Uitspraak Nº 200.246.355/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-04-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1157
Docket Number200.246.355/01
Date14 Abril 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.246.355/01

zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : C/13/603301 / HA ZA 16-219

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 april 2020

inzake

STICHTING VICTIMES DES DECHETS TOXIQUES COTE D'IVOIRE,

gevestigd te Papendrecht,

appellante,

tevens (voorwaardelijk) incidenteel geïntimeerde,

advocaat: mr. B.P. Dekker te Amsterdam,

tegen

1 TRAFIGURA BEHEER B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

2. de rechtspersoon naar Engels recht

TRAFIGURA LIMITED,

gevestigd te Londen, Verenigd Koninkrijk,

geïntimeerden,

tevens (voorwaardelijk) incidenteel appellanten,

advocaat: mr. A. Knigge te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna de Stichting, Trafigura Beheer en Trafigura Limited genoemd. Trafigura Beheer en Trafigura Limited worden gezamenlijk Trafigura c.s. genoemd.

De Stichting is bij dagvaarding van 13 juli 2018 in hoger beroep gekomen tegen een vonnis van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2018, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen de Stichting als eiseres en Trafigura c.s. als gedaagden.

Op 29 april 2019 is een regiecomparitie gehouden. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, tevens akte tot wijziging van eis, met producties;

- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in (voorwaardelijk) incidenteel appel, met producties;

- memorie van antwoord in (voorwaardelijk) incidenteel appel.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 23 januari 2020 doen bepleiten, de Stichting door mr. Dekker voornoemd en mrs. J.H. Lemstra en C.P.J. Wijnakker, advocaten te Amsterdam, en Trafigura c.s. door mr. Knigge voornoemd en mrs. I. Wijnberg en L.P. Dröge, advocaten te Amsterdam, ieder aan de hand van pleitnotities waarvan exemplaren zijn overgelegd. Trafigura c.s. hebben nog producties (genummerd 192 tot en met 208) in het geding gebracht.

Ten slotte is arrest gevraagd.

De Stichting heeft geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en

– uitvoerbaar bij voorraad – haar gewijzigde eis zal toewijzen (zie rov. 3.4 hierna), met hoofdelijke veroordeling van Trafigura c.s. in de proceskosten, met rente.

Trafigura c.s. hebben zowel in het principaal als in het incidenteel appel geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal bekrachtigen, met verbetering van de gronden, en de Stichting – uitvoerbaar bij voorraad – zal veroordelen in de kosten van het principaal appel en het incidenteel appel, met nakosten en rente.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het bestreden vonnis onder 2.1-2.37 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Voor zover deze feiten in hoger beroep niet in geschil zijn, dienen zij ook het hof tot uitgangspunt. Samengevat komen de feiten op het volgende neer (het hof heeft bij zijn feitenvaststelling rekening gehouden met grief 1 van de Stichting, voor zover gericht tegen de feitenvaststelling van de rechtbank, door weglating of vervanging van woorden en zinnen).

2.1

Trafigura Beheer is houdstervennootschap van een internationaal concern dat zich wereldwijd bezighoudt met grondstoffen en afvalstoffen. Trafigura Limited is een van de vennootschappen binnen het Trafigura-concern.

2.2

In 2006 heeft Trafigura Beheer het schip de Probo Koala gecharterd. Op 2 juli 2006 is dat schip aangemeerd in de haven van Amsterdam en begonnen met het lossen van aan boord gecreëerde (afval)stoffen, nader aan te duiden als slops. Op 5 juli 2006 zijn de slops weer in het schip geladen en heeft het schip de haven van Amsterdam verlaten. Op 19 augustus 2006 is de Probo Koala aangemeerd in de haven van Abidjan, Ivoorkust. Daar zijn de slops overgedragen aan het lokale bedrijf Compagnie Tommy. Dat bedrijf heeft de slops gestort op verschillende locaties in en rond Abidjan. Dit heeft geleid tot claims van personenschade.

2.3

In en rond Abidjan zijn verschillende initiatieven ontplooid om de krachten te bundelen van (vermeende) slachtoffers van de stortingen (hierna: slachtoffers). Diverse organisaties zijn slachtoffers te hulp geschoten. Daarnaast hebben slachtoffers zich op lokaal niveau verenigd in nieuwe organisaties. Een deel van die organisaties heeft later erkenning en financiële ondersteuning van de Ivoriaanse overheid gezocht en gekregen.

2.4

Op 26 september 2006 heeft [X] (hierna: [X] ) in Ivoorkust de vereniging [Vereniging A] (hierna: [Vereniging A] ) opgericht. Hij werd voorzitter van die vereniging.

2.5

In november 2006 heeft het Engelse advocatenkantoor Leigh Day op instigatie van Greenpeace een civiele procedure tegen Trafigura c.s. aanhangig gemaakt voor de Engelse rechter. Deze procedure is in 2009 geëindigd met een schikking tussen Trafigura c.s. en een groep van ongeveer 30.000 slachtoffers. In het kader van deze schikking heeft Trafigura c.s. in totaal ongeveer £ 30 miljoen betaald, en een bedrag aan Leigh Day als bijdrage in de kosten.

2.6

In 2007 heeft Trafigura Beheer een vaststellingsovereenkomst ten behoeve van slachtoffers gesloten met de Staat Ivoorkust. In het kader daarvan heeft Trafigura Beheer ongeveer US$ 198 miljoen aan de Staat Ivoorkust betaald.

2.7

In 2008 zijn namens groepen slachtoffers procedures in Ivoorkust gevoerd tegen Trafigura Beheer, onder meer door de Ivoriaanse vereniging [Vereniging B] . Deze vereniging staat onder leiding van [Y] (hierna: [Y] ).

2.8

Op 16 december 2009 heeft [X] een 'claim form' uitgebracht in een procedure in Engeland, voor zichzelf en namens 37.999 anderen, verbonden aan [Vereniging A] , [Vereniging B] en andere lokale verenigingen. [X] werd bijgestaan door de advocaat [F] (hierna: [F] ), verbonden aan het Engelse advocatenkantoor Harding Mitchell Solicitors. Dat kantoor maakt ook gebruik van de handelsnaam [F] & Co.

2.9

Op 24 augustus 2010 heeft [Vereniging A] mr. Dekker opgedragen een procedure aanhangig te maken bij de rechter in Amsterdam. Mr. Dekker is verbonden aan het advocatenkantoor Beer Advocaten.

2.10

Op 27 juni 2011 is Stichting Union des Victimes de Déchets Toxiques d’Abidjan et Banlieues (hierna: Stichting UVDTAB) opgericht. Dit is een stichting naar Nederlands recht.

2.11

Op 12 maart 2012 is [Vereniging C] (hierna: [Vereniging C] ). Dit is een vereniging naar Ivoriaans recht. De vereniging treedt op als overkoepelende vereniging van verschillende organisaties. Bij de oprichting was een vertegenwoordiger van [F] & Co aanwezig. [Y] werd gekozen tot voorzitter van [Vereniging C] . [Y] bleef ook voorzitter van [Vereniging B] , die onder [Vereniging C] ging ressorteren.

2.12

De Stichting is op 8 juni 2012 opgericht ten behoeve van dit geding. Sinds de oprichting is [Z] (hierna: [Z] ) bestuurder van de Stichting.

2.13

Ter financiering van de onderhavige procedure heeft de Stichting in januari 2013 een financieringsarrangement gesloten met professionele buitenlandse investeerders (hierna: de investeerders). Op hoofdlijnen ziet het financieringsarrangement er als volgt uit. De investeerders hebben een bedrag toegezegd. Indien de vorderingen van de Stichting worden afgewezen, is de Stichting niets aan de investeerders verschuldigd. In geval van een succesvolle uitkomst van de procedure en in geval van het bereiken van een collectieve schikking hebben de investeerders recht op terugbetaling van het gefinancierde bedrag en een vergoeding van driemaal het gefinancierde bedrag.

2.14

In 2013 hebben veel slachtoffers op verzoek van de Stichting een 'Acte d'Accord pour la victime' (hierna: Acte d'Accord) ondertekend. Deze Actes d'Accord zijn ook ondertekend door [F] & Co, de Stichting ( [Z] ), [Vereniging C] ( [Y] ) en een lokale slachtofferorganisatie. Nadat ruim 30.000 Actes d'Accord waren ondertekend, heeft een externe partij, Pelican Worldwide, in opdracht van de investeerders onderzoek verricht naar de betrouwbaarheid van de administratie van de Actes d'Accord.

2.15

Op 16 februari 2015 heeft Stichting UVDTAB Trafigura Beheer gedagvaard voor de rechtbank Amsterdam. Stichting UVDTAB had inmiddels een andere advocaat in de arm genomen en werd in die procedure dus niet bijgestaan door mr. Dekker. Die procedure heeft (tot nog toe) geleid tot een vonnis van de rechtbank van 30 november 2016, een arrest van dit hof van 16 oktober 2018 en een arrest van de Hoge Raad van 3 april 2020 (zie: ECLI:NL:HR:2020:587). De Hoge Raad heeft het arrest van het hof van 16 oktober 2018 vernietigd en het geding teruggewezen naar het hof.

2.16

Bij de afwikkeling van de hiervoor onder rov. 2.5 bedoelde schikking is een deel van het schikkingsbedrag verduisterd. Hierdoor hebben meer dan 6.000 slachtoffers geen betaling ontvangen. Dit heeft geleid tot een procedure van een groep slachtoffers tegen Leigh Day voor de Engelse rechter ten overstaan van wie de schikking was getroffen. De slachtoffers werden in die procedure bijgestaan door [F] . Bij vonnis van 16 juni 2016 heeft de Engelse rechter geoordeeld dat Leigh Day aansprakelijk jegens de slachtoffers is wegens negligence and breach of contract.

2.17

Op 25 oktober 2016 heeft de Stichting haar statuten gewijzigd.

2.18

In het najaar van 2016 zijn [lid 1] , [lid 2] en [lid 3] aangetreden als leden van de Raad van Toezicht van de Stichting.

2.19

Op 6 juli 2017 heeft de Stichting opnieuw haar statuten gewijzigd. Sinds die datum maken naast [Z] [K] (hierna: [K] ) en [W] deel uit van het bestuur van de Stichting.

2.20

Sinds de conclusie van dupliek in het incident in eerste aanleg (ingediend op 12 juli 2017) is de Stichting in deze procedure ook bijgestaan door advocaten van het kantoor Lemstra Van der Korst.

2.21

Op 5...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT