Uitspraak Nº 200.273.901/01. Gerechtshof Amsterdam, 2020-12-22

ECLIECLI:NL:GHAMS:2020:3616
Date22 Diciembre 2020
Docket Number200.273.901/01
CourtGerechtshof Amsterdam (Nederland)
GERECHTSHOF AMSTERDAM

Afdeling civiel recht en belastingrecht

Team III (familie- en jeugdrecht)

Zaaknummers: 200.273.901/01

Zaaknummers rechtbank: C15/289656 / FA RK 19-3255, 294382/19-5699 en C/15/295164 / FA RK 19-6104

Beschikking van de meervoudige kamer van 22 december 2020 inzake

[de man] ,

wonende te [plaats A] , gemeente [Z] ,

verzoeker in principaal hoger beroep,

verweerder in incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de man,

advocaat: mr. J.H.M. de Boer te Alkmaar,

en

[de vrouw] ,

wonende te [plaats B] ,

verweerster in principaal hoger beroep,

verzoekster in incidenteel hoger beroep,

verder te noemen: de vrouw,

advocaat: mr. M.H.G. Habets te Breda.

Als belanghebbenden zijn mede aangemerkt:

- de minderjarige [A] (hierna te noemen: [kind A] );

- de minderjarige [B] (hierna te noemen: [kind B] ).

In zijn adviserende taak is in de procedure gekend:

de Raad voor de Kinderbescherming,

gevestigd te Den Haag, locatie Haarlem

hierna te noemen: de raad.

1 Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
1.1

Het hof heeft op 11 augustus 2020 een beschikking gegeven. Het hof heeft, onder meer, de bestreden beschikking van 24 januari 2020 van de rechtbank Noord-Holland, locatie Haarlem (hierna: de rechtbank), bekrachtigd voor zover daarbij aan de vrouw vervangende toestemming is verleend om met [kind A] en [kind B] (hierna: de kinderen) naar [plaats B] te verhuizen en voor zover daarbij de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw is bepaald. Daarnaast heeft het hof, tot de rechtbank nader beslist, een tijdelijke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: tijdelijke zorgregeling) vastgesteld. Het hof heeft de beslissing op het punt van de tijdelijke bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen (hierna: tijdelijke kinderbijdrage) aangehouden.

1.2

Voorafgaand aan de hierboven vermelde beschikking van het hof is op 31 juli 2020 bij het hof nog een brief van de zijde van de man met bijlagen ingekomen, te weten drie recente salarisspecificaties uit 2020 en de jaaropgave 2019, waar door het hof om was verzocht tijdens de mondelinge behandeling van 27 juli 2020.

1.3

Het hof heeft, voor zover hierna bedragen zijn genoemd, deze telkens afgerond, tenzij anders vermeld.

2 De verdere motivering van de beslissing
2.1

Thans is nog aan de orde de door de rechtbank bepaalde door de man aan de vrouw te betalen tijdelijke kinderbijdrage van € 153,- per kind per maand, met ingang van de datum van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, te weten 2 juli 2020.

In principaal hoger beroep

2.2

De man heeft voorwaardelijk verzocht, indien zijn verzoeken in hoger beroep met betrekking tot de verhuizing en de hoofdverblijfplaats van de kinderen worden toegewezen, te bepalen dat de vrouw aan de man als kinderbijdrage € 424,- per maand dient te voldoen.

2.3

Zoals hierboven onder 1.1 weergegeven heeft het hof de bestreden beschikking bekrachtigd op het punt van de aan de vrouw verleende vervangende toestemming voor verhuizing met de kinderen naar [plaats B] en de bij de vrouw bepaalde hoofdverblijfplaats van de kinderen en heeft het hof de verzoeken van de man op dit punt afgewezen. De voorwaarde waaronder dit verzoek is gedaan is dus niet in ver vulling gegaan, zodat het hof op dit verzoek niet hoeft te beslissen.

In incidenteel hoger beroep

2.4

De vrouw heeft, na vermeerdering van haar verzoek, verzocht te bepalen dat de man, met ingang van de datum van inschrijving van de beschikking tot echtscheiding, aan de vrouw een kinderbijdrage dient te betalen van € 350,- per kind per maand, althans een bijdrage hoger dan € 153,- per kind per...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT