekkende instelling voor één of meer geldleningen onder hypothecair verband van het verkochte – eventueel, indien de desbetreffende geldgever dat verlangt voor het verstrekken van een zodanige geldlening, onder medeverband van de rechten uit een te sluiten overeenkomst van levensverzekering tot een verzekerd kapitaal, na te melden hoofdsom niet te boven gaande – tot een hoofdsom van de koopprijs met bijkomende kosten koper (tot een maximum van 102% van de koopprijs) , onder de bij de grote erkende geldverstrekkende instellingen normaal geldende voorwaarden en bepalingen en de garantie voor die lening van de stichting: Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen niet voor die datum is toegezegd;

en koper tevens uiterlijk op de eerste werkdag na laatstgemelde datum schriftelijk en goed gedocumenteerd door middel van twee (2) afwijzingen van een erkende geldverstrekkende instelling aan de notaris heeft verklaard, dat hij wegens het niet of niet tijdig verkrijgen van voormelde toezegging(en), deze overeenkomst wil ontbinden;


(…)’

2.5.

In de tot de koopovereenkomst behorende algemene bepalingen is – voor zover hier van belang – het volgende te lezen:

‘(…)

Tekortkoming (wanprestatie)
Artikel VI

(…)

2. Indien één van de partijen, na bij deurwaardersexploit in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen, na de dag waarop het deurwaardersexploit is uitgebracht, tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen – daaronder begrepen het niet tijdig betalen van de waarborgsom of het niet tijdig doen stellen van een correcte bankgarantie – is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keus tussen:

(…)
b. de overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van tien procent van de koopprijs.

(…)

2.6.

Bij e-mail van 8 augustus 2016, één dag vóór het sluiten van de koopovereenkomst, heeft [geïntimeerde sub 1] aan de ING bank (hierna: ING) verzocht om te laten weten binnen welke termijn de ING de offerte voor een hypotheekverstrekking zal uitbrengen. [geïntimeerde sub 1] heeft daarbij vermeld dat de koopprijs € 427.500,-- bedraagt en het gewenste hypotheekbedrag

€ 436.000,- (102%) is.

2.7.

Bij e-mail van 30 augustus 2016 heeft [geïntimeerde sub 1] aan de ING de meest recente salarisstroken van hem en van [geïntimeerde sub 2] gestuurd en verder onder meer het volgende geschreven:

Wat betreft de werkgeversverklaring van mijn echtgenote, kunnen wij geen werkgeversverklaring overleggen van de huidige werkgever. Mijn echtgenote heeft in het gesprek met u van twee weken geleden aangegeven dat zij een overstap gaat maken naar een andere werkgever. (…) Zij zal, zodra zij haar arbeidscontract en werkgeversverklaring van de nieuwe werkgever heeft, u hiervan in het bezit stellen. Maar op dit moment is dat niet het geval. (…) Indien ING op basis van de huidige gegevens geen offerte kan uitbrengen, ontvangen wij graag van u een afwijzing. Dit in verband met de ontbindende voorwaarden in de koopovereenkomst. (…) Ten overvloede meld ik u dat wij bij twee andere hypotheekverstrekkers voorbij de oriëntatiefase zijn en in ieder geval één van hen vindt gelet op het werkverleden van mijn echtgenote geen reden om een offerte uit te brengen.

2.8.

Op 1 september 2016 heeft ING aan [geïntimeerden] te kennen gegeven dat zij geen hypotheekofferte kan uitbrengen zonder ontvangst van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT