Uitspraak Nº 200.268.542_01. Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 2020-07-30
ECLI | ECLI:NL:GHSHE:2020:2446 |
Docket Number | 200.268.542_01 |
Date | 30 Julio 2020 |
Court | Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Nederland) |
Team familie- en jeugdrecht
Uitspraak: 30 juli 2020
Zaaknummer: 200.268.542/01
Zaaknummer eerste aanleg: C/02/355865/FA RK 19-1147
in de zaak in hoger beroep van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellante,
hierna te noemen: de moeder,
advocaat: mr. J.J.R. Albicher,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder,
hierna te noemen: de vader,
advocaat: mr. B.C.V.J. van Leur.
Deze zaak gaat over [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] .
In zijn hoedanigheid als omschreven in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
hierna te noemen: de raad.
Het hof verwijst voor het verloop van het geding in eerste aanleg naar de beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda van 21 augustus 2019.
Bij beroepschrift met producties, ingekomen ter griffie op 31 oktober 2019, heeft de moeder verzocht voormelde beschikking te vernietigen en - voor dit hoger beroep van belang - te bepalen dat het hoofdverblijf van [minderjarige] bij de moeder zal zijn, een verdeling van de zorg- en opvoedtaken vast te stellen zoals door de moeder voorgesteld, aan de moeder vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige] in te schrijven op de door haar genoemde basisschool en BSO en te bepalen dat de vader aan de moeder een bedrag van € 500,- per maand dient te betalen als onderhoudsbijdrage ten behoeve van [minderjarige] .
Bij verweerschrift met producties, ingekomen ter griffie op 23 december 2019, heeft de vader verzocht de bestreden beschikking te bekrachtigen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 juli 2020. Bij die gelegenheid zijn gehoord:
-
-
de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
-
-
de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
-
-
de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
Het hof heeft voorts kennisgenomen van de inhoud van:
-
-
het proces-dossier in eerste aanleg;
-
-
het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 5 maart 2020;
-
-
het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d.10 maart 2020;
-
-
het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d.13 maart 2020;
-
-
het V6 formulier met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 1 juli 2020;
-
-
het V6 formulier met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 2 juli 2020.
Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad, waaruit op [geboortedatum] 2016 te [geboorteplaats] [minderjarige] is geboren.
Partijen oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] uit.
Bij de bestreden – uitvoerbaar bij voorraad verklaarde – beschikking, heeft de rechtbank, voor zover in hoger beroep van belang, bepaald dat [minderjarige] het hoofdverblijf bij de vader heeft, bepaald dat de moeder en [minderjarige] , vanaf het moment dat hij vier jaar is, in het kader van de verdeling van de zorg-...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT