Uitspraak Nº 200.252.465/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-07-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:2009
Docket Number200.252.465/01
Date14 Julio 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.252.465/01

zaak- en rolnummer rechtbank Amsterdam : 6546532/CV EXPL 17-29536

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 juli 2020

inzake

[appellant sub 1] ,

[appellante sub 2] ,

beiden wonende te [woonplaats] ,

appellanten,

advocaat: mr. O. Hammerstein te Amsterdam,

tegen

DELTA LLOYD N.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde,

advocaat: thans mr. T.R.A. Kerstholt te Amsterdam,

voorheen mr. M.H.J. Lubbers te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna [appellant sub 1] , [appellante sub 2] en Delta Lloyd genoemd. Appellanten zullen gezamenlijk met [appellanten] worden aangeduid.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 4 januari 2019 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam (hierna: de kantonrechter) van 9 november 2018, onder bovenvermeld zaak- en rolnummer gewezen tussen hen als eisers en Delta Lloyd als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, met producties;

- memorie van antwoord, met producties.

Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden vonnis zal vernietigen en – uitvoerbaar bij voorraad – Delta Lloyd zal veroordelen tot betaling van € 21.750,- vermeerderd met wettelijke rente en kosten, alsook tot terugbetaling van hetgeen [appellanten] ingevolge het bestreden vonnis aan Delta Lloyd hebben betaald, met veroordeling van Delta Lloyd in de kosten van het geding in beide instanties.

Delta Lloyd heeft geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, met – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep met nakosten.

[appellanten] hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis van 22 juni 2018 (hierna: het tussenvonnis) onder 1.1 tot en met 1.5 feiten opgesomd die tussen partijen vaststaan. Voor zover de inleiding op de grieven een grief tegen deze feitenvaststelling bevat, leidt die niet tot een aanpassing. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

2.1.

[appellanten] zijn vennoten van N-joy. Deze vennootschap onder firma was eigenaar van een motor, merk [merk] , type [type] met kenteken [kenteken] (hierna: de motor).

2.2.

De motor is door [appellanten] , handelend onder de naam N-joy V.O.F., verzekerd bij Delta Lloyd. De polis, gedateerd 25 november 2015, is afgegeven door Westeinder Assuradeuren B.V. (hierna: Westeinder Assuradeuren) als gevolmachtigde van Delta Lloyd.

2.3.

Naast Westeinder Assuradeuren speelt de vennootschap onder firma Westeinder Adviesgroep (hierna: Westeinder Adviesgroep) in deze zaak een rol. Deze bedrijven hebben ieder een eigen KvK-nummer.

2.4.

De dekking onder de afgesloten verzekering betreft aansprakelijkheid, mini casco en ongevallen opzittenden, waarbij mini casco bestaat uit module brand storm en natuur en module diefstal. Op pagina 1 van de polis is vermeld:

“Clausules 510, 513, 52; Zie aparte pagina met clausules”

Op pagina 3 van de polis zijn de volgende clausules vermeld:

Clausuleblad
Clausule 510 beveiligingseisen ART Slot
Om in de polis omschreven verzekerde motor te beveiligen tegen (partieel) diefstal en joyriding dient deze voorzien te zijn van een goedgekeurd ART motorfietsslot. Als niet voldaan is aan deze beveiligingseis of niet aannemelijk kan worden gemaakt dat ten tijde van de schadegebeurtenis het slot deugdelijk was afgesloten, is er geen dekking voor (partieel) diefstal en joyriding.
Clausule 513 Beveiligingssysteem moet aanwezig zijn
Om de in de polis omschreven motor te beveiligen tegen (partieel) diefstal en joyriding dient deze voorzien te zijn van een goedgekeurd SCM klasse M2 (oud klasse 1, Stichting Certificering Motorrijtuigbeveiliging) beveiligingssysteem bestaande uit een startblokkering, akoestische signalering en optische signalering.
De aanwezigheid van het SCM beveiligingssysteem dient u, op verzoek van de maatschappij, na de schadegebeurtenis aan te tonen door het opsturen van het originele beveiligingscertificaat.
In plaats van de aanwezigheid van het SCM beveiligingssysteem is ook een gelijkwaardig af-fabriek ingebouwd systeem toegestaan. Als er om die redenen geen beveiligingscertificaat is afgegeven, dient u op verzoek van de maatschappij de aanwezigheid van het beveiligingssysteem aannemelijk te maken.
Als niet voldaan is aan de SCM beveiligingseis of niet aannemelijk kan worden gemaakt dat ten tijde van de schadegebeurtenis het beveiligingssysteem in werking was gesteld, is er geen dekking voor (partieel) diefstal en joyriding.
Clausule 52 ART-klasse 4-slot moet aanwezig zijn
Waar in de polisvoorwaarden staat ART-goedgekeurd slot, dient te worden gelezen ART-klasse-4-goedgekeurd slot.”

2.5.

De motor was af-fabriek voorzien van een startonderbreking, maar niet van een akoestisch of optisch alarm.

2.6.

[appellanten] hebben blijkens een op naam gestelde aankoopbon op 14 juli 2013 bij Motorcity Amsterdam een los remnaafslot gekocht, merk Abus, type 8077 DETECTO X-PLUS, voor een bedrag van € 139,49 (hierna: het remnaafslot).

2.7.

Wouterse heeft aangifte gedaan van diefstal van de motor op 31 maart 2017. In deze aangifte is vermeld dat de diefstal heeft plaatsgevonden tussen donderdag 30 maart 2017 te 23:30 en vrijdag 31 maart 2017 te 04:06 uur. Verder is daarin als verklaring van [appellant sub 1]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT