Uitspraak Nº 200.262.689/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:3618
Docket Number200.262.689/01
Date22 Diciembre 2020
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummer: 200.262.689/01

Zaaknummers rechtbank: C/15/264903 / FA RK 17-5798 en C/15/272252 / FA RK 18-1789

beschikking van de meervoudige kamer van 22 december 2020 inzake

[de bewindvoerder] ,

wonende te [woonplaats] ,

handelend in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van

[de man] ,

wonende te [woonplaats] ,

verzoeker in principaal hoger beroep,

verweerder in incidenteel hoger beroep,

eerstgenoemde hierna te noemen: de bewindvoerder,

laatstgenoemde hierna te noemen: de man,

advocaat: mr. E.J.M. Stals te Weert,

en

[de vrouw] ,

wonende te [woonplaats] , gemeente [gemeente] ,

verweerster in principaal hoger beroep,

verzoekster in incidenteel hoger beroep,

hierna te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. E.B. Warmerdam-Wolfs te Alkmaar.

1 Het verloop van het geding in eerste aanleg

Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Noord-Holland, locatie Alkmaar, (hierna te noemen: de rechtbank) van 17 april 2019, uitgesproken onder voormeld zaaknummer.

2 Het geding in hoger beroep
2.1

Bij beschikking van 15 oktober 2019 in deze zaak heeft het hof de man ontvankelijk verklaard in het door hem ingestelde hoger beroep en is de vrouw in de gelegenheid gesteld een verweerschrift in het principaal hoger beroep in te dienen.

Voor het verloop van de procedure tot dat tijdstip verwijst het hof naar deze tussenbeschikking.

2.2

De man heeft op 15 oktober 2019 een verweerschrift in het incidenteel hoger beroep ingediend.

2.3

De vrouw heeft op 27 november 2019 een verweerschrift in het principaal hoger beroep ingediend.

2.4

Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:

- een journaalbericht van de zijde van de man van 6 maart 2020 met bijlagen (productie 39 t/m 42), ingekomen op 9 maart 2020;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 30 maart 2020 met bijlagen (productie 43 t/m 46), ingekomen op 31 maart 2020;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 20 augustus 2020 met bijlagen (overzichten producties en brief met producties 3 t/m 10), ingekomen op 21 augustus 2020;

- een brief van de zijde van de man van 21 augustus 2020 met bijlagen (producties 47 t/m 50), ingekomen op 24 augustus 2020;

- een brief van de zijde van de man van 21 augustus 2020, ingekomen op 24 augustus 2020 (verzoek toestemming aanwezigheid op zitting van de bewindvoerder van de man);

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 25 augustus 2020 met bijlage (vervangende productie 5), ingekomen op 26 augustus 2020;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 25 augustus 2020 (verzoek extra spreektijd), ingekomen op dezelfde dag;

- een journaalbericht van de zijde van de man van 25 augustus 2020 (verzoek extra spreektijd), ingekomen op dezelfde dag;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 27 augustus 2020 met bijlagen (brief en producties 7 en 8), ingekomen op 28 augustus 2020;

- een journaalbericht van de zijde van de vrouw van 27 augustus 2020 (in verband met pleitnota en spreektijd), ingekomen op dezelfde dag.

2.5

De behandeling van de zaak is ter terechtzitting van 3 september 2020 voortgezet, alwaar zijn verschenen:

- de man, bijgestaan door zijn advocaat;

- [de bewindvoerder] voornoemd (zoon van de man), daarbij tevens optredende in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over het vermogen van de man;

- de vrouw, bijgestaan door haar advocaat.

Partijen hebben ieder het woord gevoerd, ieder van de advocaten aan de hand van aan het hof overgelegde pleitaantekeningen.

2.6

Bij journaalberichten van 1 oktober 2020 hebben partijen het hof bericht dat geen minnelijke regeling is bereikt en hebben zij arrest gevraagd.

2.7

Na afloop van de mondelinge behandeling is door mr. Stals bevestigd dat hij mede namens de bewindvoerder optreedt. Hiervan is de wederpartij op de hoogte gebracht en van deze zijde is binnen de gestelde termijn geen reactie ontvangen.

3 De feiten
3.1

De man en de vrouw hebben elkaar in april 2007 leren kennen. Nadat de man zijn testament had gewijzigd, in die zin dat de vrouw na zijn overlijden nog een jaar in de woning zou kunnen blijven wonen, zijn zij eind 2007/begin 2008 gaan samenwonen in de woning in [plaats a] die de man kort daarvoor had gekocht. De man woonde voordien in [plaats b] , waar hij een makelaarsbedrijf had. De man heeft thans nog een onroerend goedportefeuille.

3.2

De man en de vrouw zijn [in] 2009 gehuwd na het opmaken van huwelijkse voorwaarden.

Blijkens de akte huwelijkse voorwaarden van 24 juli 2009 (hierna ook wel: HVW 2009), opgemaakt door mr. L.D. Malherbe, notaris te Weert, zijn zij met uitsluiting van elke gemeenschap van goederen gehuwd.

In de in de akte opgenomen slotverklaringen is (onder meer) te lezen:

“De verschenen personen verklaarden voorts:

- dat zij volledig bewust zijn van en door mij, notaris, uitdrukkelijk gewezen zijn op het feit dat er zowel tijdens het huwelijk als ook bij echtscheiding geen enkele verrekening van inkomen en/of vermogen plaats zal vinden tussen partijen.

3.3

Op 30 december 2011 is de man met een aneurysma ruptuur opgenomen in het VU ziekenhuis te Amsterdam, alwaar hij drie dagen in coma heeft gelegen. Daarna heeft hij begin 2012 twee maal een herseninfarct gekregen. Hij is op 25 januari 2012 overgebracht naar het Medisch Centrum Alkmaar (MCA) in Alkmaar. Vervolgens is hij op 13 februari 2012 voor revalidatie overgeplaatst naar Heliomare in Wijk aan Zee, waar hij tot 26 april 2012 heeft verbleven. Van daar is hij teruggekeerd naar de echtelijke woning in [plaats a] .

3.4

Volgens de conclusie van het rapport van het MCA van 13 februari 2012 was ten tijde van het consult op 25 januari 2012 ten gevolge van de herseninfarcten bij de man sprake van halfzijdige verlamming, afasie en cognitieve stoornissen, waardoor hij op alle domeinen van functioneren beperkt was. Tijdens de opname was de conditie van de man verbeterd, waarna hij op 8 februari 2012 werd aangemeld voor de actieve wachtlijst van Heliomare. In het ontslagbericht van Heliomare van 27 april 2012 staat over het psychisch functioneren van de man het volgende: “Er bestaat geen stemmingsproblematiek. Het cognitief functioneren is duidelijk verbeterd (. . .). De concentratie is verbeterd. Problemen op het gebied van kortetermijngeheugen die eerder werden waargenomen zijn nagenoeg onveranderd aanwezig. Patiënt ervaart cognitief weinig problemen en wil hier ook maar weinig aandacht aan besteden.”

3.5

Op 1 februari 2012 is bij akte, opgesteld door notaris Nagtglas Boot, notaris te Alkmaar, een volmacht (levenstestament) opgemaakt, waarbij de vrouw door de man volledig werd gemachtigd de belangen van de man te behartigen.

Notaris Malherbe heeft daarover in een e-mailbericht van 26 februari 2019 geschreven dat hij door de man was gevraagd naar het MCA te komen. Bij het gesprek was ook de zus van de man aanwezig. De man heeft hem gevraagd een algehele volmacht voor de vrouw op te stellen, waarop de notaris hem heeft verteld daarmee geen probleem te hebben. Vanwege de eenvoud is de notaris Malherbe direct naar notaris Nagtglas Boot gegaan en heeft hij de situatie aan deze voorgelegd. Notaris Nagtglas Boot heeft daarop het levenstestament opgesteld dat op 1 februari 2012 door de man is getekend.

3.6

De man heeft op enig moment in maart 2012, nog tijdens zijn verblijf in Heliomare, de afhandeling van zijn zakelijke aangelegenheden weer zelf ter hand genomen.

3.7

Blijkens de akte wijzigen huwelijksvoorwaarden van 13 april 2012 (hierna ook wel: HVW 2012), evenals voornoemd levenstestament opgemaakt door notaris Nagtglas Boot, hebben partijen de huwelijkse voorwaarden gewijzigd in die zin dat voortaan tussen hen zal bestaan de wettelijke gemeenschap van goederen.

In de akte is te lezen:

“Zij maakten toen (op 24 juli 2009; hof) deze huwelijkse voorwaarden omdat zij de gevolgen van de wettelijke gemeenschap van goederen te verstrekkend vonden. De reden voor de huwelijkse voorwaarden is inmiddels veranderd omdat zij de gevolgen van de wettelijke gemeenschap van goederen niet meer te verstrekkend vinden en zij hun vermogens nu wel wensen te delen.”

3.8

Voorafgaand aan de totstandkoming van de HVW 2012 op 13 april 2012 heeft op 29 februari 2012 in Heliomare een gesprek plaatsgevonden van de man en de vrouw met notaris Malherbe. In zijn reeds genoemde e-mail van 26 februari 2019 heeft de notaris daarover verklaard dat de man hem had gevraagd om te komen.

In zijn brief van 13 maart 2012 aan de man en de vrouw heeft notaris Malherbe over de man geschreven dat het hem deugd deed de “ouderwetse [naam man] ” weer te zien. Kernpunten van de bespreking waren, zo schrijft de notaris Malherbe, het volledig opheffen van de huwelijkse voorwaarden en een testament ten behoeve van de vrouw als langstlevende. De voornaamste reden voor het aangaan van de HVW 2009 was destijds erin gelegen de nadelige gevolgen die de man bij zijn eerdere echtscheiding had ondervonden, te voorkomen. De notaris Malherbe heeft uit de gesprekken (ook van gesprekken met de man van voor zijn ongeval) kunnen opmaken dat partijen samen “een prima koppel" vormen. Hij acht de voorgestelde wijzigingen dan ook niet onlogisch. Ook heeft hij uit het gesprek op 26 februari 2019 opgemaakt dat de man helder van geest was en wat hem betrof meer dan bekwaam was om zijn wil te bepalen. De notaris Malherbe wijst erop dat hij volgens de richtlijnen een onderzoek dient in te stellen. Dit onderzoek richt zich in dit geval op de emotie van de man. De psycholoog van Heliomare heeft de notaris laten weten dat bij hersenschade na een ernstig ongeval een ander denkpatroon en een andere kijk op het leven kan ontstaan. Na een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT