Uitspraak Nº 200.257.176/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-04-14

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:1129
Docket Number200.257.176/01
Date14 Abril 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer : 200.257.176/01

rol-/zaaknummer rechtbank Noord-Holland : C/15/255376/ HA ZA 17-140

arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 14 april 2020

inzake

1 [X] RESTAURATIE B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

2. [appellant sub 2] ,

wonend te [woonplaats] ,

3. [Y] B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats] ,

4. [appellant sub 4] ,

wonend te [woonplaats] ,

appellanten,

tevens incidenteel geïntimeerden,

advocaat: mr. P.W.L. Russell te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] , [land] ,

geïntimeerde,

tevens incidenteel appellant,

advocaat: mr. M.R. de Zwaan te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Appellanten worden hierna [X] Restauratie, [appellant sub 2] , [Y] en [appellant sub 4] genoemd, en gezamenlijk [appellanten] genoemd en geïntimeerde wordt [geïntimeerde] genoemd.

[appellanten] zijn bij dagvaarding van 11 maart 2019 in hoger beroep gekomen van een vonnis van de rechtbank Noord-Holland van 12 december 2018, onder bovenvermeld rol-/zaaknummer gewezen tussen [appellanten] als eisers en [geïntimeerde] als gedaagde.

Partijen hebben daarna de volgende stukken ingediend:

- memorie van grieven, tevens houdende wijziging van eis, met producties;

- memorie van antwoord, tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties;

- memorie van antwoord in incidenteel appel.

Partijen hebben de zaak ter zitting van 3 februari 2020 doen bepleiten door hun voornoemde advocaten, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. [appellanten] hebben nog een akte ter verduidelijking in het geding gebracht. Ten slotte is arrest gevraagd.

[appellanten] hebben geconcludeerd dat het hof het bestreden eindvonnis zal vernietigen, onder instandhouding van het oordeel zoals vermeld in rechtsoverwegingen 2.11.7 en 3.1 en onder instandhouding van het tussenvonnis van 15 november 2017, en tevens tot - uitvoerbaar bij voorraad - toewijzing van hun in hoger beroep gewijzigde vorderingen, met veroordeling van [geïntimeerde] in de kosten van het geding in beide instanties met beslagkosten (inclusief vertaalkosten, nakosten en rente).

[geïntimeerde] heeft geconcludeerd tot ongegrondverklaring van de grieven, en bekrachtiging van het bestreden vonnis voor zover dat met deze grieven werd bestreden, met - uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellanten] in de kosten van het geding in hoger beroep met rente.

In incidenteel appel heeft [geïntimeerde] geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis in overeenstemming met de gegrondverklaring van de voorwaardelijke en/of onvoorwaardelijke grief en overigens tot bekrachtiging, met – uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [appellanten] in de proceskosten, met rente.

[appellanten] hebben geconcludeerd tot verwerping van de grieven in incidenteel appel, met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten.

Beide partijen hebben in hoger beroep bewijs van hun stellingen aangeboden.

2 Feiten

De rechtbank heeft in het in deze zaak gewezen tussenvonnis van 15 november 2017 onder 4.1 de feiten vastgesteld die zij tot uitgangspunt heeft genomen. Deze feiten zijn in hoger beroep niet in geschil en dienen derhalve ook het hof als uitgangspunt. Samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende betwist zijn komen vast te staan, komen de feiten neer op het volgende.

2.1

[geïntimeerde] heeft in 2003 op een kunstveiling in Oslo voor een bedrag van

€ 465.75 (op basis van de toenmalige koers en prijs in Noorse Kronen) een 17e-eeuws schilderij gekocht (hierna te noemen: het schilderij). Hij heeft onderzoek verricht naar de herkomst van het schilderij en heeft daarbij onder andere het Nederlandse Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie (RKD) en dr. [A] , hout-bioloog Universiteit van Hamburg, en [B] , senior conservator bij het Statens Museum for Kunst (National Gallery of Denmark) geraadpleegd. De onderzoeken bevatten aanwijzingen dat het schilderij van de hand zou kunnen zijn van de Nederlandse 17e-eeuwse schilder Hercules Segers (ook wel geschreven als ‘Seghers’). In 2010 kwam [geïntimeerde] in contact met [appellant sub 2] .

2.2

[X] Restauratie is een onderneming die zich bezighoudt met de restauratie en authenticatie van kunstwerken. Bestuurder van [X] Restauratie is [appellant sub 2] , die via deze onderneming diensten in onder andere de restauratie, conservering en authenticatie van kunstwerken verricht. [appellant sub 2] is voormalig hoofd van de afdeling restauratie van het Rijksmuseum te Amsterdam. [X] Restauratie werkt regelmatig samen met [Y] , dat handelt in (oude) kunst. Bestuurder van [Y] is (onder meer) [appellant sub 4] , zoon van [appellant sub 2] .

2.3

Een e-mail van 2 maart 2012 van [geïntimeerde] aan [appellant sub 2] houdt onder meer het volgende in: “(…) If you have time to read the reports and would perhaps like to see the picture, I could still bring it along (…)”

2.4

Een e-mail van 28 maart 2012 van [appellant sub 2] aan [geïntimeerde] houdt onder meer het volgende in:

“(…) It is hard to get a good opinion about the painting. Old collections make mention of quite some paintings by Seghers but only a few are known nowadays. Your painting is intriguing. I like to find more about it but I cannot promise that the result will be that of a painting definitely by Segers. If you like to bring the painting for some research you are welcome. (…)”

2.5

Een e-mail van 6 september 2012 van [geïntimeerde] aan [appellant sub 2] houdt onder meer het volgende in:

“(..) The technical analysis left a number of questions open, regarding the actual appearance of the painting, brushwork and the extent of earlier repair and restoration, which I think might be solved by cleaning and conservation. By the way, I make no claims for the painting or its authorship, other than its being Oranienburg inv 207, and I expect no authentication or attribution from yourself regarding the object. Rather, my sole interest at this point is to get a clearer idea of physical and painterly characteristics of the work, in as much as is possible through cleaning and conservation.(…)”

2.6

Een e-mail van 17 september 2012 van [appellant sub 2] aan [geïntimeerde] houdt onder

meer het volgende in:

“(…) Due to unusual lots of work I suggest a day in the last week of November. In the meantime I will try do so some homework on it. (…)”

2.7

Een e-mail van 28 september 2012 van [appellant sub 2] aan [geïntimeerde] houdt onder

meer het volgende in:

“(..) The Rijksmuseum reacted positive on researching with me your painting. (…)”

2.8

Op 26 november 2012 heeft [geïntimeerde] het schilderij meegebracht naar het atelier van [appellant sub 2] in [plaats] . [geïntimeerde] en [appellant sub 2] hebben bij die gelegenheid enige tijd over het schilderij en te verrichten werkzaamheden gesproken. [geïntimeerde] heeft het schilderij bij [appellant sub 2] achtergelaten.

2.9

Een e-mail van 26 november 2012 van [geïntimeerde] aan zijn vrouw houdt onder meer het volgende in:

“(…) He’ll keep it to look over it in detail and will contact us again sometime between now and January with suggestions for a cleaning campaign, as they say (…) He also mentioned that he had shown our material (..) to the Rijksmuseum, and they were - in his words.. ’quite excited’. It looks like we might perhaps have something interesting, after all.”

2.10

[appellant sub 2] en [appellant sub 4] hebben naar aanleiding van genoemde bespreking, buiten aanwezigheid van [geïntimeerde] , een schriftelijk stuk opgesteld met als aanhef: ‘Report of the meeting of Monday 26 november 2012, 12:00 P.M. at [adres 1] .’

Dit schriftelijk stuk vermeldt zakelijk weergegeven de opdracht van [geïntimeerde] aan [appellant sub 2] om te beginnen met de volledige restauratie van het schilderij. [appellant sub 2] zou zoveel mogelijk informatie inwinnen om [geïntimeerde] te helpen met de attributie aan Hercules Segers en daarbij nauw samenwerken met het Rijksmuseum. Verder wordt melding gemaakt van het feit dat bij attributie een extra bedrag zou worden betaald boven het gebruikelijke tarief van € 200,- per uur ex btw. Tot slot is vermeld dat [appellant sub 2] [geïntimeerde] een factuur zal sturen voor een voorschot om met het werk te kunnen beginnen.

Verder is in het document opgenomen dat in geval van volledige attributie [appellant sub 4] ( [Y] ) het eerste recht tot verkoop zou krijgen, tegen betaling van 50% van de winst na aftrek van kosten.

2.11

Een e-mail van 13 december 2012 van [appellant sub 2] aan [geïntimeerde] houdt onder meer het volgende in:

“(…) It was a pleasure meeting you, it seems that you have more understanding of art historical research than some of my colleagues. It is possible to undo the painting from the old remains of oil varnish. After that the painting will need retouching and varnishes of course. Costs for this all will be € 900,- excl. VAT 21%. Whenever the estimate is (slightly) too high it will be used for starting the research. Hopefully this helps you enough. If this is reason for you to continue our contact please send me the research that you have done until now.”

2.12

Een e-mail van 13 december 2012 van [geïntimeerde] aan [appellant sub 2] houdt onder meer het volgende in:

“(…) Please proceed with the painting treatment as you proposed. Do not worry too much about the price here – what I am interested in is clarity: being able to see exactly what is under the varnish and restorations, before restoration is carried out and new varnish laid down. I assume you will keep a photographic record of the painting once it is stripped of varnish and earlier restoration...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT