Uitspraak Nº 200.271.555/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-11-17

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:3112
Date17 Noviembre 2020
Docket Number200.271.555/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

afdeling civiel recht en belastingrecht, team I

zaaknummer: 200.271.555/01

zaaknummers rechtbank: C/13/667919 / HA RK 19-203 en C/13/669499 / HA RK 19-246

beschikking van de meervoudige burgerlijke kamer van 17 november 2020

inzake

VISTRA EMPLOYMENT (NETHERLANDS) B.V.,

gevestigd te Amsterdam,

appellante in principaal beroep, geïntimeerde in incidenteel beroep,

advocaat: mr. M.B. Vestering te Amsterdam,

tegen

[geïntimeerde] ,

wonende te [woonplaats] ,

geïntimeerde in principaal beroep, appellant in incidenteel beroep,

advocaat: mr. A.D. Putker-Blees te Amsterdam.

1 Het geding in hoger beroep

Partijen worden hierna Vistra NL en [geïntimeerde] genoemd.

Vistra NL is bij beroepschrift met producties, ontvangen ter griffie van het hof op 31 december 2019 in hoger beroep gekomen van de beschikking die de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) op 3 oktober 2019 onder bovenvermelde zaaknummers heeft gegeven (hierna: de bestreden beschikking). Het beroepschrift strekt ertoe, zakelijk weergegeven, dat het hof de genoemde beschikking zal vernietigen en, uitvoerbaar bij voorraad:

  • -

    primair: zal verklaren voor recht dat het ontslag op staande voet op 13 mei 2019 rechtsgeldig is gegeven, en [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling respectievelijk betaling aan Vistra NL van (i) € 37.198,80 bruto ter zake van de door Vistra NL aan [geïntimeerde] betaalde transitievergoeding, (ii) € 23.884,00 bruto ter zake van de door Vistra NL aan [geïntimeerde] betaalde gefixeerde schadevergoeding, (iii) € 600.000,00 bruto ter zake van de door Vistra NL aan [geïntimeerde] betaalde billijke vergoeding, (iv) € 30.000,00 ter zake van de door [geïntimeerde] aan Vistra NL verschuldigde gefixeerde schadevergoeding, en (v) wettelijke rente over genoemde bedragen. Vistra NL heeft voorts verzocht [geïntimeerde] te veroordelen zich tot 13 mei 2021 te houden aan het tussen Vistra NL en [geïntimeerde] overeengekomen relatiebeding met boetebeding;

  • -

    subsidiair: voor het geval het hof van oordeel is dat geen sprake is van een dringende reden, [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling aan Vistra NL van
    € 37.198,80 bruto ter zake van de door Vistra NL aan [geïntimeerde] betaalde transitievergoeding en de billijke vergoeding zal vaststellen op nihil, althans op maximaal € 60.000,00 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag en [geïntimeerde] zal veroordelen tot terugbetaling aan Vistra NL van het verschil met de aan hem betaalde billijke vergoeding van € 600.000,00 bruto, te vermeerderen met wettelijke rente over genoemde bedragen; en

  • -

    meer subsidiair: die maatregelen zal treffen die het hof geraden acht;

alles met veroordeling van [geïntimeerde] in de proceskosten in beide instanties, inclusief een bedrag van € 37.832,10 (excl. BTW) voor kosten gemaakt in verband met het enquêteverzoek.

Op 13 maart 2020 is ter griffie van het hof een verweerschrift in hoger beroep, tevens beroepschrift in incidenteel hoger beroep, met producties, van [geïntimeerde] ingekomen, inhoudende in principaal hoger beroep (samengevat):

  • -

    primair: het verzoek de bestreden beschikking te bekrachtigen;

  • -

    subsidiair: voor het geval het hof de billijke vergoeding verlaagt met € 47.398,46 (incl. BTW) aan juridische kosten van [geïntimeerde] , Vistra NL te veroordelen tot betaling van dit bedrag op grond van strijd met artikel 7:611 BW; en

  • -

    meer subsidiair: voor het geval het hof oordeelt dat het ontslag op staande voet van 13 mei 2019 rechtsgeldig is gegeven: te oordelen dat (i) geen sprake is van ernstige verwijtbaarheid van [geïntimeerde] , (ii) het door [geïntimeerde] aan Vistra NL verschuldigde bedrag aan gefixeerde schadevergoeding wordt gematigd tot nihil, (iii) Vistra NL ernstig verwijtbaar heeft gehandeld zodat aan [geïntimeerde] een billijke vergoeding ex artikel 7:682 lid 3 BW toekomt van € 600.000,00 bruto, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, en het verzoek tot volledige terugbetaling van de billijke vergoeding wordt afgewezen, (iv) het relatiebeding met boetebeding primair terzijde wordt gesteld, subsidiair wordt beperkt in duur tot 1 december 2019, en meer subsidiair dat eventueel verbeurde boetes worden gematigd tot nihil.

In incidenteel hoger beroep heeft [geïntimeerde] het hof verzocht om, uitvoerbaar bij voorraad, voor zover na vermindering van eis ter zitting nog van belang, (i) Vistra NL te veroordelen tot betaling van een gefixeerde schadevergoeding van € 34.838,71 bruto, (ii) Vistra NL te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding van - na eisvermindering bij mondelinge behandeling - € 2.431.953,46 bruto en (iii) Vistra NL te verbieden schriftelijk of mondeling aan derden te communiceren dat [geïntimeerde] nog beschikt over vertrouwelijke informatie van Vistra NL en/of haar klanten en deze gebruikt om Vistra NL te benadelen, op straffe van een dwangsom. [geïntimeerde] heeft zijn verzoek om r.o. 2.16 van de bestreden beschikking te verwerpen en vast te stellen dat de functie van [geïntimeerde] niet per januari 2019 is komen te vervallen, ter zitting ingetrokken. [geïntimeerde] heeft voorts verzocht om veroordeling van Vistra NL, uitvoerbaar bij voorraad, in de (na)kosten van, naar het hof begrijpt, de procedure in principaal en incidenteel hoger beroep.

Op 27 mei 2020 is een verweerschrift in incidenteel hoger beroep, met producties, ontvangen ter griffie van het hof. Dit verweerschrift strekt tot afwijzing van de verzoeken van [geïntimeerde] , met veroordeling van [geïntimeerde] in de (na)kosten van de procedure in eerste aanleg en in principaal en incidenteel hoger beroep.

De mondelinge behandeling van het hoger beroep heeft plaatsgevonden op

16 september 2020. Bij die gelegenheid heeft Vistra NL bij monde van mr. Vestering voornoemd en mr. M.P. van Broeckhuijsen, advocaat te Amsterdam, en [geïntimeerde] bij monde van mr. Putker voornoemd en mr. F.L. de Jong, advocaat te Amsterdam, het woord gevoerd, ieder aan de hand van pleitnotities die zijn overgelegd. Vistra NL heeft tijdens de mondelinge behandeling bezwaar gemaakt tegen de toelating van een door [geïntimeerde] op 15 september 2020 naar het hof gestuurde productie. Het hof heeft partijen laten weten daarover in deze beschikking te zullen beslissen. Partijen hebben inlichtingen verschaft.

Beide partijen hebben bewijs van hun stellingen aangeboden.

Vervolgens is de behandeling van de zaak gesloten en is een datum voor uitspraak bepaald.

2 Feiten

De rechtbank heeft in de bestreden beschikking onder 2.1 tot en met 2.53 een aantal feiten als in deze zaak vaststaand aangemerkt. Met grief 1 in principaal hoger beroep komt Vistra NL op tegen de vaststelling van de feiten. Volgens Vistra NL zijn de feiten zoals door haar in eerste aanleg naar voren gebracht onvoldoende in de feitenvaststelling tot uitgangspunt genomen. Het hof zal bij de vaststelling van de feiten, zoals hierna weer te geven, dan wel bij de beoordeling rekening houden met deze grief, voor zover deze voldoende concreet is en relevant voor de beoordeling in hoger beroep. Het hof zal bij de feitenvaststelling tevens rekening houden met het bezwaar van [geïntimeerde] daartegen in incidenteel hoger beroep. De feiten behelzen, samengevat en waar nodig aangevuld met andere feiten die als enerzijds gesteld en anderzijds niet (voldoende) betwist zijn komen vast te staan, het volgende.

2.1

[geïntimeerde] is sinds 1 juli 2014 werkzaam bij Vistra NL, laatstelijk als Country Managing Director Nederland (hierna: CMD Nederland). [geïntimeerde] is 53 jaar oud.

2.2

Vistra NL vormt samen met meer dan dertig andere vennootschappen de Nederlandse tak van de Vistra Groep. De Vistra Groep is (onder meer) een trustkantoor dat in meer dan veertig landen actief is. Trustkantoren houden zich bezig met het beheer van cliëntvennootschappen en staan in Nederland onder andere via de Wet toezicht trustkantoren onder toezicht van De Nederlandsche Bank N.V. (hierna: DNB). Daarnaast staat een gedeelte van de werkmaatschappijen van Vistra NL onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (hierna: AFM). Enig aandeelhouder van Vistra NL is Vistra Holdings (Netherlands) N.V. (hierna: Vistra Holdings).

2.3

Op 1 april 2015 zijn [X] (hierna: [X] ) en [geïntimeerde] formeel benoemd tot statutair bestuurder van Vistra NL. [X] had laatstelijk de functie van Managing Director Corporate and Private Clients (hierna: CPC).

2.4

In oktober 2015 is [geïntimeerde] toegetreden tot het Management Equity Plan (hierna: MEP). Hierbij verkreeg hij op basis van een door hem gedane investering certificaten in de Vistra Group.

2.5

De Acceptable Use Standard van Vistra NL luidt (voor zover hier relevant) als volgt: “1.6.1.1 Non-compliance with this policy may result in disciplinary and/or criminal proceedings against the user (...) 2.2.1.8 Users must not: (...) send work related email to personal email addresses, unless this is part of business requirement (…).

2.6

In de meest recente arbeidsovereenkomst van [geïntimeerde] van 19 december 2017 (door [geïntimeerde] ondertekend op 12 januari 2018) is opgenomen dat [geïntimeerde] jaarlijks dient te verklaren dat hij van de policies van Vistra NL, waaronder de Acceptable Use Standard, kennis heeft genomen en dat hij zich verplicht zich daaraan te houden. Het geheimhoudingsbeding in artikel 11 van de arbeidsovereenkomst luidt - voor zover hier relevant - als volgt:
“(..) a. Het is de Werknemer verboden (…) aan derden, direct of indirect, (...) enige mededeling te doen dan wel informatie te verschaffen omtrent (a) de zaken en belangen van (...) Vistra en aan Vistra gelieerde ondernemingen en omtrent (b) (...) hun relaties (...). De geheimhoudingsplicht (...) betekent in ieder geval dat de meest strikte geheimhouding zal worden betracht ten...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT