Uitspraak Nº 200.252.313/01. Gerechtshof Den Haag, 2020-12-15

ECLIECLI:NL:GHDHA:2020:2350
Docket Number200.252.313/01
Date15 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Den Haag (Nederland)
GERECHTSHOF DEN HAAG

Afdeling Civiel recht

Zaaknummer : 200.252.313/01

Zaaknummer rechtbank : 5399755 CV EXPL 16-39949

arrest van 15 december 2020

inzake

[appellant],

wonende te [woonplaats],

appellant in het principaal appel,

geïntimeerde in het voorwaardelijk incidenteel appel,

hierna te noemen: [appellant],

advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk, gemeente Lansingerland,

tegen

Dexia Nederland B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

geïntimeerde in het principaal appel,

appellante in het voorwaardelijk incidenteel appel,

hierna te noemen: Dexia,

advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.

Het geding
1.1.

Bij exploot van 26 november 2018 is [appellant] in hoger beroep gekomen van de door de rechtbank Rotterdam, team kanton, locatie Rotterdam, (hierna de kantonrechter) tussen partijen gewezen vonnissen van 16 maart 2018 (hierna het tussenvonnis) en 31 augustus 2018 (hierna het eindvonnis). Bij memorie van grieven heeft [appellant] drie grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord heeft Dexia de grieven bestreden en tevens twee grieven in incidenteel appel aangevoerd. [appellant] heeft hierop gereageerd bij memorie van antwoord in incidenteel appel. Vervolgens heeft [appellant] bij akte uitlating één productie in het geding gebracht. Hierop heeft Dexia bij antwoordakte gereageerd.

1.2.

Vervolgens hebben partijen de stukken overgelegd en arrest gevraagd.

Beoordeling van het hoger beroep
2.1.

De door de kantonrechter in het tussenvonnis onder 2. vastgestelde feiten zijn tussen partijen niet in geschil, zodat ook het hof daarvan zal uitgaan. Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist kunnen in dit geschil de volgende feiten als vaststaand worden aangemerkt.

2.2.

Het gaat in deze zaak om het volgende:

a. [appellant] is in 1994 gehuwd met [de echtgenote] (hierna: [de echtgenote]).

b. [appellant] heeft de volgende effectenleaseovereenkomsten 1-6 (hierna: ook wel de Overeenkomsten) in deze procedure betrokken. Deze heeft hij ondertekend en hierop staat hij als lessee vermeld, met als wederpartij de rechtsvoorganger van Dexia.

Contractnr.

Datum

Naam overeenkomst

Looptijd

Leasesom

Vooruit-betaling

Termijn-bedrag

1

[contractnr.1]

25-04-1997

WinstVerdubbelaar

60 mnd

€ 16.627,28

-

€ 113,63

2

[contractnr.2]

17-07-1997

Click-Leasen

84 mnd

€ 4.173,15

-

€ 24,50

3

[contractnr.3]

26-02-1998

WinstVerDriedubbelaar

36 mnd

€ 42.674,22

-

€ 229,43

4

[contractnr.4]

23-11-1998

WinstVerDriedubbelaar

36 mnd

€ 2.557,49

€ 453,78

-

5

[contractnr.5]

16-03-1999

SpaArEXtra 180 maanden

180 mnd

€ 8.168,04

-

€ 45,38

6

[contractnr.6]

28-06-1999

WinstVerDriedubbelaar

36 mnd

€ 9.535,48

-

€ 45,94

c. [appellant] heeft met betrekking tot bovengenoemde overeenkomsten in totaal een bedrag van € 22.600,69 aan Dexia betaald en € 13.878,04 van Dexia ontvangen.

d. Daarnaast zijn de volgende effectenleaseovereenkomsten 7-10 tussen Dexia en [appellant] tot stand gekomen:

Naam overeenkomst

Contractnummer

7

Spaarleasen

[contractnr.7]

8

IndexPlus

[contractnr.8]

9

WinstVerdubbelaar

[contractnr.9]

10

WinstVerDriedubbelaar

[contractnr.10]

e. In een brief van 5 februari 2003 heeft [de echtgenote] onder andere het volgende geschreven aan Dexia:

“In de afgelopen jaren zijn tussen mijn echtgenoot en uw bank (c.q. uw rechtsvoorgangers) een aantal effectenleasecontracten tot stand gekomen. Het gaat daarbij – voor zover ik kan nagaan – om de volgende contracten:

[contractnr.10]

[contractnr.11].

De door mijn echtgenoot getekende contracten zijn zonder mijn toestemming gesloten, hoewel zij op grond van artikel 1: 88 BW mijn toestemming behoefden.

Nu mijn toestemming ontbreekt beroep ik mij op de vernietigingsgrond als opgenomen in artikel 1: 89 BW, hetgeen tot gevolg heeft dat alle zonder mijn toestemming gesloten overeenkomsten met terugwerkende kracht geacht moeten worden niet tot stand te zijn gekomen.

Op grond van het bovenstaande (…) sommeer ik u de door mijn echtgenoot betaalde termijnen (…) te storten op het u bekende rekeningnummer (…).

Mocht ik de desbetreffende betalingen niet binnen 14 dagen na heden van u ontvangen, dan zal ik juridische stappen ondernemen en houd ik uw bank aansprakelijk voor alle kosten die ik daarvoor moet maken.”

Het contract met nummer [contractnr.11] is een elfde contract, dat door [appellant] is afgesloten ten behoeve van zijn (toen nog minderjarige) zoon. Het contract [contractnr.10] is de hiervoor onder d. genoemde overeenkomst 10.

f. Bij brief van 28 februari 2007 heeft Leaseproces namens [appellant] een opt-out verklaring uitgebracht aan Dexia.

3.1.

In deze procedure vordert [appellant], voor zover in hoger beroep nog van belang, in conventie, een verklaring voor recht dat de Overeenkomsten rechtsgeldig zijn vernietigd en een veroordeling van Dexia om al hetgeen [appellant] krachtens de Overeenkomsten aan Dexia heeft betaald aan hem terug te betalen, met wettelijke rente, buitengerechtelijke incassokosten en veroordeling van Dexia in de kosten van het geding.

Dexia vordert, in reconventie, een verklaring voor recht dat de Overeenkomsten rechtsgeldig tot stand zijn gekomen, niet zijn vernietigd en niet blootstaan aan vernietiging op enige grond waarop van de zijde van [appellant] een beroep kan worden gedaan, met proceskosten.

3.2.

In eerste aanleg heeft [appellant] zich op het standpunt gesteld dat de Overeenkomsten zijn vernietigd door de brief van 5 februari 2003. Dexia heeft dit betwist en als verweer gevoerd dat de bevoegdheid van [de echtgenote] om de Overeenkomsten te vernietigen op 5 februari 2003 reeds was verjaard. De kantonrechter heeft in conventie, na het horen van getuigen, het beroep van Dexia op verjaring gehonoreerd en de vordering in conventie afgewezen. De vordering in reconventie heeft de kantonrechter toegewezen.

3.3.

Het hof heeft geconstateerd dat geen afzonderlijke grief is gericht tegen het oordeel in reconventie, maar de conventie en reconventie zijn zodanig met elkaar verweven dat dit ook niet nodig was. Eventuele toewijzing van de vordering in conventie (voor zover inhoudend...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT