Uitspraak Nº 200.261.737_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2019-09-26
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2019:3506 |
Date | 26 Septiembre 2019 |
Docket Number | 200.261.737_01 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak : 26 september 2019
Zaaknummer : 200.261.737/01
Zaaknummer 1e aanleg : C/03/261730 / JE RK 19-604
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. F.E.H.M. van Aken,
tegen
Raad voor de Kinderbescherming,
Regio Zuidoost Nederland, locatie [locatie] ,
verweerder,
hierna te noemen: de raad.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
- [de vader],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. M. Maas,
Als informant wordt aangemerkt:
- William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: de GI.
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Limburg (Maastricht) van 10 april 2019.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 27 juni 2019, heeft de moeder verzocht voormelde beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende:
-
-
[minderjarige] onder toezicht te stellen van de GI voor de periode van 1 jaar, thans 6 maanden;
-
-
de GI te machtigen om [minderjarige] te plaatsen in een accommodatie voor jeugdzorg, te weten [instelling 1] in [plaats] of in een woongroep korter bij de woonplaats van de moeder en de vader, althans dat het hof een besluit neemt dat het hof juist acht.
Bij verweerschrift, ingekomen ter griffe op 6 augustus 2019, heeft de vader verzocht de bestreden beschikking te bevestigen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 5 september 2019. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] ;
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
De GI is niet verschenen.
Het hof heeft de minderjarige [minderjarige] in de gelegenheid gesteld zijn mening kenbaar te maken. Hij heeft hiervan gebruik gemaakt door het hof een brief te sturen, die ter griffie is ingekomen op 30 juli 2019. Ter zitting heeft de voorzitter de inhoud van die brief zakelijk weergegeven, waarna alle aanwezigen de gelegenheid hebben gekregen daarop te reageren.
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
- de brief van de advocaat van de moeder van 8 augustus 2019 en het faxbericht van de advocaat van de moeder van 20 augustus 2019, beide stukken met als bijlage een leesbaar exemplaar van de bestreden beschikking.
Uit de inmiddels verbroken relatie van de moeder en de vader is...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT